Amnesty: "Myanmar gebruikt techniek verschroeide aarde om terugkeer Rohingya te beletten"
De mensenrechtenorganisatie Amnesty International uit zware kritiek op Myanmar wegens wat het etnische zuiveringen van Rohingya-moslims noemt. Amnesty baseert zich op getuigenissen, video's en satellietbeelden van brandhaarden.
Uit die analyse besluit Amnesty dat er een duidelijk en systematisch patroon van misbruik is: "het leger omsingelt een dorp, schiet op burgers die in paniek wegvluchten en steekt de huizen in brand. In juridische termen spreken we over misdaden tegen de mensheid, systematische aanvallen op burgers en gedwongen deportatie".
Harde woorden, maar Amnesty sluit zich zo aan bij wat VN-secretaris-generaal Antonio Guterres gisteravond al zei: etnische zuivering. Nu komt daar "misdaden tegen de mensheid" bij.
Amnesty staat daarbij niet alleen, want dat die feiten werden eerder al bevestigd door Jonathan Head, de BBC-journalist die eerder tijdens een "geleid bezoek" van het Myanmarese leger door de deelstaat Rakhine kreeg en daar brandende dorpen zag. Volgens het leger werden die in brand gestoken door Rohingya zelf, maar Head kon brandstichters van de boeddhistische Rakhine betrappen en bovendien werden ook moskeeën in brand gestoken.
Amnesty erkent dat het geweld ook van Rohingya-rebellen komt en dat er in Rakhine 27.000 boeddhisten en hindoes op de vlucht zijn, maar klaagt aan dat het Myanmarese leger overmatig geweld gebruikt met de bedoeling om het grootste deel van de Rohingya naar buurland Bangladesh te verjagen.
Cox's Bazar: 2 eeuwen vluchtelingencrisis
De vluchtelingenkampen liggen rond de stad Cox's Bazar in Bangladesh. Die stad heeft een traditie met vluchtelingen uit Arakan/Rakhine, want ze is genoemd naar Hiram Cox, een ambtenaar van de Britse East India Company die eind de 18e eeuw Bengalen en later heel India in bezit nam.
Cox was in 1796 ambassadeur van de Company in Birma en nadien bestuurder van het oosten van Bengalen. Daar organiseerde hij op grote schaal de opvang van duizenden vluchtelingen uit de Arakan/Rakhine-streek, waar nu de Rohingya wegvluchten.
Die vluchtelingen waren zowel boeddhistische Rakhine als islamitische Rohingyi die toen een toevlucht zochten voor de brutale onderdrukking door het Birmaanse rijk dat in 1784 de Arakan/Rakhine had veroverd en op grote schaal de bevolking deporteerde om monumenten in de Birmaanse hoofdstad Mandalay te bouwen. Twee eeuwen later staan we dus blijkbaar opnieuw voor een grote vluchtelingenstroom.