Direct naar artikelinhoud
Interview

Imam Khalid Benhaddou (29): "Iedereen wil zijn mening kunnen uiten, maar weinigen denken nog na"

Tien Waarheden van de piepjonge imam
Beeld Karel Duerinckx

In De Tien Waarheden stelt Stef Selfslagh een interessante sterveling de vraag: "Wat zijn de tien dingen die je in de loop van je leven hebt geleerd en die je als waarheden durft te verkondigen?" Het resultaat: bruikbare levenswijsheden, niet zelden verpakt in snedige oneliners. Deze keer: de jonge Gentse imam Khalid Benhaddou. 

Het leven volgt niet altijd het meest voor de hand liggende tracé. Vóór Khalid Benhaddou op zijn achttiende de jongste Belgische imam ooit werd, was hij een begenadigd voetballer. Hij rolde vijandelijke verdedigingen op bij verschillende Vlaamse clubs, was in het zaalvoetbal de dribbelende partner in crime van ex-Club Brugge-speler Vadis Odjidja en kreeg al op zijn vijftiende de kans om zijn kunstjes in Engeland te gaan vertonen. Het leek er even op dat de naam Benhaddou in voetbalmiddens een household name zou worden, maar vader Benhaddou hield zijn jongste zoon na rijp beraad op de studiebanken van het Islamitisch Cultureel Centrum in Brussel. Een opleiding leek hem een betere investering in de toekomst van zijn zoon dan een treinticket naar het land van oversized bierglazen en gewillige wags. “En dat vond ik aanvankelijk best moeilijk te verteren”, zegt Khalid Benhaddou terugblikkend. “Ik lééfde echt om te voetballen. Toen ik te horen kreeg dat ik mijn voetbaldroom mocht opbergen, moest ik wel een paar keer slikken. Maar met wat ik nu weet, kan ik de beslissing van mijn vader moeilijk betreuren.”

'Ik lééfde echt om te voetballen. Toen ik te horen kreeg dat ik mijn voetbaldroom mocht opbergen, moest ik wel een paar keer slikken'

Vandaag is Khalid Benhaddou de imam van de El Fath Moskee in Gent, auteur van het boek Is dit nu de islam?, voorzitter van het platform Vlaamse imams en coördinator van het Netwerk Islamexperten. Hij is een groot voorvechter van wat hij zelf ‘een rationele islam’ noemt: een islam die de westerse waarden van de verlichting verzoent met de waarheid van de Koran. Zijn discours is doorspekt met woorden als ‘evenwicht’, ‘nuance’ en ‘respect’. Ik vraag of zijn bruggenbouwende neigingen aangeboren dan wel aangeleerd zijn. “Ik heb ze van thuis uit meegekregen. Mijn vader is een uitgesproken verbindend figuur: hij mijdt de extremen. En dat is bij mij niet anders. Ik zal altijd proberen om de kerk, of in mijn geval de moskee, in het midden te houden. Dat vergt meer intellectuele arbeid – radicaal zijn, is een stuk makkelijker – maar het geeft ook meer voldoening.”

Sinds 2015 staat hij op een postzegel ­tussen Johan Bonny, de bisschop van Antwerpen, en Albert Guigui, de opper­rabijn van Brussel. ‘Allen Gelijk, Tous Différents’, luidt hun gezamenlijke motto. De tien waarheden van een hoogopgeleid ­koppelteken.

Wat Ik Niet Weet, Is Veel Meer Dan Wat Ik Wel Weet.

“We moeten de hiaten in onze kennis durven blootleggen. Wat we nog niet weten, stuwt ons meer vooruit dan wat we al wel weten. Zo werkt het toch bij mij. Ik ben een ­zoekende moslim. Ik wil intellectueel in beweging blijven. Mij zul je niet horen ­zeggen dat ik de waarheid in pacht heb.”

