De overlever in Thomas Buffel: ‘Af en toe moet ik me tegen mijn kop kloppen: geniet hier nu eens van’

© Jelle Vermeersch
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

Racing Genk wil dit seizoen top drie spelen en die ambitie bevalt Thomas Buffel wel. Ondanks de persoonlijke tragedie die hem begin dit jaar trof, blijft de 36-jarige aanvoerder zich helemaal smijten voor zijn sport. ‘Wie niet elke week scherp staat, wordt voorbijgesneld.’

Het is de laatste hete zomerdag. In de catacomben van het Genkse stadion schuiven spelers aan bij het buffet. Thomas Buffel heeft eerder gegeten om tijd te maken voor een interview. De kapitein van Racing Genk werd begin dit jaar getroffen door een tragedie: in januari overleed zijn echtgenote Steph aan darmkanker, na een strijd van drie jaar. Het Belgisch voetbal heeft er sterk in meegeleefd. ‘Zelfs mensen die ik amper ken, hebben me gesteund’, zegt Buffel. ‘Ik ben hen dankbaar.’

Racing Genk heeft na vijf speeldagen zeven punten en bevindt zich in de bovenste helft van de middenmoot. Gezien de ambities is dat niet goed genoeg. ‘Van onze start hadden we meer verwacht’, vertelt Buffel. ‘Er waren tegenstanders bij waar je op voorhand van dacht: die zijn te pakken. Maar makkelijke wedstrijden bestaan niet meer. Wie niet elke week scherp staat, wordt voorbijgesneld. De zogezegd kleine clubs zijn ook helemaal niet zo klein meer, vergis je niet. Vaak gaat het om spelers die net zijn afgevallen bij de topclubs. Toch blijft het klassement dat je nu hebt, met kleinere clubs aan kop en de topteams achteraan, niet duren. De kernen van de topclubs zijn breder, zij kunnen blessures opvangen. Doorgaans herstellen de krachtsverhoudingen zich naarmate de competitie vordert.’

Natuurlijk denk ik in mijn situatie eerst: wat is het beste voor de kinderen?

Volgende zondag speelt Genk uit op AA Gent. Zelf zult u er niet bij zijn: voor de tweede keer in uw carrière liep u tegen een rode kaart aan.

Thomas Buffel: We moesten tegen KV Mechelen absoluut winnen, of we raakten de aansluiting kwijt. Een strafschop werd door de videoref overruled, wat de adrenaline de hoogte injoeg. Het stond 1-0, de negentig minuten waren bijna om en ik beslis het tempo uit de match te halen, vanuit het idee: laten we alsjeblieft die drie punten over de streep trekken. Ik krijg onterecht een fout tegen en ga verhaal halen bij de grensrechter, die blijkbaar geen olifantenhuid had. ‘Geel voor Buffel’, zei hij in zijn microfoontje. Toen maakte ik de fout om nog eens te protesteren. De kalmte verloren? Nee, ik heb ervaring genoeg om te weten dat een verbale uithaal ervoor kan zorgen dat je bij een volgende fase de ref wél aan je kant krijgt. Ik dacht: hij zal het wel bij één keer geel laten. Niet dus. Dat moet ik accepteren. Ik was te fel, de wil om te winnen bleek te groot.

Maar door die punten tegen Mechelen leef je met meer vertrouwen toe naar Gent, wat hoe dan ook een belangrijke test wordt. De confrontaties met clubs uit de top zes maken of kraken je seizoen.

Speelt Genk het mooiste voetbal van België?

Buffel: Er zitten herkenningspunten in ons spel, een idee dat je als ploeg gezamenlijk naar het veld vertaalt. Die houvast is voor een speler ontzettend belangrijk, want het laat je toe om soepel, vloeiend voetbal op de mat te brengen. Ik kan me indenken dat de liefhebber inderdaad graag naar Genk komt. Mij gaat het er vooral om dat onze tegenstanders níét graag naar Limburg afreizen.

Uw ploegmaat Siebe Schrijvers noemt dit de beste Genk-kern die hij al heeft meegemaakt. Hij zit al vijf jaar bij de A-ploeg, u negen jaar.

Buffel: Qua individueel talent geef ik hem gelijk. We hebben vaardige, sierlijke voetballers zat. Van meer dan één jongen denk ik: die maakt nog een grote carrière. Maar beschikken we over de beste mix om resultaten te halen? Dat moeten we nog bewijzen. Voetbal draait evenzeer om maturiteit, communicatie, winnaarsdrang. Je moet een tegenstander bang kunnen maken, als het ware uitstralen dat je niet te kloppen valt. Vandaag is dat bij ons te weinig aanwezig.

