Goedkoop medicijn in nieuwe verpakking fors duurder verkocht

© tdp

Er komt strenger toezicht op de prijs van geneesmiddelen. Minister van Economie Kris Peeters (CD&V) duldt niet langer dat producenten bij hun prijs­aanvraag bewust vaag blijven over hun ­reële kosten. De administratie krijgt nu het recht de boekhouding op te vragen. ­De maatregel komt er nadat is gebleken dat goedkope geneesmiddelen uit het buitenland hier soms als dure merkgeneesmiddelen op de markt komen.

“Producenten moeten voor elk geneesmiddel een prijsaanvraag indienen, maar in de praktijk bevatten die aanvragen soms onvoldoende informatie over de reële kosten. De ambtenaren van de FOD Economie krijgen daarom vanaf 1 oktober het recht om de boekhouding en de registers in te kijken”, zegt Kris Peeters. Als ­minister van Economie is hij bevoegd voor het vastleggen van de maximumprijs voor geneesmiddelen. Hij wil zijn ambtenaren nu beter wapenen tegen al te vage prijsaanvragen.

De maatregel komt er nadat een polemiek is ontstaan over “de parallelle import van geneesmiddelen”. Die gaat zo: bedrijven kopen goedkope geneesmiddelen elders in Europa, herverpakken die in doosjes die voldoen aan de Belgische regels, en verkopen die nadien op onze markt. Dat alles gebeurt met toestemming van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG), de FOD Economie en het ­Riziv, want de praktijk is conform de Europese ­regels.

Maar uit onderzoek van het Frans­talige tijdschrift Médor blijkt dat 80 procent van de geïmporteerde geneesmiddelen in de apotheek minstens even duur is als het geneesmiddel voorzien voor de Belgische markt. In het blad klaagt een specialiste van de FOD Economie over “verzonnen kosten” bij de prijsaanvragen, en over “bewuste vaagheid”. Daar wil Peeters nu dus komaf mee maken.

Parallelle import is goed voor enkele tientallen miljoenen op jaarbasis. Het FAGG heeft er de voorbije jaren meer dan zeshonderd vergunningen voor afgeleverd. Zowat al die vergunningen kwamen op naam van twee bedrijven, met achter die bedrijven dezelfde ­familie: Leon Van Rompay en zonen.

Die ontkennen dat ze grote winsten boeken met hun parallelle import. “We hebben ook concurrentie als we geneesmiddelen in het buitenland willen kopen”, zegt zoon Stijn Van Rompay. “In België zijn er maar enkele bedrijven die aan parallelle import doen, maar op Europees vlak zijn er meer dan honderd. We moeten vaak tegen elkaar op bieden. De realiteit is dat we maar een marginale winst­marge overhouden.”

Plots nieuwe naam

Maar naast de prijs­zetting ligt ook een ander aspect van de parallelle import onder vuur. Enkele genees­middelen blijken immers een naamsverandering te ondergaan. Ze werden in het buitenland verkocht als de generische “witte” variant van een bekend merkproduct, maar nadien in België op de markt gebracht als het merkproduct zelf. De goedkope bloeddrukverlager Valsartan werd zo plots het duurdere Diovane. De pillen werden in nieuwe doosjes gestopt, en er kwam een nieuwe sticker op de strips zelf. Ook ­geneesmiddelen als rilatine onder­gingen zo’n gedaanteverandering.

“Ook dat is volledig volgens de ­Europese regels. Op voorwaarde dat het om identiek hetzelfde product gaat en om dezelfde producent. We merken dat bedrijven op hetzelfde product soms de merknaam en soms de generische naam zetten en zo de internationale markt verdelen. Sluw. Wij zetten op die generische variant dan gewoon weer de merknaam. Dat schept duidelijkheid. En verschillende rechters hebben ons al gelijk gegeven”, zegt Stijn Van Rompay. Bij ­Diovane-producent Novartis zeggen ze dan weer dat er nog verschillende gerechtelijke procedures lopen.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen