Duizenden gevluchte mensen mogen terug naar Bali ondanks dreigende vulkaanuitbarsting
Meer dan de helft van de ruim 140.000 inwoners van het Indonesische eiland Bali die uit angst voor een uitbarsting van de vulkaan Agung werden geëvacueerd, mogen naar huis terugkeren. De gouverneur van het eiland heeft de hoogste alarmfase opgeheven.
Vorige week werd de hoogste alarmfase uitgeroepen voor 51 dorpen in de buurt van de Agung, een actieve vulkaan van meer dan 3.000 meter hoog op zo'n 75 kilometer van Bali's belangrijkste toeristische bestemmingen. Volgens experten wijst alles erop dat de vulkaan binnenkort zal uitbarsten.
Vulkanologen blijven daarvan overtuigd, maar de eruptie kan evengoed nog een tijd op zich laten wachten. "De Agung kan op elk moment uitbarsten, maar het kan ook nog dagen of weken duren", zegt een expert die werkt voor de regering.
Volgens de overheid bestaat er alleen gevaar voor lava, modderstromen aswolken, gassen en puimstenen voor wie binnen een zone van ongeveer 12 kilometer rond de krater woont.
"We dringen erop aan dat wie buiten die gevarenzone woont, terugkeert naar huis en zijn dagelijkse leven hervat", klinkt het. Volgens de gouverneur van Bali veroorzaken mensen die gevlucht zijn uit dorpen die beschouwd worden als veilig, opvangproblemen voor wie terecht is geëvacueerd. Veel tijdelijke opvangcentra zouden overbevolkt zijn. Toch nemen veel mensen uit de "veilige" dorpen liever het zekere voor het onzekere, en zijn ze zeker niet geneigd om de opvangkampen te verlaten.
De jongste uitbarsting van de Agung dateert al van meer dan een halve eeuw geleden. In de lente van 1963 werden meer dan 1.100 mensen gedood door het natuurgeweld.