Direct naar artikelinhoud
Reportage

Kopje-onder in de Oostendse vissersbuurt waar Gilles Coulier inspiratie vond voor 'Cargo'

Regisseur Gilles Coulier in de haven van Oostende waar de boot Broodwinner ligt. Deze boot werd gebruikt in zijn film 'Cargo'.Beeld Wouter Van Vooren

Het filmfestival van Oostende opent vanavond met Cargo. Geen toevallige keuze, want regisseur Gilles Coulier, bekend van Bevergem, vond zijn inspiratie tussen de Oostendse vissersboten. Wij gingen samen met hem op wandel door de havenbuurt, waar de visserij een stille dood aan het sterven is in de schaduw van blitse nieuwbouw.

“Kom maar naar The Sailor”, sms’t Coulier ons enkele dagen voor onze ontmoeting. Dat blijkt een visserscafeetje te zijn op de Hendrik Baelskaai. Op een boogscheut van centrum Oostende, en toch een totaal andere wereld. De Oosteroever, sinds jaar en dag thuis van de Oostendse visserij, is niet zomaar te voet te bereiken: wie er naartoe wil, neemt de veerboot. En dus varen we onder het gekrijs van de meeuwen richting onze afspraak. Het is een frisse maar zonnige zaterdag in Oostende, de boot zit volgepakt met dagjesmensen. Maar bij aankomst wandelen of fietsen die zonder uitzondering verder richting duin of dijk. In de vissersbuurt hebben ze niets te zoeken.

De stad wil daar verandering in brengen: nu de visserij stilaan aan het verzuipen is, krijgt de buurt een nieuwe rol. De kleine huisjes op de Hendrik Baelskaai worden beetje bij beetje gesloopt en maken plaats voor futuristische appartementen. De straat oogt als een slecht gebit vol gapende gaten. Stukken grond liggen braak, hier en daar staat een oude binnenmuur met vergeeld behangpapier aan de elementen blootgesteld.

'Ik was eigenlijk niet van plan om een film over vissers te maken. Ik wilde gewoon een verhaal schrijven over tradities en moeilijke communicatie binnen een familie. Pas later ontdekte ik het vissersmilieu. Per toeval'
Gilles Coulier

Dit landschap vertelt een verhaal, en dat inspireerde Coulier voor zijn debuutfilm Cargo: “Ik was eigenlijk niet van plan om een film over vissers te maken. Ik wilde gewoon een verhaal schrijven over tradities en moeilijke communicatie binnen een familie. Pas later ontdekte ik het vissersmilieu. Per toeval eigenlijk: ik was met een groep vrienden op vrijgezellenweekend en we liepen hier in de buurt rond. Toen besefte ik: alle elementen die ik voor mijn scenario nodig heb, zijn hier aanwezig."

Meer baardharen dan woorden

Cargo gaat over visserszonen Jean, Francis en William Broucke. Mannen met meer baardharen dan woorden, vertolkt door respectievelijk Sam Louwyck, Wim Willaert en Sebastien Dewaele. Wanneer hun vader (rol van bluesmuzikant Roland Van Campenhout) zich tijdens een stormachtige nacht in zee gooit, komt het noodlijdende familiebedrijf plots in hun handen terecht. “Zelfdoding komt vaak voor onder de vissers”, weet Coulier. “Dat heeft te maken met het cliché dat West-Vlamingen heel weinig over hun gevoelens praten, maar er is ook de schaamte die gepaard gaat met het instorten van de sector. Heel wat vissers hebben hun familiebedrijf moeten opgeven. Dat steekt.”

V.l.n.r.: Sebastien Dewaele, Sam Louwyck en Wim Willaert spelen visserszonen wier familiebedrijf plots in hun handen terechtkomt wanneer hun vader zich in zee gooit.Beeld rv Kris Dewitte

In The Sailor zit de sfeer er intussen goed in. Van aan ons tafeltje in de hoek observeren we de stamgasten: rasechte Oostendenaren. Coulier doet in plat West-Vlaams een babbel met de barvrouw. Het was in haar café dat hij zijn toegangspoort vond tot het erg gesloten vissersmilieu. “Toen ik hier een jaar of vijf geleden voor het eerst binnenkwam, met mijn coscenarist Tom Dupont, keek iedereen ons scheef aan: ‘Wat komen die kleine mannekes hier in godsnaam zoeken?’, hoorde je ze denken. De vissers die we aanspraken, wilden niets met de film te maken hebben. Maar na lang aandringen hebben we toch hun vertrouwen gewonnen. Het heeft twee jaar geduurd, maar het was het waard. Ik wilde die wereld echt begrijpen, het moest allemaal kloppen.”

'De vissers wilden niets met de film te maken hebben. Maar na twee jaar aandringen hebben we hun vertrouwen gewonnen. Het was het waard'
Gilles Coulier

Haat-liefde

Coulier leerde alles over de visserij – en vooral dat het een hondenstiel is. “Vissers hebben een onwaarschijnlijke haat-liefdeverhouding met hun beroep. Elke nacht de zee op, bij weer en wind. Dan om 5 uur ’s ochtends thuiskomen en overdag gaan slapen. Vroeger zeiden ze allemaal: ‘Zot, ik word nooit visser.' Maar later zie je dan toch dat ze de familietraditie voortzetten. Ze haten het, en toch zijn ze er gek op.” Het kleine zeemansringetje dat Coulier in zijn oorlel heeft zitten, is zijn hommage aan hen.

