Direct naar artikelinhoud
Analyse

Camerons 'cadeau' aan May

'De erfgenaam van Tony Blair', noemde David Cameron (49) zichzelf tien jaar geleden. Met bewondering had hij gezien hoe de Labour-leider zijn partij had gemoderniseerd en verkiesbaar had gemaakt. Vandaag verlaat hij Downing Street 10. Wat heeft hij bereikt?

"De samenleving bestaat wel degelijk", zei Cameron tien jaar geleden in een reactie op Margaret Thatchers beroemde adagium. "Het is alleen niet hetzelfde als de staat." Zo positioneerde Cameron zich als een moderne en barmhartige leider van de Conservatieven. Hij droomde hardop over de 'Big Society', waarin burgers actief deelnemen aan het beter maken van hun leefomgeving. Over een tolerante samenleving waarin etniciteit, afkomst en geaardheid irrelevant zijn.

Hierin is hij als premier deels geslaagd. Zijn regering vergat een groene milieupolitiek al snel en afkomst bleef een grote rol spelen, onder meer op Downing Street, waar Cameron zich omringde met van Eton afkomstige functionarissen. Een belofte die hij wel hield, was het verhogen van de ontwikkelingshulp. Van alle grote westerse landen geven de Britten het meeste aan armere landen.

In Brussel had Cameron te veel vijanden gemaakt, in eigen land onderschatte hij het opstandige gemoed onder de bevolking

Zijn belangrijkste nalatenschap op sociaal gebied is de legalisering van het homohuwelijk, waarbij Cameron ongevoelig bleek voor kritiek vanuit zijn eigen partij. Een andere belangrijke beslissing was het begraven van Labours plannen om identiteitskaarten in te voeren.

Cameron kwam in 2010 aan de macht, twee jaar na de kredietcrisis. Het was de taak van de door hem geleide coalitie om de financiële augiasstal op te ruimen die zijn voorgangers ervan hadden gemaakt. Bezuinigen, bezuinigen, bezuinigen, luidde het motto. Daarbij kon hij de indruk niet wegnemen dat het de ideale dekmantel was om de rol van de staat, sterk gegroeid onder Gordon Brown, te verkleinen. Het leidde tot kritiek van de Labour-oppositie en het Internationaal Monetair Fonds, maar de economie herstelde zich, al ging dat trager dan gehoopt.

Leiderschap

Bij zijn aantreden had Cameron beloofd om het 'One Nation'-ideaal, vergeten tijdens de Thatcher- en Blair-jaren, in ere te herstellen. Er moest een natie komen waarin geen enkele burger zich achtergesteld zou voelen. De laagstbetaalden gingen minder belasting betalen, maar dat positieve effect werd tenietgedaan doordat veel van de bezuinigingen juist deze groep troffen. Het verloren brexitreferendum was niet alleen een oordeel over de EU en immigratie, maar ook over de economische ongelijkheid.

In de vroege ochtend van 7 mei 2010, nadat zijn Conservatieve Partij de verkiezingen had gewonnen, maar geen meerderheid had behaald, verraste Cameron door de Liberaal-Democraten te vragen een coalitie te vormen. Het nemen van ondubbelzinnige beslissingen op belangrijke momenten was Cameron ten voeten uit. Nick Clegg accepteerde het aanbod en de twee leidden een naar omstandigheden stabiele regering.

In het Lagerhuis toonde Cameron zich heer en meester. Hij was een echte parlementariër. Dat bleek toen Cameron het parlement het laatste woord gaf over militair optreden in Syrië, een stemming die hij door slap partijmanagement zou verliezen. Tegelijkertijd was hij niet te beroerd om de bevolking grote vraagstukken voor te leggen. Hij hield ook referenda over een nieuw kiesstelsel en de Schotse onafhankelijkheid.

Cameron gaat de geschiedenisboeken in als de brexitpremier. Zijn probleem bij het uitschrijven van het referendum was een gebrek aan inschattingsvermogen. In Brussel had hij te veel vijanden gemaakt, in eigen land onderschatte hij het opstandige gemoed onder de bevolking. Nu is hij de schlemiel. Wanneer de brexit over tien jaar de juiste beslissing blijkt te zijn geweest, dan kan hij rekenen op eerherstel als premier die per ongeluk een glorieuze revolutie heeft teweeggebracht.