De premier bezocht een opvangkamp in Ukhiya in het zuiden van het land, vlakbij de grens met Myanmar. Daar zitten duizenden Rohingya bijeengepakt die de voorbije weken uit Myanmar gevlucht zijn voor het geweld.

"Ik heb geen woorden om de wreedheden te beschrijven en om Myanmar te veroordelen", zei premier Hasina (foto onder). "We zullen geen onrechtvaardigheid aanvaarden". Tegelijk beloofde ze de vluchtelingen tijdelijke hulp, maar ze eist wel dat Myanmar op termijn de verdreven vluchtelingen terug binnen laat. Dat laatste zal niet gemakkelijk zijn, want volgens Myanmar zijn de Rohingya geen Myanmarezen en buitenlanders.

Toen de huidige geweldgolf op 25 augustus uitbrak, waren er al 313.000 geregistreerde Rohingya-vluchtelingen in Bangladesh. Sindsdien zijn er al zeker 370.000 bijgekomen. Bangladesh is op zich al overbevolkt en erg arm en kan die opvang niet aan. De Verenigde Naties, Australië, Indonesië en Maleisië hebben hulp gestuurd om de vluchtelingen te helpen, maar er is een groot tekort aan voedsel, drinkwater, medicijnen en tenten en bovendien komen er elke dag duizenden nieuwe vluchtelingen uit Myanmar bij.  Morgen komt de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties samen over de kwestie. De regering van Myanmar heeft met het oog daarop Rusland en China gevraagd om al te sterke maatregelen tegen het land tegen te houden.

Intussen heeft de Britse omroep BBC in het grensgebied tussen Myanmar en Bangladesh gesproken met de eerste slachtoffers van landmijnen. Die verboden wapens zouden daar door het leger van Myanmar gelegd zijn om de eventuele terugkeer van Rohingya in de toekomst te verhinderen.

Eén van hen was een jongen van 15 jaar die op een landmijn liep toen hij met zijn moeder de grens wou oversteken. Hij heeft beide benen verloren en zou weinig kans maken om te overleven. Ook zijn moeder raakte daarbij gewond. In hetzelfde ziekenhuis heeft de BBC ook een vrouw gesproken die ook zwaar gewond is geraakt door een landmijn. Eerder had het persbureau AP ook al foto's verspreid van een Rohingya-vrouw die op de vlucht op een mijn was gestapt (foto boven).

Die mijnen zijn enkele jaren geleden door een internationale conventie verboden, maar Noord-Korea, Syrië en Myanmar hebben die niet ondertekend.