Is het dan niet de job van een imam om de waarheid wél in pacht te hebben? Gelovigen verwachten toch dat God hen vertelt hoe de wereld in elkaar zit? “Nu bezondig je je aan een wel erg simplistische kijk op religie. Alsof mensen uit gemakzucht geloven. Alsof ze zich tot God richten om de gaten op te ­vullen die de wetenschap niet gedicht krijgt. Voor mij heeft religie veel meer te maken met het stellen van goeie vragen dan met het formuleren van sluitende antwoorden. Ik huiver wanneer gelovigen zeggen: zo is het en niet anders. Daar komen alleen maar ­conflicten van.”

Er Bestaan Geen Eeuwige Vrienden Of Vijanden, Alleen Eeuwige Belangen. (Lord Palmerston, Brits minister van Buitenlandse Zaken tussen 1830 en 1841)

“Ik heb lang een humanistische visie gehad op de wereldpolitiek. Ik dacht dat maatschappelijke idealen primeerden op economische belangen. Maar zeker in dit post-­ideologische tijdperk is dat duidelijk níét het geval: economische belangen zijn vandaag veel belangrijker dan ethiek, dan ideologie, dan álles eigenlijk. Waarom geldt de moslimban van Trump niet voor Saoedi-Arabië? Omdat hij met dat land economische banden heeft, punt.

“Nu de motor van de wereldeconomie in oostelijke richting verschuift, zie je allianties ontstaan tussen landen die vroeger elkaars tegenstanders waren. En waarom? Omdat die bondgenootschappen economisch voordelig zijn. In de wereldpolitiek geldt maar één wet: je vrienden van vandaag kunnen je vijanden van morgen zijn. En omgekeerd. Het opportunisme regeert. Je ziet dat ook al doorsijpelen in de persoonlijke relaties van mensen. Nog niet zo extreem als in de internationale politiek – er zijn nog altijd mensen die oprecht vriendschappen met elkaar aanknopen – maar het wordt toch meer en meer aanvaard dat je je ook in vriendschappelijke relaties als een kameleon gedraagt.

'Er zijn nog altijd mensen die oprecht vriendschappen met elkaar aanknopen, maar het wordt toch meer en meer aanvaard dat je je ook in vriendschappelijke relaties als een kameleon gedraagt'

“Of ik zelf veel vrienden heb? Op Face­book wel, ja. (lacht) Maar in het echte leven? Een handvol, denk ik. Het belangrijkste is dat ik bij mijn vrienden mezelf kan zijn. Als imam heb ik een voorbeeldfunctie: ik kan in het openbaar niet alle facetten van mijn ­persoonlijk­heid laten zien. Bij mijn vrienden wil ik dat wél kunnen doen.”

Er Bestaan Geen Eeuwige Vrienden Of Vijanden, Alleen Eeuwige Belangen. (Lord Palmerston, Brits minister van Buitenlandse Zaken tussen 1830 en 1841)
Beeld Karel Duerinckx

Ik vraag waarin de echte Khalid verschilt van de sociaal wenselijke Khalid. “Laten we het erop houden dat ik minder ernstig ben dan veel mensen denken. Er zit ook een onnozelaar in mij. Iemand die graag de luchtigheid van de dingen benadrukt. Maar die kan ik als imam moeilijk tonen. Het zou mijn geloofwaardigheid aantasten.

“Mijn job bepaalt in grote mate mijn leven. Het is ook omwille van mijn werk dat ik nog niet gesetteld ben. Als je van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat bezig bent, kun je je partner en kinderen niet de aandacht geven die ze verdienen. Natuurlijk, ik sluit niet uit dat ik op een dag overvallen zal ­worden door de liefde. En dat ik het dan wél de moeite waard zal vinden om een deel van het leven dat ik vandaag leid op te geven. Maar die beslissing zal mijn hart dan wel nemen.” (lacht)

Events, dear boy, events! (Harold Macmillan, voormalig Brits premier)

