David rozing

Vier redenen waarom je (niet) graag werkt

Er zijn mensen die - ondanks een zware job, gezin en veel huiselijk gedoe - heel graag gaan werken. Hermina Van Coillie is zo iemand. Ze is bovendien experte in motivatie. Dus zocht ze uit waarom ze (niet) graag werkt.

opinie
Opinie

Waarom werkt u? “Waarom werk ik?” Dit is een vraag die ik mezelf af en toe stel, en een vraag die mijn kinderen me al wat vaker stellen. Zij begrijpen soms niet waarom ik ’s avonds liever achter mijn laptop kruip in plaats van TV te kijken. Vind ik dat dan echt leuker? En ze vragen zich soms ook af waarom ik vol energie thuiskom na het geven of beluisteren van een boeiende lezing. “Ben je nu niet moe, mama?”.

Wel, uiteraard, soms wel, maar meestal geeft mijn werk me heel wat energie.En ondertussen weet ik ook waarom dit zo is. Er bestaat een wetenschappelijke term voor. En wetenschapper zijnde, stelt dat me altijd weer gerust. De term hiervoor is “autonome” motivatie. Ik ben “autonoom” gemotiveerd voor mijn werk. Deze term komt uit de zelfdeterminatietheorie (ZDT).

Wat wil dit nu zeggen?Wel, u kan een gedrag stellen omwille van ruwweg 4 grote redenen.

Eén

Omdat u dit wil en u dit graag doet. Dit kent iedereen als “intrinsieke motivatie”. U fietst veel omdat u graag fietst. U reist veel omdat u graag reist, u werkt veel omdat u graag werkt.

Maar… we doen toch ook heel wat dingen die we niet graag doen. Waarvoor we dus niet intrinsiek, maar extrinsiek gemotiveerd zijn. Intrinsieke motivatie is goed, en is zelfs ons streefdoel, terwijl extrinsieke motivatie inferieur zou zijn.

Want alles wat we graag doen, kunnen we beter en doen we beter. Moest dit zo zijn (en u hoort me al komen, het is dus zo niet), dan zou dit een heel beperkende zienswijze zijn. Want ook al doen we heel wat zaken graag, we doen zeker niet alles graag, en al zeker niet in de werkcontext.

Iedereen kan wel zeker 5 taken opsommen die hij thuis en op zijn werk niet graag doet (maar toch doet). Mijn top 5 in de thuissituatie: afwasmachine in en uitladen, op een zaterdagmiddag naar een overvolle Delhaize gaan, last-minute verjaardagscadeautje kopen voor feestje van dochterlief, ijs krabben (in de vrieskou) van mijn wagen en strijken. Vraag is dan, waarom doen we dit dan toch?

Twee

Omdat het zinvol is om dat te doen. Als u de afwasmachine niet inlaadt, worden de borden niet proper. Als u niet naar de winkel gaat, heeft u geen eten, als u dat pakje niet koopt, moet uw dochter met lege handen naar het feestje, en als u het ijs niet van uw voorruit krabt, kan u niet vertrekken. Dus ook al doen we het niet graag, toch doen we het.

En volgens de ZDT is dit even goed, zo niet zelfs beter dan intrinsiek gemotiveerd zijn. Want, heel belangrijk, de redenen waarom we deze gedragingen stellen, komen niet uit de taak zelf, maar van buitenaf. Dus we zijn “extrinsiek gemotiveerd”. Maar we kiezen er wel zelf voor. We kiezen er “autonoom” voor.

Dit is dus eveneens een vorm van autonome motivatie. Extrinsiek, maar autonoom. En dat is excellent.

Drie en vier

Maar er zijn nog 2 andere redenen om iets te doen. Soms vinden we iets helemaal niet zinvol (als we het niet graag doen). Misschien vind je het helemaal niet erg dat uw dochter geen cadeautje heeft. En toch gaat naar de winkel. Waarom?

Wel, omdat het moet. Ofwel van uzelf: u zou zich zeer schuldig voelen, moest u het pakje niet gaan kopen, ofwel van iemand anders: uw partner verwacht dat u dat pakje gaat kopen.

Hier zitten we dan bij reden 3 en 4. Interne en externe dwang. U stelt het gedrag omdat het moet, niet omdat u het wil.

En deze 2 redenen zijn nefast, leiden vaak tot negatieve gevolgen. 

Als u een gedrag stelt omdat het moet, dan bent u gecontroleerd gemotiveerd, en dat is niet zo goed.

Werknemers die gecontroleerd gemotiveerd zijn, hebben meer stress, hogere kans op burn-out, zijn vaker en ook langer ziek en zijn gewoonweg minder gelukkig op hun werk. Hun werk slorpt hun energie op. Dit terwijl autonoom gemotiveerde werknemers net energie krijgen van hun werk. 

En dat is nu net de reden waarom ik, moeder van 4 jonge kinderen (2-5-7 en 9 jaar) er volledig voor kies om te blijven werken. Ik ben heel graag mama, en mijn 4 kinderen geven me heel veel levensvreugde. Maar ik ben heel blij dat ik 4 dagen per week in de rol van “HR research experte” kan stappen.

Ik doe dat werk heel graag, en de facetten die ik niet graag doe (zoals rapporten nalezen, zien of alle voetnoten juist staan, onkostennota’s invullen), vind ik zinvol. Mijn werk zorgt ervoor dat ik gelukkig ben. En dat is wat ik antwoord als mijn kinderen verbijsterd toekijken hoe ik met een glimlach weer aan het werk ga, terwijl mijn man hun avondverhaaltje voorleest…

En trouwens, moest iemand zich afvragen wat er gebeurt mijn nummer 5 van de top 5, het strijken? Wel, zelfs de externe dwang kan me er niet toe aanzetten om te strijken, dus ik strijk gewoonweg niet.

Meest gelezen