Een minimum aan pensioenfatsoen

Er speelde zich de voorbije week een schabouwelijk slecht georkestreerd toneel af rond de pensioenmaatregel van het zomerakkoord. Snel budgettair geldgewin lijkt vooralsnog belangrijker dan de uitrol van een echte pensioenvisie. Daar moet dringend verandering in komen want er is al veel kostbare tijd verloren. De opzet van een duurzaam pensioensysteem is niet bepaald een raketwetenschap.  

opinie
Opinie

De pensioenfactuur is duur

Ons land kampt net zoals de hele westerse samenleving met forse demografische tegenwind. We kunnen helaas niet om de budgettaire impact heen. Tegen 2040 zullen er voor elke 65-plusser nog slechts twee potentiële werknemers zijn. Vandaag zijn dat er nog iets meer dan drie, in 1980 waren dat er nog vier.

Ons pensioenstelsel is vooral gebaseerd op repartitie waarbij de huidige pensioenen worden gefinancierd door de bijdragen van de werkende bevolking. Dat systeem werd net na de Tweede Wereldoorlog ingevoerd toen de gemiddelde levensverwachting slechts 65 was. Die bedraagt intussen 82 jaar en zal blijven oplopen. Maar de gemiddelde leeftijd waarop mensen effectief op pensioen gaan is de voorbije decennia stevig gedaald van 64 jaar in 1970 tot 59 jaar vandaag. Die combinatie vertaalt zich uiteraard in hogere pensioen- en gezondheidsuitgaven.

In 2016 bedroegen de budgettaire kosten van de vergrijzing 25,3% van het bbp. Het jongste verslag van de Studiecommissie voor de Vergrijzing voorziet dat het cijfer tegen 2040 oploopt tot 28,5% van het bbp. Dat komt overeen met een stijging van 14 miljard euro. Bovendien is de kans reëel dat de kost substantieel hoger uitvalt. De toekomstige productiviteitsgroei wordt immers nogal optimistisch ingeschat. Uit voorzorg rekenen best niet al te veel op de robots.  

Kostbare tijd verloren

Ons land etaleert zich op vlak van de overheidsfinanciën en de vergrijzing niet bepaald als een vooruitstrevende leerling. Na de begrotingsinspanningen in de jaren tachtig tijdens de opeenvolgende regeringen Martens en de besparingen in het kader van het Globaal Plan onder Dehaene om toe te treden tot de eurozone vergleed ons land in gemakzucht. De rentebonus die ontstond als gevolg van de dalende interestvoeten werd volledig opgesoupeerd. Het gaat om zo’n dikke 10 miljard in euro’s van vandaag.

En wat met het in 2001 opgerichte Zilverfonds? Dat fonds moest een spaarpot aanleggen om de toekomstige vergrijzingskosten op te vangen. Maar het werd al gauw duidelijk dat het een zoethoudertje was in plaats van een appeltje voor de dorst. Inderdaad, eenvoudig gezegd werd er 100 in de pensioenpot gestoken. Die werd er vervolgens weer uitgehaald voor de dagdagelijkse overheidswerking tegen de belofte om ze er ooit weer in te stoppen. In mei 2016 werd dan ook uiteindelijk beslist om het Zilverfonds op te doeken met als argumentatie dat het inderdaad ging om een lege doos. De truc met de duif is grappig moest het niet zo triest zijn.

Deze zomer stelde Daniel Bacquelaine, federaal minister van Pensioenen, zijn oriëntatienota voor aan de sociale partners. Dat is maar liefst drie jaar nadat de commissie Pensioenhervorming onder leiding van professor Frank Vandenbroucke zijn visienota met het puntensysteem presenteerde. Dit suggereert dat er weerom kostbare tijd verloren is gegaan.  

Mirakeloplossingen noch doemdenken

In essentie komt het erop neer om meer mensen langer aan de slag te krijgen. Dat kan door werken fiscaal aantrekkelijker te maken maar ook door permante opleidingstrajecten te voorzien, door de vroegtijdige uitstroom uit het onderwijs beter tegen te gaan, alternerend leren en bedrijfsstages in te voeren op alle onderwijsniveaus. Deze oplossingen gaan hand in hand met het concept van de afgeschafte pensioenbonus – deze werd eigenaardig genoeg onder deze regering opgedoekt - maar vloeken anderzijds met het bestaan van de mogelijkheid van brugpensioen.

De invoering van een eenvoudig puntensysteem kan er veel sneller voor zorgen dat de gemiddelde loopbaan langer wordt

De invoering van een eenvoudig puntensysteem, waarbij pensioenpunten worden verzameld per gewerkt jaar die dan later worden omgezet in een echt pensioenbedrag, kan er veel sneller voor zorgen dat de gemiddelde loopbaan langer wordt. Dan nog zal er tussen de sociale partners gediscussieerd moeten worden over de precieze invulling, bijvoorbeeld rond de zogenaamde zware beroepen. Maar het biedt tenminste een stevig en transparant raamwerk en gaat de huidige indruk van improvisatie tegen.

Samen met een bredere uitrol van de tweede pensioenpijler zal de bevolking daardoor veel meer vertrouwen krijgen in de betaalbaarheid van de pensioenen. Vele andere landen namen al een voorsprong. Het zou eveneens het communicatiegestuntel van de voorbije dagen vermijden. Ook bij ons wordt het hoog tijd voor een beetje pensioenfatsoen. Doen.   

 

VRT NWS wil een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Meest gelezen