Zuid-Chinese Zee - Uitspraak Arbitragehof is "waardeloos stukje papier" (China)

Liu Zhenmin, de Chinese viceminister van Buitenlandse Zaken, haalde op een persconferentie fel uit naar het Arbitragehof, dat volgens hem niet bevoegd was om een beslissing te vellen over het statuut van de betwiste gebieden in Zuid-Chinese Zee. De uitspraak van het hof is "een waardeloos stukje papier", zo stelde hij, "dat gebruikt wordt om de rechten en de belangen van China te ontkennen".

Peking heeft het recht een 'luchtdefensie identificatiezone' (Adiz) op te richten in het gebied, zo beklemtoonde hij ook. "De mogelijk noodzaak om zo'n zone in de Zuid-Chinese Zee te vestigen, hangt af van het dreigingsniveau waarmee we geconfronteerd worden."

De minister benadrukte dat de uitspraak van het Arbitragehof "geen basis kan vormen voor een afname van de spanningen" in de regio. "Terugkeren naar de onderhandelingstafel is de enige manier om de geschillen te beslechten", zo klinkt het.

De Zuid-Chinese Zee is een strategisch belangrijk gebied waar verschillende handelsroutes doorheen lopen en dat bovendien ook rijk is aan grondstoffen. De eilandjes in die regio worden dan ook geclaimd door verschillende Aziatische landen: onder meer China, maar ook Taiwan, Vietnam, Brunei, Maleisië en de Filipijnen zeggen aanspraak te maken op het gebied.

Peking had die eis kracht bijgezet door riffen uit te bouwen tot kunstmatige eilanden en door de bouw van een landingsbaan. Maar na een klacht van de Filipijnen besliste het Arbitragehof in Den Haag dinsdag dat het daarmee een inbreuk pleegde op de "soevereine rechten" van de Filipijnen. Omdat de Spratly-eilanden, in hun oorspronkelijke staat, riffen of rotsen waren in de plaats van eilanden, kunnen ze namelijk niet door China worden opgeëist.

De Zuid-Chinese Zee is een strategisch belangrijk gebied waar verschillende handelsroutes doorheen lopen en dat bovendien ook rijk is aan grondstoffen. De eilandjes in die regio worden dan ook geclaimd door verschillende Aziatische landen: onder meer China, maar ook Taiwan, Vietnam, Brunei, Maleisië en de Filipijnen zeggen aanspraak te maken op het gebied.

Peking had die eis kracht bijgezet door riffen uit te bouwen tot kunstmatige eilanden en door de bouw van een landingsbaan. Maar na een klacht van de Filipijnen besliste het Arbitragehof in Den Haag gisteren dat het daarmee een inbreuk pleegde op de "soevereine rechten" van de Filipijnen. Omdat de Spratly-eilanden, in hun oorspronkelijke staat, riffen of rotsen waren in de plaats van eilanden, kunnen ze namelijk niet door China worden opgeëist.