Direct naar artikelinhoud
Opinie

Met alle besparingen dreigt men De Lijn te wurgen

Met alle besparingen dreigt men De Lijn te wurgen
Beeld belga

Jan Coolbrandt is nationaal secretaris van ACV Openbare diensten.

Het dossier over het Vlaamse mobiliteitsbeleid in De Morgen heeft toch heel wat losgeweekt. (DM 4/9-9/9) Openbaar vervoer is en blijft een hot item. Gelukkig maar. Wij zijn alvast blij met een publiek debat.

Jan Coolbrandt .Beeld Twitter

Basismobiliteit versus Basisbereikbaarheid

Met het concept ‘basisbereikbaarheid’ wordt voorgoed afstand genomen van een te genereus aanbod-gestuurd mobiliteitsbeleid van het verleden. Betreuren wij dat? Neen.

Toch had het oude concept ook zijn verdiensten. Elke Vlaamse burger had recht op een kwaliteitsvolle gegarandeerde minimumservice van het tram- en busnet. Bovendien kon het recht ook worden afgedwongen.

Dit recht van de reiziger zorgde er voor dat de reiziger ook in rurale gebieden, het zogenaamd streekvervoer, aan zijn trekken kwam. Hiermee werd volop ingezet op O.V.- gebruikers zonder wagen, pendelaars, kwetsbare groepen , enz,… Een sociaal en inclusief beleid!

Met het nieuwe concept basisbereikbaarheid vervalt de garantie en het recht van de reiziger. We zullen moeten afwachten of de reiziger in de streek nog voldoende regulier en kwalitatief hoogstaand aanbod zal hebben. Men benadrukt dat dit zeker het geval zal zijn.

We zullen moeten afwachten of de reiziger in de streek nog voldoende regulier en kwalitatief hoogstaand aanbod zal hebben

We zullen moeten afwachten of de reiziger in de streek nog voldoende regulier en kwalitatief hoogstaand aanbod zal hebben. Men beweert ook dat door meer inspraak van de steden en gemeenten, wat wij toejuichen, er nog beter zal kunnen worden ingespeeld op de specifieke lokale behoeften. Het vervoer op maat of ‘the last mile’ komt in handen van deze steden en gemeenten die hiermee net kunnen inspelen op deze lokale behoeften.

Toch maken wij ons hierover zorgen. Meer nog, wij vrezen dat occasioneel vervoer op oproep het regulier vervoer zal verdringen. Met alle gevolgen vandien voor de reiziger. Mogen wij ook vragen stellen omtrent de kwaliteit van dit vervoer? Onder welke loons - en arbeidsvoorwaarden zal dat vervoer worden georganiseerd? Met andere woorden: met een goed opgeleide en correct betaalde chauffeur achter het stuur?

Wij vrezen dat occasioneel vervoer op oproep het regulier vervoer zal verdringen

Met betrekking tot de gelaagdheid van het O.V.-net willen wij toch nog eens onderstrepen dat alles valt of staat met o.a. de verantwoordelijkheid van de steden en gemeenten die resoluut moeten kiezen voor het openbaar vervoer. Stiptheid, frequentie en snelheid zijn cruciaal en onmogelijk te realiseren zonder hun actieve medewerking.

De grote uitdaging van De Lijn

Vandaag is De Lijn interne operator en exploiteert samen met de pachters het geregeld vervoer in Vlaanderen. In 2020 moet De Lijn bewijzen dat ze modern, efficiënt en performant is en dat ze de concurrentie met de private sector aankan. Europese regelgeving legt deze voorwaarde op.

Uiteraard is dit voor de toekomst van het bedrijf en zijn werknemers van zeer groot belang. Het voorstel om de organisatiestructuur van De Lijn efficiënter te maken en de beslissingslijnen korter te maken past dus in deze visie. 

Wij zijn het er mee eens dat na 25 jaar ( oprichting van De Lijn dateert van 1992) de structuur en de organisatie wordt hertekend. Er is ondertussen heel wat veranderd. Indien wij morgen met de nieuwe structuur beter en efficiënt en goedkoper kunnen werken, zijn wij niet tegen. Alleen, het mag niet ten koste gaan van de reiziger en ook niet van de werknemers in deze sector.

Indien wij morgen met de nieuwe structuur beter en efficiënt en goedkoper kunnen werken, zijn wij niet tegen. Alleen, het mag niet ten koste gaan van de reiziger en ook niet van de werknemers in deze sector

Tevens vragen wij dat de middelen die men bespaart ook door De Lijn mogen worden gebruikt om haar organisatie en aanbod daar waar nodig te verbeteren of te versterken. Met andere woorden: deze besparingen mogen en kunnen niet van het exploitatiebudget worden afgeroomd.

Schaarse middelen

Het staat buiten kijf dat er zwaar is bespaard. Tientallen miljoenen zijn reeds bespaard en er zullen nog tientallen miljoen worden bespaard. Wij zeggen dat dit niet meer houdbaar is. Op deze manier dreigt men De Lijn te wurgen, met als gevolg een slechtere dienstverlening en minder aanbod voor de reiziger.

De minister verwijst vaak naar de grote stijging van het investeringsbudget, naar de tramlijnen die ofwel worden aangelegd, of verlengd. Wel nu, mijnheer de minister, De Lijn moet nog wel de middelen hebben om deze netten te exploiteren. Of gaat men er gewoon van uit dat er wel ergens anders in de dienstverlening zal worden gesnoeid?

Mogen wij er nogmaals aan herinneren dat De Lijn ondertussen de opbrengst ‘tax shift’ ontloopt? Wie lost dit probleem op?

Toekomstperspectief voor de werknemers

De komende maanden en jaren wordt dit nieuwe beleid uitgerold. Het is niet zo dat de reiziger hier op korte termijn iets van zal merken. Ondertussen moet De Lijn en haar partners, de pachters, er voor zorgen dat de reiziger elke dag opnieuw stipt en in goeie omstandigheden wordt vervoerd. Elke dag geven duizenden medewerkers het beste van zichzelf.

Met andere woorden, er worden inspanningen gevraagd van De Lijn en zijn medewerkers, en bij uitbreiding de pachters, maar welk toekomstperspectief wordt hen geboden?

Er worden inspanningen gevraagd van De Lijn en zijn medewerkers, en bij uitbreiding de pachters, maar welk toekomstperspectief wordt hen geboden?

Het belang en vooral de noodzaak van een goed geolied sociaal overleg en een goed sociaal klimaat binnen de sector moet in deze niet meer onderstreept worden.