Duizenden Rohingya-huizen afgebrand, 60.000 mensen op de vlucht
In het noordwesten van Myanmar blijft het etnische geweld oplaaien. De voorbije week zijn zeker 2.600 huizen van Rohingya in brand gestoken. Het aantal vluchtelingen is volgens de VN al opgelopen tot bijna 60.000 mensen. De kritiek op de regering van Nobelprijswinnaar Aung San Suu Kyi zwelt aan. De scherpste reactie is die van de Turkse president Erdogan, die spreekt van een "genocide".
In de deelstaat Rakhine, waar een grote Rohingya-minderheid woont, escaleert het geweld tussen de boeddhistische meerderheid en de Rohingya's, die moslim zijn. In het gebied zijn zeker 2.600 huizen in brand gestoken. De rookpluimen zijn te zien tot in buurland Bangladesh. Volgens de regering van Myanmar zitten de moslimrebellen zelf achter de branden. De Rohingya achten het leger verantwoordelijk, wat ook mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch zegt.
De afgelopen dagen zijn duizenden Rohingya de grens met buurland Bangladesh overgestoken, of daar gestrand. Volgens de Verenigde Naties is hun aantal intussen opgelopen tot 60.000. Sinds kort ontvluchten niet alleen Rohingya, maar ook boeddhistische inwoners de door geweld geteisterde deelstaat Rakhine.
Voedselhulp opgeschort
Door de gevechten kunnen ook hulporganisaties het gebied nog amper bereiken. Het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties heeft zijn bevoorradingen opgeschort. 250.000 mensen dreigen daardoor zonder voedsel te vallen. Bijna de helft van hen zijn Rohingya die sinds 2012 in kampen wonen. "We overleggen met de overheid om de voedselbedelingen voor de getroffen gemeenschappen zo snel mogelijk opnieuw te op te starten", laat het Wereldvoedselprogramma weten. De overheid van Myanmar heeft het Wereldvoedselprogramma ervan beschuldigd dat het toeliet dat rantsoenen terechtkwamen bij de moslimrebellen. De organisatie ontkent dat.
Kritiek op Aung San Suu Kyi zwelt aan
Internationaal neemt de kritiek op de regering van Myanmar toe. Leider Aung San Suu Kyi, die in 1991 de Nobelprijs voor de Vrede kreeg, krijgt het verwijt dat ze niets doet aan de situatie van de Rohingya-minderheid in haar land.
De scherpste reactie kwam van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan. Hij beschuldigt Myanmar van "genocide" tegen de Rohingya. "Degenen die de ogen sluiten voor deze genocide die wordt voortgezet onder het mom van democratie, zijn medestanders", zei hij tijdens een toespraak ter gelegenheid van het islamitische Offerfeest.
In de Indonesische hoofdstad Jakarta gingen inwoners de straat op om te protesteren bij de ambassade van Myanmar. Ze verbrandden posters met de beeltenis van Aung San Suu Khyi.
De Rohingya, een moslim-minderheid in het overwegend boeddhistische Myanmar, zijn al jarenlang het slachtoffer van grootscheeps geweld door het leger van Myanmar. Sinds vorige week is het geweld geëscaleerd nadat Rohingya-strijders een aantal politiekantoren in de deelstaat Rakhine hadden aangevallen.