“We hebben er geen enkel belang bij om iemand te beschermen die een bondgenoot kwaad gedaan heeft, maar we moeten hiervoor beantwoorden aan de juridische standaardeisen”, zei Biden, die eraan toevoegde dat enkel een rechtbank Gülen kan uitleveren, op basis van bewijzen.

Die bewijzen heeft Washington dus niet gekregen. De bron uit de Amerikaanse delegatie bevestigt dat Washington inderdaad een formeel correct uitleveringsverzoek kreeg vanuit Ankara. Het gaat om vier verschillende verzoeken, “die allen te maken hebben met beweringen over criminele activiteiten van voor de couppoging, van 2015 en nog eerder. Over de betrokkenheid van Gülen bij de staatsgreep hebben de Turken ons geen uitleveringsverzoek bezorgd, en evenmin kregen we bewijzen met eventuele banden tussen Gülen en de staatsgreep.”

Biden veroordeelde de couppoging herhaaldelijk, en beklemtoonde dat de Verenigde Staten niet betrokken waren bij de organisatie ervan. Gülen, lang een bondgenoot van de Turkse regering, is sinds enkele jaren een van Erdogans hevigste critici. In 1999 ging hij in zelfgekozen ballingschap, naar het Amerikaanse Pennsylvania. Zelf ontkent hij elke betrokkenheid bij de couppoging.