België, Frankrijk, Spanje en Marokko: samen in de strijd tegen terrorisme

Voor de zevende keer slaan België, Frankrijk, Spanje en Marokko de handen in elkaar in de strijd tegen terrorisme op de jaarlijkse Quadripartite. De landen onderling wisselen af waar de vergadering plaatsvindt en dit jaar is het de beurt aan België. 

Het is al de zevende keer dat de vier landen hun schouders zetten onder de bijeenkomst. Sinds 2010 komen België, Marokko, Frankrijk en Spanje jaarlijks samen om beter samen te werken in een gemeenschappelijke strijd tegen terreur. Op deze samenwerkingsovereenkomst zullen 24 terreurmagistraten en de vier procureurs van de deelnemende landen de koppen bij elkaar steken over terreur. 

Dit jaar vindt de vergadering plaats in Mechelen. Volgens burgemeester Bart Somers (Open VLD) is dat vooral een symbolische keuze: "Mechelen heeft een goede reputatie, bijvoorbeeld op het vlak van de problematiek rond de Syriëstrijders. Vanuit Mechelen is er tot nu toe nog niemand vertrokken." Naast Somers zal ook minister van Justitie Koen Geens (CD&V) de gasten ontvangen. 

Waarom net deze vier landen?

Voor 2010 werden er ook al vergaderingen georganiseerd, tussen Marokko, Spanje en Frankrijk. De reden? Hun geografische ligging. Zeven jaar geleden kwam België en werd het drietal een viertal. Dat was eerder toevallig: de federaal procureur was een jaar eerder op een bijeenkomst, waar die drie landen ook waren. Daar werd beslist om België op te nemen in dat samenwerkingsverband.

Maar het zijn wel vier landen die de laatste jaren getroffen geweest zijn door de recente golf van aanslagen. Denk maar aan de aanslagen in Parijs of Brussel en recent nog in Barcelona en Cambrils. "De Quadripartite heeft meermaals zijn nut bewezen bij die gerechtelijke onderzoeken", klinkt het. Vorig jaar vond de bijeenkomst in Parijs plaats, nu is het de beurt aan België, Mechelen meer bepaald. 

Wie zijn de vier gezichten van de strijd tegen terreur?

Frédéric Van Leeuw is als federaal procureur één van de bekendste magistraten in ons land. Zeker na de aanslagen in Maalbeek en Zaventem vorig jaar werd hij dé sleutelfiguur in de strijd tegen terrorisme. Voor zijn verdiensten in die strijd kreeg hij enkele maanden geleden nog het Légion d’Honneur, de belangrijkste Franse onderscheiding. 

Maar zijn verhaal gaat verder terug dan 22 maart 2016. In 2002 begint hij als substituut bij het Brusselse parket. Daar behandelt hij enkele spraakmakende dossiers, waarvan de zaak-Joe Van Holsbeeck de bekendste is. Enkele jaren later stapt hij over naar het federaal parket en in 2014 volgt hij Johan Delmulle op aan het hoofd van het federaal parket. 

Een even bekend gezicht in de strijd tegen is zijn Franse collega, de Parijse procureur François Molins. Sinds Mohamed Merah in 2012 zeven mensen in koelen bloede neerschoot en zo Frankrijk tien dagen in de ban van angst en terreur hield, is hij niet meer weg te denken uit het nieuws. Bij elke aanslag duikt hij op: van de aanslagen in Parijs tot de dodelijke raid in Nice. De 64-jarige Molins is sinds 2011 de procureur van de Franse republiek van Parijs en wordt in de media regelmatig omschreven als "super-proc".

Iets minder bekend bij ons zijn de Spaanse procureur Jesus Alonso - officieel de "Fiscal Jefe de la Audienca Nacional" en zijn Marokkaanse collega Daki El Hassan, de procureur-generaal van Rabat. 

Leveren die bijeenkomsten iets op?

Op de laatste terreurvergadering in Parijs vorig jaar werd er beslist om rechtshulpverzoeken sneller uit te voeren en om zo nog beter samen te kunnen werken bij een aanslag bijvoorbeeld. Het is de bedoeling dat er ook informatie uitgewisseld wordt.

Meest gelezen