60,25 procent. Rik Van de Walle en zijn running mate Mieke Van Herreweghe haalden vrijdagochtend voor de achtste keer op rij niet de tweederdemeerderheid die ze nodig hebben. Toch mag Van de Walle zich stilaan rector van de Universiteit Gent beginnen te noemen. Teleurgesteld door het magere resultaat gooide zijn uitdager de handdoek in de ring. “De kiezer heeft een duidelijk signaal gegeven”, zegt Karin Raeymaeckers. “We trekken ons met opgeheven hoofd terug.”

Een gebaar dat Van de Walle respecteert. Volgende week komt hij als enige kandidaat op tijdens een negende en beslissende stemronde. Kinderspel, zou je denken, en toch staat Van de Walle niet te triomferen. “Het einde van een lange strijd is eindelijk in zicht”, zegt hij. “Ik ben opgelucht. Maar we moeten nog altijd elke stem binnenhalen.”

Mocht Van de Walle een politicus zijn, hij was al vanaf de eerste stemronde in april verkozen geraakt. Keer op keer wist hij zowat zestig procent van de stemmen achter zich te scharen. Ruim de helft dus, maar niet de vereiste tweederdemeerderheid.

Krampachtig

Aan die meerderheid bleef de universiteit zich maandenlang krampachtig vastklampen. Hoe langer de verkiezingen aansleepte, hoe venijniger de tweets en hoe groter de druk op Van de Walle om zich terug te trekken. “Maar ik heb me altijd genoeg gesteund gevoeld om door te zetten”, zegt hij.

Voor dat doorzettingsvermogen wordt Van de Walle nu beloond. Al is zijn autoriteit volgens sommigen door de uitputtingsslag wel aangetast. Ook de uitstraling van de universiteit kreeg een stevige deuk. In totaal ging de unief al negen keer stemmen - de vorige stemronde moest ongeldig worden verklaard door een computerfout.

Geen getrokken messen

“Een van mijn eerste taken als rector wordt de rust terugbrengen aan de universiteit”, aldus Van de Walle. “Maar de spanningen worden fel overdreven. Er staan geen groepen met getrokken messen tegenover elkaar.”

Als het Rik Van de Walle afhangt, maakt de Universiteit Gent nooit meer zo’n slopend verkiezingscircus mee. “De procedure kan korter”, zegt hij. “De komende maanden moeten we evalueren wat beter kan. Maar of deze jongste maanden onze universiteit zullen blijven achtervolgen? Neen, dat denk ik niet.”