“Iemand vroeg de voormalige Britse premier Harold Macmillan ooit wat hij het moeilijkste vond aan zijn job. Hij antwoordde: ‘Events, dear boy, events!’ En ik herken dat. Gebeur­te­nissen zoals de aanslagen in Barcelona kunnen het maatschappelijke ­klimaat in een oogwenk volledig veranderen. Als deelnemer aan het publieke debat is het niet altijd makkelijk om op de juiste manier op die gebeurtenissen te reageren. Zeker niet in Vlaanderen. De gesprek­ken gaan hier alleen nog maar over radicaliserende kleuters, de boerkini en de vraag of het jihadisme erger is dan het nazisme. Neem ik aan al die discussies deel, dan laat ik me meezuigen in een debat dat nergens meer over gaat. Hou ik me afzijdig, dan maak ik mezelf voor een stuk irrelevant. Om moedeloos van te worden. Gelukkig ben ik pessimistisch van rede, maar optimistisch van wil. Zolang ik leef, zal ik proberen om de wereld mee de juiste richting uit te sturen. Ook al ben ik zelf maar een klein deel van het geheel.”

In de uitspraak van Macmillan zit nog een andere waarheid verscholen, zegt hij: de vaststelling dat wat wij ‘de geschiedenis’ noemen, vaak meer het gevolg is van toevallige gebeurtenissen dan van grote ideologieën. “Neem nu het fenomeen radicalisering. Wat is daar écht de oorzaak van? Onze falende integratiepolitiek? De inmenging van het Westen in het Mid­den-Oosten? De hoge werkloosheid onder allochtone jongeren? Of de toevallige opkomst van een charismatische imam met verkeerde ideeën? Waarschijnlijk een combinatie van al die ­factoren, maar niemand die het met 100 procent zekerheid kan zeggen. In debatten over radicalisering voel je de ontoereikendheid van de analyses. Omdat het toeval een grotere rol speelt dan we durven toe te geven.”

Events, dear boy, events! (Harold Macmillan, voormalig Brits premier)
Beeld Karel Duerinckx

Een gevaarlijke redenering, zeg ik. Als het lot van de mensheid bepaald wordt door ­toevallige omstandigheden, hoeven we ons nergens meer om te bekommeren. “Zo mogen we natuurlijk niet denken. We moeten analyses blijven maken. Al was het maar omdat onze politici ze nodig hebben om er hun beleid op te baseren. Maar we moeten wel bescheiden blijven: geen enkele analyse zal het verschijnsel radicalisering ooit in al zijn complexiteit kunnen vatten.”

Van Je Tegenstander Win Je Niet Door Het Conflict Te Zoeken, Maar Door Jezelf Zo Groot Te Maken Dat Hij Op Zijn Knieën Gaat En Zichzelf Overgeeft. (Friedrich Wilhelm Nietzsche, Duits filosoof)

“Ik ben jong, ik zie er anders uit dan de traditionele imams én ik pleit voor een hervorming van de islam: voor veel mensen zijn dat genoeg redenen om zich tegen mij te keren. Ik kan daar op twee manieren mee omgaan. Ofwel zoek ik het conflict op en verdedig ik mijn visie door de vertolkers van andere visies aan te vallen. Ofwel vertel ik mijn eigen verhaal en verzamel ik zoveel medestanders dat ook mijn criticasters na een tijd niet anders kunnen dan zich bij mij aan te sluiten. Ik kies voor het laatste. En het werkt. Nadat koning Filip in juni samen met mijn familie de iftar had meegegeten, bleken sommige traditionele imams plots tóch weer mijn vrienden te willen zijn.” (lacht)

'Europa bezondigt zich voortdurend aan paternalisme: "Jullie moeten hetzelfde ­denken als wij, anders zijn jullie extremisten en doen jullie niet meer mee." Zo verandert er natuurlijk niks'

