Direct naar artikelinhoud

Weg van foltering en genocide: 73.000 Rohingya vluchten naar Bangladesh

Zeker 73.000 mensen zijn afgelopen week gevlucht voor de genocide die aan de gang is in Myanmar.Beeld reuters

Ze zijn met duizenden. Ze steken rivieren over, lopen door rijstplantages en over bergen langs modderige paden. 73.000 Rohingya, een islamitische minderheid in Myanmar, zijn afgelopen week gevlucht voor het geweld tegen hun volk. In diezelfde week zijn zeker 400 mensen vermoord. Een genocide die door de Nobelprijswinnende regeringsleider wordt weggemoffeld.

Het geweld tegen de Rohingya heeft een nieuw hoogtepunt bereikt nadat vorige week Rohingyamilitanten grensposten hebben aangevallen. Daarbij zijn 12 bewakers omgekomen. Als reactie op de aanval heeft het leger haar eigen "clearance operations" opgedreven.

Gevolg? Dorpen in de staat Rakhine, waar de Rohingya wonen, zijn volledig plat gebrand. Zo'n 2.300 woningen zijn daarbij vernietigd. Duizenden zijn moeten vluchten. De regering houdt vol dat 370 van de 400 doden "terroristen" waren. Niets van aan, zeggen activisten en de Rohingya. Vrouwen, kinderen en onschuldige mannen zijn op barbaarse wijze vermoord. Beide kanten beschuldigen elkaar van de gruwel.

Marteling, verkrachting en moord

Maar de getuigenissen van de vluchtelingen die in Bangladesh zijn geraakt, sijpelen stilletjes aan door naar de buitenwereld. Verhalen over marteling, verkrachting en moord. Rohingya beweren dat soldaten de mensen om geld vroegen, wanneer ze het bedrag niet op tafel konden leggen, kregen ze een kogel door het hoofd. Of nog: soldaten die de Rohingya bevelen om in hun huizen te blijven, om vervolgens de woningen in brand te steken. Het hoofd van het leger heeft de moorden gerechtvaardigd als zijnde "unfinished business". Het is een van de dodelijkste acties van de laatste decennia tegen de Rohingya.

Regeringsleider zwijgt

Het geweld is niet nieuw. Ook in oktober vorig jaar heeft de regio een gewelddadige periode gekend. "Een relatief kleine aanval door een kleine groep Rohingya wordt door de autoriteiten beantwoord met een disproportionele tegenaanval", zegt Sally Smith, directeur van het Nexus Fund, een NGO die zich bezighoudt met het voorkomen van massamoorden.  
En ondertussen zwijgt de regeringsleider van Myanmar. Aung San Suu Kyi - Nobelprijswinnares, liberaal, gewezen Oxford-studente - weigert onderzoekers van de Verenigde Naties toe te laten en stuurt de internationale media weg. Ze beschuldigt hulporganisatie ervan "terroristen" te helpen en zegt dat Rohingyavrouwen verhalen over seksueel geweld verzinnen. Eerder dit jaar bevestigde ze dat "er iets aan de gang was", maar dat "de gebeurtenissen ook niet moeten worden opgeblazen."    

"Ze is een Nobelprijswinnares. Het lijkt alsof ze zich enkel iets aantrekt van de veiligheid van boeddhisten, maar vrede voor de Rohingya laat ze links liggen", zegt Smith. Ook Nobelprijswinnares Malala Yousefzai roept via Twitter de leider van Myanmar op om de aanvallen te veroordelen. "Ik heb dat de afgelopen jaren meermaals gedaan, ik vraag mijn mede-laureate om hetzelfde te doen. De wereld en de Rohingya wachten", schrijft ze.

Twitter bericht wordt geladen...

Satellietkaart

Toch kan de regeringsleider de situatie niet blijven minimaliseren. Een satellietkaart toont wat er nog overblijft van een in brand gestoken dorp. "Deze nieuwe satellietbeelden tonen waarom het dringend nodig is dat internationale onderzoekers toelating krijgen tot de staat Rakhine", zegt Phil Robertson van Human Rights Watch. "De beelden bewijzen bovendien ook dat de vernieling erger is dan we dachten. En dit is enkel één van de 17 plaatsen waar we branden hebben gedetecteerd."

Satellietkaart
Beeld Twitter/ Human Rights Watch

Meest vervolgde minderheid

De Rohingya, een groep van 1,1 miljoen moslims die vaak worden benoemd als "de meest vervolgde minderheid ter wereld", leeft al eeuwen in de westerse staat Rakhine. Maar al decennia worden ze door eigen regering vervolgd. Ze worden niet aanvaard als een van de 135 officiële etnische groepen. Sinds 1982 weigert het land hen burgerschap te geven, de Rohingya zijn dus statelozen.  

Niet lang nadat hun burgerschap werd afgenomen, heeft de regering de Rohingya "witte kaarten" gegeven, een soort van tijdelijke verblijfs- en identiteitspapieren. Maar net voor de verkiezingen in 2015 hebben de autoriteiten de kaarten opnieuw afgenomen. In 2012 is het geweld tegen de Rihongya geëscaleerd nadat een groep Rohingyamannen ervan werden beschuldigd een boeddhistische vrouw te hebben verkracht en vermoord. Het geweld dat daarop volgde, heeft van de Rihongya vluchtelingen in eigen land gemaakt.  

Myanmar is voornamelijk een boeddhistenland, maar nationalistische bewegingen maken zich zorgen over de veiligheid van boeddhisten. Radicale monniken pushen daarom nieuwe regels ten nadele van moslim. Bovendien zijn moslims amper vertegenwoordigd in de regering.