Ik vergelijk het met de lichting die zes jaar geleden kampioen werd. Iedereen denkt: dat heb je te danken aan de supertalenten Thibaut Courtois en Kevin De Bruyne. Maar in die ploeg was een speler als David Hubert (nu bij Oud-Heverlee Leuven, nvdr) ook ontzettend belangrijk. Hubert trok zijn mond open en hield, louter door zijn persoonlijkheid, de ploeg bij elkaar. Dat missen we nu en op zich is dat ook niet zo raar. Het ligt voor jonge onervaren talenten niet voor de hand om een ploeg mentaal over te nemen, als je begrijpt wat ik bedoel. Zij focussen zich in eerste instantie op hun eigen spel.

Ik vond het mooi dat de club de ambitie uitsprak om top drie te spelen. Leg de lat maar hoog. Ik hou van de durf die je daarmee toont.

De overlever in Thomas Buffel: 'Af en toe moet ik me tegen mijn kop kloppen: geniet hier nu eens van'
© JELLE VERMEERSCH

U voetbalt met kerels die 18 jaar jonger zijn. Kijken zij naar u op?

Buffel: Ze hoeven niet hoog te kijken, ik ben maar een kleintje. (lacht) Het antwoord is nee: ik heb niet het gevoel dat ik een idool ben of was voor die mannen. Vandaag de dag zijn er andere Belgische voetballers die meer in de kijker lopen. Het klikt met die tieners, al staat het privéleven van een achttienjarige ver van mijn bed. Wanneer we over voetbal praten, ervaar ik geen generatiekloof. Leren van ervaren ploegmaats is zo belangrijk voor een jonge voetballer. Bij Feyenoord waren Paul Bosvelt en Pierre van Hooijdonk de mannen aan wie ik mij spiegelde. Ik heb daar gigantisch veel aan gehad.

Toby Alderweireld ging net als u als jonge speler naar Nederland. Dat heeft een grote impact gehad op zijn ontwikkeling als mens, maar hij is er ook erg eenzaam geweest.

Buffel: Ik ben enig kind en van nature eerder verlegen. Voetballen in Nederland dwong me uit mijn schulp. Voor je het weet, lopen die mondige Nederlanders over je heen. Mijn voordeel was: op een voetbalveld had ik die verlegenheid helemaal niet. Daar ben ik wél sociaal. Eigenlijk heb ik mijn persoonlijkheid als voetballer langzaam overgeplant op hoe ik ben naast het terrein.

Ik was blij als ik even naar huis kon, maar de eenzaamheid heeft nooit zo op mij gedrukt dat het me ongelukkig maakte. Ik zag het als een avontuur. Je eigen weg zoeken in een onbekende grootstad, op eigen benen staan: spannend toch? De tijd vloog voorbij.

Na Feyenoord kwam Glasgow Rangers. Het hoogtepunt?

Buffel: Qua resultaten misschien wel, al won ik bij Genk ook een titel en een beker. De Europese kwartfinale van vorig jaar koester ik als een van mijn grootste verwezenlijkingen in het voetbal.

Brengt dat nu rust? De carrière is al lang geslaagd.

Buffel: Goh, je kunt evengoed vragen: zat er niet nog meer in? Ik denk dat ik nog een stap hoger had kunnen zetten. Ik voetbalde nooit in de Premier League of de Primera División, maar wanneer ik zulke teams Europees tegenkwam met Genk of Rangers, dan toonde ik toch dat ik daar mijn voet naast kon zetten.

Als voetballer ben ik een kameleon: ik pas me aan aan de ploeg waarbij ik speel. Betere medespelers trekken mijn niveau omhoog. Mijn grote gebrek was dat ik fysiek nooit kon doorgroeien. Lichamelijk balanceerde ik op het randje, ik kon niks extra’s doen om sterker te worden. Met een beetje meer explosiviteit zag ik mezelf meedraaien aan de top.

Uw lichaam liet u in de steek?

Buffel: Misschien heb ik er ook heel veel van gevergd, dat kan ook. Overdreef ik in mijn jeugdjaren om toch maar de doorbraak te forceren? We zullen het nooit weten. Op mijn 27e liet ik me opereren aan mijn knieën. Ik wist dat een speler van die leeftijd, die opnieuw aan zijn lijf moest bouwen, geen grote transfer meer zou maken. Voetbal blijft een business. Racing Genk was een mooie kans die ik met beide handen gegrepen heb.

