© Jan Van der Perre

’t Stad in vogelperspectief: zweven boven Antwerpen in een XXL-smiley

Je kan er moeilijk naast kijken, naast de grote gele ­luchtballon met smiley die geregeld boven de stad zweeft. Het gevaarte is de mascotte van Bertels Ballooning uit Wommelgem. CittA sprong op een warme ­zomeravond mee in de mand voor een vlucht boven Antwerpen.

Laura Claessens

“Waar we opstijgen, hangt af van de windrichting. Vanavond staat er oostenwind dus starten we in Wommelgem. Vanhieruit kunnen we over het ­centrum van Antwerpen vliegen”, toont chief pilot en zaakvoerder Peter De Bock op de kaart. ­Vanavond varen we met hem en acht andere ­gelukkigen in de XXL smiley over de stad. De ­leden van de crew zijn ondertussen in de weer met de ­gigantische gele ballon. Zij zullen tijdens de tocht met auto en aanhangwagen volgen om iedereen na de landing terug naar Wommelgem te ­rijden. “Met musketons bevestigen we de ballon aan de mand en dan blazen we er met een ­ventilator koude lucht in”, licht Peter toe.

De uitgevouwen ballon kleurt het volledige grasveld geel. De lucht doet het zeil langzaam zwellen en er verschijnt een brede glimlach op de luchtballon. “De smileyballon kwam er per toeval”, weet Peter. “Vier jaar geleden besloten we met Bertels Ballooning zelf een kleine heteluchtballon aan te kopen. Op onze andere ballonnen staat ­publiciteit van klanten. Danny Bertels (oprichter van het bedrijf, red.) had toen het idee om er een grote smiley op te zetten. Er staat geen patent op de smiley, dus dat kon perfect.”

En dat bleek zo’n groot succes dat het bedrijf dit jaar, naar aanleiding van zijn twintigste verjaardag, een tweede ballon met lachend gezichtje kocht. Een XXL versie met een hoogte van 35 ­meter en een mand voor veertien mensen. “Het is leuk om een glimlach op mensen hun gezicht te toveren. Mensen zwaaien opvallend meer naar deze ballon en ook op sociale media zoals Instagram is hij enorm populair. En Danny, die droomt ondertussen van een vloot smileys”, lacht Peter.

Hoog boven de bomen

Na een kwartier zit er voldoende lucht in de heteluchtballon. Peter laat al enkele dames in de gekantelde mand plaatsnemen. “Nu brengen we de 9.000 kubieke meter lucht op temperatuur met de branders.” Naarmate de lucht opwarmt, komt de ballon zachtjes omhoog tot hij uiteindelijk de mand rechttrekt. Het luchtvaarttuig torent nu hoog boven de bomen uit. Klaar voor vertrek! Op acrobatische wijze klimmen we samen met de ­andere deelnemers aan boord.

© Jan Van der Perre

“Er mag niet gerookt worden en er zijn geen toiletten aan boord. Wie toch nog moet, de bossen zijn dertig meter diep”, wijst Peter nog naar de bomen. Voor we het goed en wel beseffen, ligt de begane grond ver onder ons. “Zie je die bossen? Daar liggen Schilde en Brasschaat.”

“Kijk, de rotonde van Wommelgem en het Wijnegem Shopping Center.” Iedereen in de mand wijst enthousiast in het rond. We hebben een uitzicht van 360 graden over de ruime omgeving. Achter ons liggen de snelweg en het Albertkanaal en in de verte zien we zelfs de Brusselse skyline. Peter contacteert de luchtverkeersleiding om mee te delen dat we ons in het luchtruim bevinden.

“We zitten in de zone van het vliegveld van Deurne. We mogen daarin vliegen op twee voorwaarden. We moeten een transponder aan boord hebben, zodat we op de radar zichtbaar zijn. En via radioapparatuur houden we contact met de verkeersleiding. Willen we een verticale beweging maken, dan moeten we daarvoor toelating vragen. Het is hun taak om het luchtverkeer uit elkaar te houden”, zegt Peter. Aan boord is ook een hoogte­meter die aangeeft hoe hoog we zitten en hoe sterk we stijgen of dalen. De windrichting en windsnelheid checkt Peter op een gps-toestel.

Meer dan 1.800 vluchten

De ballon drijft rustig met de wind mee, want ­sturen is niet mogelijk. Met de branders houdt ­Peter de lucht in de reusachtige ballon warm. “Een luchtballon is een vrij eenvoudig luchtvaarttuig. Je vliegt op het zicht. Er is geen automatische ­piloot om te landen. Daar heb je een echte ­piloot voor ­nodig.” Een van de passagiers vraagt zich hardop af waarom er geen tweede piloot aan boord is.

© Jan Van der Perre

“­Peter, als er straks iets met jou gebeurt, wie gaat er dan landen?” Peter weet dat een tweede piloot pas vanaf negentien passagiers ­verplicht is. “Maar elke piloot heeft een medische ­vergunning en daaraan gaat een grondige medische check vooraf. Op de bussen van De Lijn zit toch ook maar ­één bestuurder”, nuanceert hij. Naast een medische keuring, moet je als toekomstige piloot ook een theoretische en praktische proef ­afleggen. “Het theoretische gedeelte test je kennis over luchtvaartreglementering, aerostatica, ­navigatie en meteo. De praktische proeven kan je afleggen na een opleiding met instructeur en een aantal ­solovluchten”, licht Peter toe.

