We spoelen even terug naar 9 januari 2007. Ik herinner me die dag nog levendig. Ik zat toen op de redactie van Het Journaal en zag op de beelden van internationale nieuwsagentschappen hoe het publiek dolenthousiast reageerde toen Steve Jobs de eerste iPhone uit zijn zak toverde. Even daarvoor sprak hij deze woorden:  ”Today we are presenting 3 devices in one: a widescreen iPod, a revolutionary Phone and an Internet Device.”

Met die innovatie schreef het bedrijf van wijlen Steve Jobs geschiedenis, maar van die innovatie van toen blijft vandaag weinig meer over. De belangrijkste vernieuwingen binnen het smartphone-gamma komen tegenwoordig van Google, Samsung, Huawei of zelfs de Chinese Xiaomi. 

Dat was ooit anders. In 2007 was Apple nog een computerbedrijf dat zich op de markt van de smartphones begaf. In die tijd had ik een Sony Ericsson C510. Toen een zeer goed toestel met een 3.2 MP camera. Je kon er deftige foto’s mee nemen, surfen ging heel rudimentair, en bellen en sms’en ging heel vlot. Maar het was geen smartphone,  je kon er met andere woorden geen applicaties op zetten. Daarvoor had ik een PDA (Personal Digital Assistant) van HP,  zowat de voorloper van de smartphone. Die draaide op een mobiele versie van Windows en de software die je erop installeerde was eerder een miniatuurversie van de versie die je op de computer had. De PDA was heel onhandig, had een zwakke processor,  lag moeilijk in de hand en je kon er niet mee bellen. Je had altijd 2 toestellen op zak: een gsm en een pda. 

Wat Steve Jobs heeft gedaan was eigenlijk simpel. Hij bracht het beste van de GSM en de PDA samen in 1 toestel. Nu lopen we allemaal rond met een smartphone, we gebruiken ons toestel niet enkel meer om te telefoneren. De smartphone is onze verbinding met de wereld geworden. Met onze smartphone nemen we foto’s, maken we filmpjes, zijn we via social media geconnecteerd met de wereld. Met de ingebouwde sensoren meten we onze hartslag en ons slaapritme. We rijden er vlotjes mee van punt A naar punt B dankzij de ingebouwde GPS. We betalen er onze rekeningen mee en online shoppen ging nooit zo vlot. Maar hoe is het zo ver gekomen? 

Toen de eerste iPhone in 2007 uitkwam, waren Blackberry en Nokia dé belangrijkste spelers.  De Blackberry (Canada) was de telefoon van de bedrijfsleiders en managers. Het toestel stond vooral bekend om zijn stabiel besturingssysteem en zijn applicatie om mails te versturen.  Die mails werden steevast ondertekend met "Sent From My Blackberry’". Als je een mail kreeg die zo eindigde, dan wist je dat de afzender een belangrijk persoon was. 

Nokia (Finland) was markleider en had een heel breed gamma aan toestellen. Het waren goedkope gsm’s die nauwelijks stuk te krijgen waren, denk maar aan de heruitgebrachte 3310, en duurdere toestellen met toetsenbord zoals de Nokia 9500. Dat was een revolutionair toestel dat je kon openklappen. Nadien, eigenlijk als het kalf al verdronken was, kwam Nokia met een Blackberry-kloon, de Nokia E71. 

Tien jaar later zijn beide bedrijven nog maar een schim van zichzelf. Blackberry heeft zich na de zoveelste overname toegespitst op de ontwikkeling van software en verkoopt nauwelijks nog smartphones. Hun laatste toestel, de KEYone, combineert een fysiek toetsenbord met touchscreen. Echt handig is dat niet en dat zien we ook aan de lage verkoopcijfers.

Nokia werd in 2014 overgenomen door Microsoft, deze deal kwam er vooral tot stand omdat Nokia onder druk werd gezet om haar eigen besturingssysteem, de Symbian, te laten vallen voor die van Microsoft. Ondertussen kreeg Nokia een doorstart dankzij HMD Global. Dat is een klein Fins bedrijf dat toestellen op de markt brengt en de naam “Nokia” erop mag zetten. Hun laatste toestel, de Nokia 8, is een zeer verdienstelijk poging om Nokia terug op de rails te krijgen.  

Waar liep het mis? Blackberry en Nokia geloofden heel sterk in hun eigen besturingssysteem. Belangrijker nog is dat ze de voordelen van applicaties, niet zagen aankomen.

Apple zag dit wél in, mede dankzij het succes van iTunes. Het succes van de iPhone gaat ontegensprekelijk hand in hand met die van de App Store. Door apps aan te bieden, die je met 1 druk op de knop kon installeren op je IPhone, kreeg Apple er nieuwe klanten bij die de IPhone gingen gebruiken voor méér dan alleen maar een telefoongesprek. De gsm werd jouw digitale connectie met de wereld. Ondertussen zijn er in de App Store meer dan 2 miljoen apps. 

De iPhone voelde heel intuïtief aan en had geen fysiek toetsenbord. Daardoor kon het scherm maximaal gebruikt worden. Door vingerbewegingen ging je van de ene app naar de andere. Toen voelde het nog heel raar aan, maar nu heeft "swipen" het zelfs tot een werkwoord geschopt.

De komst van de iPhone werkte als een magneet voor andere merken. Toeval of niet, maar het jaar na de release werd het eerste Android-toestel gelanceerd. Apples grote concurrent Google zag snel het potentieel invan applicaties en kocht prompt een kleine startup genaamd Android. Android ging dan het besturingssysteem ontwikkelen voor smartphones en via de Play Store kon je apps downloaden. Op dit moment zijn Android van Google en iOS van Apple de belangrijkste besturingssystemen voor smartphones. 

Wat brengt de toekomst? Het is nog even afwachten hoe de techwereld zal reageren na de voorstelling morgen. Feit is dat de wereld van de smartphones er totaal anders uitziet dan 10 jaar geleden. De belangrijkste concurrenten van Apple zien er nu helemaal anders uit.

De te duchten rivalen zijn Samsung, Huawei, Google met zijn Pixel, Oneplus One, LG, HTC en andere kleinere merken.  Door zich bovenaan het segment te positioneren, met een startprijs van vermoedelijk 999 euro, wil Apple zich distantiëren van de rest. Maar de anderen geven zich niet gewonnen. Achter de schermen is Apple sterk afhankelijk van Samsung, dat de OLED-schermen levert. De OLED schermen worden op de nieuwe iPhone gemonteerd. Apple gaat ook bij de Zuid-Koreaanse LG aankloppen voor de zo gegeerde OLED-schermen. 

Daarnaast wint bijvoorbeeld Huawei aan maturiteit. Apple-fans willen dit niet horen, maar Huwawei is al lang niet meer dat Chinees bedrijf dat zomaar alles kopieert.

Met de introductie van de Kirin 970, hun nieuw processor die werkt met de hulp van Artificiele Intelligentie, toont Huawei dat ze zich ook met de grote jongens willen meten. Huawei heeft al laten weten dat de Kirin 970 het kloppend hart zal worden van de Mate 10. 

De vorige 2 versies van de iPhone werden niet met heel veel enthousiasme onthaald. Vandaag, één dag voor de release lijkt iedereen te hopen dat Apple ons nog kan verbazen. Afspraak morgenavond om zeven uur. 

Lees ook: onze analyse over Snapchat