Hij staat bekend als een man die graag de weg van de geleidelijkheid bewandelt. Over een onderwerp als homoseksualiteit neemt hij als imam geen uitgesproken standpunt in omdat de moslimgemeenschap daar volgens hem nog niet klaar voor is. Ik vraag of een echte leider niet voorop hoort te lopen. “Ja, maar je kunt ook té ver vooroplopen. Identiteit, traditie en cultuur vormen samen een complex geheel. In plaats van mijn mede­moslims een kant-en-klare mening over homoseksualiteit op te dringen, leg ik hen liever uit waarom Europa homoseksualiteit op een gegeven moment geaccepteerd heeft. Zo zeg ik hen niet wat ze moeten denken, maar leer ik hen iets te begrijpen. Dat is veel zinvoller.

“Europa bezondigt zich voortdurend aan paternalisme: ‘Jullie moeten hetzelfde ­denken als wij, anders zijn jullie extremisten en doen jullie niet meer mee.’ Zo verandert er natuurlijk niks. Je moet een denkproces in gang zetten, mensen zélf tot conclusies laten komen. In plaats van nieuwkomers een ­burgerschapsverklaring in de maag te splitsen, zouden we hen beter uitleggen waar onze normen en waarden vandaan komen en welk maatschappelijk nut ze hebben. Zo zouden we écht iets veranderen in hun hoofden.”

Sapere Aude. Durf Te Weten.

“Weet je wat mij opvalt? Hoe meer de mensen hun vrijheid van meningsuiting opeisen, hoe minder ze die andere vrijheid lijken te gebruiken: de vrijheid van denken. Iedereen wil tegenwoordig zijn mening kunnen uiten, maar weinig mensen denken nog na. Een vreemde evolutie.” (lacht)

'Weet je wat mij opvalt? Hoe meer de mensen hun vrijheid van meningsuiting opeisen, hoe minder ze die andere vrijheid lijken te gebruiken: de vrijheid van denken'

We praten over de schijnbare tegenstelling tussen ‘denken’ en ‘geloven’. En over de vaststelling dat Vlaamse intellectuelen de neiging hebben om gelovigen – van welke strekking ook – weg te zetten als idioten. “Volgens heel wat niet-religieuzen spreken mensen die wel geloven een taal uit het verleden. Je zult het religieuze discours dus ­moeten seculariseren, wil je met het niet-religieuze deel van de bevolking tot een dialoog komen. En dat betekent: de wetenschap omarmen, op een rationele manier naar de samenleving kijken en je visie op religie ­binnen een eigentijds denkkader situeren.

“Ik pas voor een dogmatische islam die alles verklaart door de wil van God in te roepen. Religie kan wel degelijk doordacht zijn. Het begrijpen van de natuurwetten die God in zijn universum heeft ingesteld, is voor mij een bron van grote spirituele voldoening. De wetenschap brengt mij net dichter bij God.”

'Etienne Vermeersch praat zo rancuneus over religie dat ik begin te vermoeden dat hij God gewoon mist. Hij spreekt er in ieder geval véél vaker over dan een gelovige'

Is atheïsme ook een geloof? “Sommige mensen beleven hun atheïsme als een geloof, ja. Omdat ze er zo dogmatisch in opgaan. Etienne Vermeersch is zo’n fundamentalist: hij beschouwt zijn atheïsme als het eindpunt. Maar hij vergeet dat hij daarmee volledig ingaat tegen de principes waarop het ­atheïsme gebaseerd is: blijven nadenken, er nooit van uitgaan dat je de absolute waarheid kent. Vermeersch praat zo rancuneus over religie dat ik begin te vermoeden dat hij God gewoon mist. Hij spreekt er in ieder geval véél vaker over dan een gelovige.” (lacht)

Als Ik Geen Khalid Was, Zou Ik Khalid Willen Zijn.

“Dat is mijn versie van een uitspraak van de Griekse filosoof Diogenes van Sinope. Dio­ge­nes leefde op straat, bijna als een hond. Op een bepaald moment ontmoette hij Alexan­der De Grote, die veel bewondering voor hem had. Alexander zei tegen Diogenes: ‘Als ik geen Alexander was, zou ik Diogenes willen zijn’. Waarop Diogenes antwoordde: ‘Als ik geen Diogenes was, zou ik ook Diogenes ­willen zijn.’ (lacht) Ik vind dat een prachtig verhaal. Je mag nooit iemand anders willen zijn. Of het leven van een ander willen leiden. Je moet uitgaan van je eigen kwaliteiten. Anders zul je nooit gelukkig worden.”

Een essentiële reminder voor mensen die regelmatig wat tijd doorbrengen op sociale media, zeg ik. Nergens is het verlangen om het leven van een ander te leiden groter dan op Face­book en Instagram. “Sociale media brengen nooit het hele verhaal. Als ik op Face­book meld dat ik een iPhone 7 heb gekocht, schrijf ik er niet bij wat ik heb moeten doen om het geld bij elkaar te sparen. Je ziet alleen de blijdschap, niet de ontbering. Zo gaat het altijd.”

Ik vraag hem wat hij doet wanneer hij niet bezig is om de islam te verzoenen met de idealen van de verlichting. “Dan zoek ik rust”, zegt hij. “Als imam ontmoet ik veel mensen. Soms heb ik nood aan alleen zijn. Ik kan in mijn eentje op een bank in het park gaan zitten, rustig om me heen kijken en daar intens van genieten. Wanneer ik het gelukkigst ben? Als ik tijdens het lezen van een boek op een zin stuit die een leegte in mijn denken opvult. Het gevoel dat ik dan ervaar, grenst aan euforie.”

'Ik kijk altijd met vochtige ogen naar vrijwilligers die vluchtelingen uit het water helpen. Dan schaam ik me zelfs voor wat ík doe'

De rede speelt in zijn tien waarheden een behoorlijk dominante rol. Heeft zijn rationele zelf zijn emotionele zelf naar de achtergrond verdrongen? “Deels wel, ja. Zelfs wanneer ik mijn emoties zou moeten laten spreken, neemt mijn verstand vaak het woord. Dat vind ik niet altijd zo fijn van mezelf. Maar er zijn wel degelijk momenten waarop ik één en al gevoel ben. Ik kan tranen van ontroering ­huilen wanneer ik me tot God richt. En ik kijk altijd met vochtige ogen naar vrijwilligers die vluchtelingen uit het water helpen. Dan schaam ik me zelfs voor wat ík doe. Ik zeg dan wel dat ik de wereld aan het veranderen ben, maar het is een stuk makkelijker om met een kop koffie in de hand een beetje te filosoferen dan om je broekspijpen op te ­stropen en het koude water in te lopen.”

We Moeten Zoeken Naar Het Juiste Evenwicht Tussen ‘Memento Mori’ en ‘Carpe Diem’.

“‘Memento mori’ is het motto van het ancien régime en richt zich tot mijn religieuze ik: ‘Denk eraan dat je op een dag zult sterven en voor God zult moeten verschijnen.’ ‘Carpe diem’ is de leuze van de verlichting en richt zich tot mijn wereldse ik: ‘Pluk de dag, maak plezier en geniet van het leven.’ Ik wil tussen die twee een mooi evenwicht vinden: in het hier en nu leven, maar zonder de existentiële vraagstukken te negeren.

“Sommige mensen zijn zo gericht op het hiernamaals dat ze vergeten te leven. Ze zitten alle dagen in de moskee en denken: als ik maar genoeg bid, komt alles goed. Anderen zijn dan weer helemaal gefocust op hun werelds bestaan. Ze geloven nog wel in een leven na de dood, maar maken geen tijd meer voor meditatie en bezinning. Ik wil me ergens tussen die twee groepen bevinden. Ik wil – om het met de woorden van Ali, de neef van de profeet Mohamed, te zeggen – ‘werken voor het wereldse alsof ik eeuwig in leven zal blijven, en werken voor het hiernamaals alsof ik morgen zal sterven’.”