Zelf kreeg hij op tienjarige leeftijd de ballon-microbe te pakken, tijdens een ballonvaart met zijn opa en oom. Op zijn twintigste haalde hij zijn ballonvaartvergunning en ondertussen heeft hij al meer dan 1.800 vluchten op de teller staan. Wanneer we na een dik kwartier de Antwerpse Singel overvliegen, staan alle passagiers volledig op hun gemak in de mand. Ook van het brullende geluid van de branders schrikt niemand nog op. We werpen een voorzichtige blik naar beneden en kijken recht op het indrukwekkende dak van Antwerpen-Centraal. Wat verder zien we de herkenbare Peperbus van Borgerhout en het groene Park Spoor Noord.

De wind stuurt ons langzaam richting het Eilandje. Het zicht op het MAS en de Schelde is subliem. De binnenstad herkennen we aan de torens van de kathedraal, de politie op de Oudaan en de ­Boerentoren die er hoog bovenuit steken. Driehonderd meter boven onze geliefde stad zweven, is simpelweg magisch. “Het is niet algemeen ­bekend, maar vliegen over de stad kan dus wel degelijk. Het is wel uitdagender dan ballonvaren boven pakweg de Kempen. Boven de stad moeten we extra opletten, contact houden met de verkeerstoren en zorgen dat we over de haven vliegen om in de polders te landen.”

Eenmaal de ­haven en de windmolens achter ons liggen, zet ­piloot Peter de daling in. “We zoeken een terrein waarop we de landbouwers zo weinig mogelijk hinderen. In de buurt van gewassen of weilanden met dieren landen, is dus geen optie. Maar een ballon kan niet gestuurd worden. Er zit dus niets anders op dan geduldig afwachten. Wie in België kan ballonvaren, kan in veel landen zijn plan ­trekken. Hier zijn we gewoon om rekening te ­houden met prikkeldraden, hoogspanning, ­bomen, vee en andere dieren.”

Onze smiley hangt nu heel laag boven de grond en trekt veel aandacht. Vrachtwagenchauffeurs claxonneren en steken enthousiast hun arm uit het raam. Mensen ver­zamelen in de tuin om naar ons te zwaaien. Anderen leggen het spektakel met hun smartphone vast. De kippen in een onderliggende tuin lopen wild kakelend in het rond. “Die leggen een paar dagen geen eieren”, lachen we. Net over de grens met Nederland vindt Peter een afgereden maisveld waarop we kunnen ­landen. “Houd jullie goed vast aan de touwen en zet de benen wat open, zodat jullie soepel staan. Het zou kunnen dat de ballon en de mand omvallen, maar dat is niet erg”, zegt Peter nog.

© Jan Van der Perre

We zijn er niet helemaal gerust in en zetten ons schrap voor de landing. De mand botst een eerste keer en gaat terug van de grond. We grijpen de touwen wat steviger vast. Na een ­tweede keer blijven ballon en mand stilstaan. Een kreet van opluchting en een applaus voor de ­piloot. “Oma, was je bang?”, willen de klein­kinderen van medepassagier Marleen weten. “Nee hoor. Alleen de landing vond ik wat ­spannend, maar ik ben echt superblij dat ik het gedaan heb”, reageert ze. Marleens echtgenoot kon haar na drie jaar eindelijk overtuigen om samen een ballonvaart te maken. “Ik heb enorm veel hoogtevrees. Maar ik heb er tijdens de ballonvaart totaal geen last van gehad”, getuigt Marleen. Crewlid Wout komt erbij staan en knikt begrijpend.

“Ik heb ook ongelooflijk veel hoogtevrees. Het klopt dat je er in een luchtballon geen last van hebt. Dat komt omdat je niet kan inschatten hoe hoog je zit. Doordat er geen referentiepunt is, valt de hoogtevrees weg”, legt hij uit. Peter roept ons samen rond de aanhangwagen waar ondertussen ook de eigenaars van het stuk grond staan. “Na elke ballonvaart heffen we de glaasjes. Een traditie die tot de jaren 1700 teruggaat. Toen vertrok een edelman met een uitverkoren vrouw met zijn luchtballon. Wanneer ze ’s avonds landden, stuurden ze een postduif met hun locatie de lucht in. In afwachting van paard en kar, logeerden ze op de hooizolder van de boer. Daar openden ze een fles bubbels om een romantische nacht in te zetten. Wij toasten vandaag op de ballons, op de vrouwen en op zij die hen verwarmen. Schol!”

Bertels Ballooning: twintig jaar in de lucht

Het ballonbedrijf Bertels Ballooning uit ­Wommelgem werd in 1997 door Danny ­Bertels opgericht. Hij staat in de regio ­Antwerpen bekend als getalenteerd water­skiër en powerboat racer. Hij begon als hobby met ballonvaren, maar de hobby groeide uit tot een professioneel ballonvaartbedrijf. Sinds 1999 is de organisatie en het beheer van ­Bertels Ballooning in handen van ballonvaartpiloot Peter De Bock.

Tijdens een standaardballonvaart boven ­Antwerpen of de Kempen deel je de mand met andere passagiers en betaal je 149 euro per persoon. Kies je voor een privéballonvaart, dan is de mand exclusief voor jouw ­gezelschap.