Een sms’je, net voor een speciale spoedvergadering over zijn “slordige” boekhouding. In die sms: de droge melding dat hij stopt als penningmeester van de kerkfabriek en niet naar de vergadering zal komen. Een dag later gevolgd door een kartonnen doos vol paperassen die hij stiekem voor de deur van de pastoor gaat droppen. Het verdwenen geld zit er niet in.

Sinds die dag, 22 april, lijkt William Van Hecke (50), met de noorderzon verdwenen. “En dat is gezien de stand van zaken bijzonder verontrustend”, zegt burgemeester Filip Gijssels.

Die stand van zaken: een gat van 400.000 euro in de jaarrekeningen van de lokale kerkfabriek Onze-Lieve-Heer-Hemelvaart. Gecreëerd in een tijdspanne van amper 2,5 jaar. Van Hecke zou intussen ook een scheiding achter de rug hebben en het vakantiecentrum dat hij bezat in allerijl verkocht hebben. Het huis zou hij overgelaten hebben aan zijn vrouw. “Alles om zich zo snel mogelijk onvermogend te laten maken”, zeggen kwatongen in het dorp. “Want de schuldeisers staan klaar.”

Wat met al dat geld gebeurd is, is onduidelijk. Van Hecke hield er eigenlijk geen luxeleventje op na. Hij genoot als bisschoppelijk afgevaardigde de jarenlange steun van het Gentse bisdom en stond in het dorp gekend als braaf en innemend. En als de eerste kritische vragen over zijn “slordige” boekhouding kwamen van zijn collega’s bij de kerkfabriek, zei hij altijd dat “alles in orde ging komen”.