Als Rode Duivel maakte u de magere jaren mee.

Buffel: Was het leuk om Rode Duivel te zijn terwijl je vaak verliest? Ondanks alles toch wel. Ik was altijd trots om voor mijn land te spelen. Eén keer plaatsten we ons bijna voor een groot toernooi, maar scheidsrechter Pierluigi Collina onthield ons een loepzuivere strafschop (in de voorronde van het EK 2004, nvdr.). Fluit hij wel, dan krijg je een heel andere vibe, denk ik. Nu was het: teleurstelling, spelers die afhaken, zoeken naar een nieuw elan. Dat heeft lang geduurd maar vandaag plukt België er wel de vruchten van. Vincent Kompany, Jan Vertonghen en Thomas Vermaelen waren er in de magere jaren al bij. De negatieve ervaringen deden de jongeren van toen aan elkaar klitten.

Voetbal blijft een business. Racing Genk was een mooie kans die ik met beide handen gegrepen heb

Bent u na negen jaar Genk een clubspeler geworden of bestaat dat niet meer?

Buffel: Ik vind het wel fijn dat ik zolang bij dezelfde ploeg gebleven ben. Genk spoorde precies met wat ik zocht: een stabiele, ambitieuze club met een warme achterban. Dat is de rode draad in mijn carrière: Genk, Feyenoord en Glasgow Rangers lijken sterk op elkaar. Het moest een club zijn met fanatieke supporters, want voor hen doe je het toch. Een voetballer wil uiteraard carrière maken en goed geld verdienen. Maar zonder de passie van de fan betekent het al bij al weinig.

In de zomer was Club Brugge in u geïnteresseerd. De supporters van Genk begonnen een petitie om u te doen blijven.

Buffel: Dat heb ik zeker geapprecieerd, al was het niet de enige factor. Natuurlijk denk ik in mijn situatie eerst: wat is het beste voor de kinderen? Wil ik hen verhuizen terwijl je nog naar structuur zoekt in het leven van alledag? Dat leek me te hectisch. Ik heb niet gewacht tot Club een concreet voorstel deed. Het voelde als een opluchting.

Een Belgische topclub haalt niet snel een 36-jarige. Stevig compliment.

Buffel: Bij Brugge hebben ze gezien welke waarde Timmy Simons heeft in hun kleedkamer. Ik denk dat men in mij een soort mentale opvolger zag. Iemand die de jongeren aanstuurt, maar ook op het terrein nog belangrijk kan zijn.

Carrières duren niet eeuwig. Snakt u stilaan naar een ander leven of denkt u: was ik nog maar 20?

Buffel: Het zit wel in mijn hoofd: binnenkort komt er een dag dat ik niet naar de training hoef. Ik zal tijd en energie hebben voor zaken waar ik nu niet aan toe kom. En welke weg ga ik dan uit? Mijn vrouw Steph heeft altijd gezorgd dat ik optimaal voor mijn voetbal kon gaan. Nu moet ik ook andere taken opnemen en zoiets leer je niet van vandaag op morgen. De tweeling vraagt veel energie, in november worden ze vier. Het zijn fantastische kereltjes, ik trek me op aan hun enthousiasme. Ze groeien ook zo snel.

Af en toe moet ik me tegen mijn kop kloppen: geniet nu eens van wat je vandaag meemaakt. Voetballen blijft het mooiste wat er is. Voor die passie deed ik een leven lang opofferingen en alle mensen rondom mij ook. Dat mag ik niet zomaar uit handen laten glippen.

Eén zijproject maakt in Limburg furore: uw eigen merk van gin.

Buffel: Een vriend van een vriend ontwerpt ginsmaken. Daardoor kreeg ik vorig jaar het idee om een unieke ginsmaak te serveren op mijn trouwfeest toen. Alle gasten vroegen waar ze die gin konden kopen. We maakten een eerste lading en voor we het wisten sprongen distributeurs erop. In het eerste jaar zijn er al 11.000 flessen Buffel-gin gebotteld.

Ik werk ook aan een boek. Geen biografie maar een educatief werk, gericht op de jonge voetballer en zijn ouders. Hoe groei je technisch, tactisch en medisch in een veeleisende sport, die vanaf erg jonge leeftijd ook zakelijk en hard kan zijn? Hoe ga je om met fans en media? We leggen er momenteel de laatste hand aan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content