Ooit Zal Technologie Ons Dood Verklaren. Zoals Wij Met God Hebben Gedaan.

“Is de mens nog nodig? Dat wordt hét vraagstuk van de 21ste eeuw. Vroeger werden we bedreigd door externe factoren zoals natuurrampen. Vandaag bedreigen we onszelf via de technologie die we creëren. Een paar weken geleden hebben pioniers op het gebied van artificiële intelligentie, onder wie Tesla-baas Elon Musk, een brief geschreven naar de Verenigde Naties om te waarschuwen voor de gevaren van killer robots: wapensystemen die zonder sturing van de mens tot actie kunnen overgaan. ‘Killer robots’, stond in hun brief, ‘zullen zich tegen de mens keren en op een ongeziene schaal gewapende conflicten veroorzaken.’

'Het is hoog tijd om op technologisch gebied even op de rem te gaan staan'

“Ooit heeft de mens God dood verklaard. Ik ben bang dat deep intelligence met ons hetzelfde zal doen. In theorie kunnen we onszelf met de nodige regulering nog redden. Maar de technologische innovaties volgen elkaar in zo’n hoog tempo op dat wetgevers bijna altijd achter de feiten aanhollen. Ik hoop dus maar dat de VN de brief van Musk & co. ernstig nemen. Het is hoog tijd om op technologisch gebied even op de rem te gaan staan.”

Je Kunt Beter Trouwen Met Je Visie Dan Met Je Functie.

“Er zijn mensen die hun visie op de maatschappij aanpassen aan de functie die ze bekleden. Sommige politici, bijvoorbeeld. Ze zeggen: ‘Dit zijn mijn principes, maar als ze jullie niet bevallen, heb ik er nog andere.’ Zo wil ik niet zijn. Ik wil te allen tijde trouw blijven aan mijn missie. Welke functie ik ook uitoefen.”

Je Kunt Beter Trouwen Met Je Visie Dan Met Je Functie.
Beeld Karel Duerinckx

Gevraagd naar zijn eigen politieke ambities zei hij ooit: “Het is te vroeg om politiek al kleur te bekennen.” Ik merk op dat dat ongeveer klonk als: ja hoor, ik wil héél graag in de politiek gaan. Alleen nu nog niet. Hij lacht en zegt: “Ik wíl ook wel in de politiek gaan. Maar alleen als ik een relevant politicus kan zijn. Op dit moment heb ik het gevoel dat ik relevanter ben zónder politieke kleur. Ik kan gesprekken voeren met mensen uit verschillende politieke partijen en zo invloed hebben. Maar misschien komt er een dag waarop ik nog meer zal kunnen betekenen door wél tot een partij te behoren. Never say never.”

Rijk Zijn, Is Niet: Veel Bezitten. Rijk Zijn, Is: Niemands Bezit Zijn.

“Mensen die veel bezitten, bezitten vaak niks, behalve de schrik om hun bezittingen weer te verliezen. Ze betalen voor hun ‘rijkdom’ een hoge prijs: hun vrijheid. Alleen beseffen ze dat meestal pas op het einde van hun leven. Dan worden ze plots bang voor de dood omdat ze niet geleefd hebben zoals ze wilden. Daarom: maak er niet je levensdoel van om zoveel mogelijk te bezitten, maar om niemands bezit te zijn. Leid niet het leven dat je baas, je partner, je familie of je vrienden je voorspiegelen, maar het leven dat jíj wil leiden. Wie als een autonoom persoon door het leven gaat, is gelukkiger dan wie voortdurend andermans verwachtingen probeert in te lossen.”