We trekken de deur van The Sailor achter ons dicht en gaan op wandel. Het visserijdok oogt rustig. “In de jaren 70 was het hier veel drukker”, weet Coulier. “Er waren toen meer dan 300 schepen. Als die allemaal naast elkaar lagen, kon je bijna naar de overkant wandelen. Op de kade zag het toen zwart van de netten. Maar nu worden de vissers beboet als ze die hier laten drogen. Op den duur zullen hun schepen hier ook niet meer mogen liggen, want het moet een toeristische buurt worden. Dus het mag hier zéker niet naar vis ruiken.”

'Elke nacht de zee op, bij weer en wind. Dan om 5 uur ’s ochtends thuiskomen en overdag gaan slapen. De vissers haten hun beroep, en toch zijn ze er gek op'
Gilles Coulier

Kotsmisselijk

Coulier beent naar een mooie, grote vissersboot: de Broodwinner, het schip waarmee de familie Broucke in de film haar kost (niet meer) verdient. Coulier en zijn crew brachten er een paar bewogen dagen en nachten op door: “Vooral de nachtopnames waren hels. We draaiden bij zes Beaufort, de zee was verschrikkelijk wild. Bovendien kan je de horizon ’s nachts niet zien. Ik werd kotsmisselijk, na elke scène moest ik over de reling gaan hangen. Actie, cut, en dan kotsen." (lacht)

Kotsmisselijk
Beeld Wouter Van Vooren

De zoektocht naar het juiste schip om op te filmen, bleek moeilijker dan gedacht: “We zouden die boot een maand nodig hebben, en een visser staat natuurlijk niet zomaar zijn inkomsten af. Een jaar voor de shoot hadden we nog altijd geen schip gevonden.” Paniek, dus. “Gelukkig kwamen we toen in contact met de Ibis-school. Die heeft een opleidingsschip om met de leerlingen op zee te gaan: de Broodwinner. Het enige probleem was dat dat er veel te mooi en te proper uitzag. Terwijl de meeste echte vissersboten onder de roest zitten. We hebben alles dus vuil zitten maken: de smetteloze cabine werd langs binnen bekleed met planken, en de buitenkant hebben we besmeurd met chocomelk en koffiegruis." (lacht)

'Ik werd kotsmisselijk, na elke scène moest ik over de reling gaan hangen. Actie, cut, en dan kotsen'
Gilles Coulier

We verlaten de haven en wandelen naar zee. Alles baadt in een waas van vaalgroen, blauw en geel licht. Precies het palet dat Coulier in Cargo wilde nabootsen. “Ik heb alle primaire kleuren uit de film proberen te weren – zelfs in de kostuums en de decors.” In de verte zien we ‘Rock Strangers’ op de dijk staan, de vuurrode metalen blokken van Arne Quinze. “Die heb ik digitaal uit de film laten verwijderen”, zegt Coulier zonder verpinken. “Zo lelijk. Kijk naar de stad: die kleuren kloppen allemaal, alles zit in een soort pasteltint. Dat rood vloekt daar enorm mee.”

Geen 'Bevergem' bis

Onze laatste halte is het Ooststaketsel. Terwijl de golven onder onze voeten tegen de rotsen slaan, kijken we nog even terug op Couliers prille maar succesvolle carrière. In ons land werd hij twee jaar geleden bekend als regisseur van de prettig gestoorde tv-reeks Bevergem, maar internationaal geldt Coulier al veel langer als een grote belofte. Twee van zijn kortfilms schopten het tot in Cannes, zowat de hoogste eer voor een jonge filmmaker. Dat kunstje kon Cargo echter niet herhalen. “Ik vind het lullig om te zeggen, maar we waren er echt heel dichtbij. Het festival heeft me gebeld om te zeggen dat we bij de allerlaatste kanshebbers waren, maar uiteindelijk mocht het toch niet zijn. Tja, daar ben je even kapot van. Maar anderzijds vind ik het niet erg dat mijn ego af en toe eens een deuk krijgt. Zo blijf je met de voetjes op de grond.”

'We grepen net naast Cannes. Tja, daar ben je even kapot van. Al vind ik het niet erg dat mijn ego af en toe eens een deuk krijgt'
Gilles Coulier

Of Cargo net als Bevergem een hit kan worden, vragen we. “Ik ga niet onder stoelen of banken steken dat ik daar wel mee bezig ben. Maar anderzijds doe ik heel weinig toegevingen. Ik heb echt de film gemaakt die ik zelf wou maken.” Of de link met Bevergem dan geen vergiftigd geschenk is? “Cargo is iets totaal anders: er zit geen humor in, het is allemaal veel ernstiger. Maar we hebben de film getest op mensen die Bevergem gezien hadden, en zij konden het echt smaken. Ik heb er dus goede hoop in.”

Geen 'Bevergem' bis
Beeld Wouter Van Vooren

Cargo opent op 8/9 het Filmfestival Oostende, en speelt vanaf woensdag 13/9 in de bioscoop. filmfestivaloostende.be