Het dossier van de 18de-eeuwse Onze-Lieve-Vrouwkapel van Bijstand in de Leliestraat in Godveerdegem, in de volksmond beter bekend als de Leliekapel, sleept al jaren aan. “Ze wordt sinds 1966 niet meer gebruikt en staat al die tijd te verkommeren”, zegt schepen Kurt De Loor (SP.A).

“In Zottegem zijn we ze liever kwijt dan rijk, want er is geen draagvlak voor. Noch van de buurt, noch van de voltallige gemeenteraad, noch van het lokale kerkbestuur.”

Het verlangen van Zottegem botst met de Vlaamse Erfgoedadministratie, die de kapel op de lijst met beschermde monumenten plaatste en wil laten heropbouwen.

Declasseren

“We dienden al verschillende aanvragen in om de kapel te laten declasseren, tot nu toe zonder succes. In 2014 werden we zelfs voor de rechtbank gedaagd om de nodige instandhoudingswerken uit te voeren en een restauratiedossier op te stellen. De rechtbank van eerste aanleg gaf Onroerend Erfgoed gedeeltelijk gelijk en beval ons om de restanten van de kerk te behouden, zonder evenwel de verplichting om de kapel opnieuw op te bouwen.”

Komende donderdag moet het Zottegemse stadsbestuur zich opnieuw verdedigen voor de rechtbank. “Deze keer eist de Inspectie Onroerend Erfgoed een schadevergoeding van 180.576 euro omdat wij de Leliekapel laten verloederen in plaats van opnieuw op te bouwen.”

“We maken al 50 jaar Absurdistan mee”, besluit De Loor. “De schadeclaim – en bij uitbreiding dit dossier – is wraakroepend. Het dossier van de Leliekapel is zeker geen kwestie van slechte wil van de kant van het Zottegemse bestuur. Het is gewoon compleet absurd en zelfs wraakroepend dat we op kap van de belastingbetaler verplicht zouden worden om een kapel in ere te herstellen die niemand wil.”