Direct naar artikelinhoud
Review

Pearl Jam - ‘Let’s Play Two’: Winderige stad, vurig concert, waterige film

Eddie Vedder beleeft samen met het publiek een hoogtepunt uit zijn carrière.Beeld Danny Clinch

Een concertfilm van Pearl Jam, die tegelijk dienst doet als sportdagboek? Je houdt je hart op voorhand vast. Niet onterecht. De Amerikaanse markt zal mogelijk wel voor de bijl gaan: historische baseballmatch! Rocklegendes! Maar de volstrekte leek of rabiate muziekfan heeft weinig verloren bij dit dubbelspel. Géén homerun dus. 

Pour la petite histoire: het heeft meer dan een eeuw geduurd, maar de Chicago Cubs wonnen vorig jaar de World Series. Dolletjes! Al vermoeden wij stiekem dat ook u geen hol geeft om honkbal. Zo legendarisch als die overwinning bleek voor baseballfans in de Windy City, zo nodeloos voelt de sporthelft van Let’s Play Two soms aan. Behalve voor Eddie Vedder dan. Je zou het haast vergeten, maar de frontman van Pearl Jam - en één van de boegbeelden in de Seattle grungescene - is eigenlijk geboren en getogen in Chicago. En een fervente honkbal-adept.

Toegegeven: de live-cd die je bij deze documentaire krijgt, of andersom natuurlijk, is om te koesteren (★★★★). Zelfs al bezit elke rechtgeaarde fan natuurlijk al elfendertig concertplaten van de groep, nadat Pearl Jam besliste om zowat élk concert te registreren en uit te brengen in navolging van Live on Two Legs (1998). 

Eerder aandoenlijk dan revelerend

Maar hoewel Let's Play Two een hoogst originele insteek biedt voor een concertfilm,  vallen beide werelden vrij moeilijk te verenigen. Om die reden ontbreekt het twee uur lang aan een echte spanningsboog. We weten immers hoe de Cubs het er uiteindelijk van afbrengen, waardoor de geladenheid van de docu volledig afhankelijk blijft van de band en het concert zelf. Op de show zelf valt weinig af te dingen - al wordt ze niet altijd even dynamisch of trefzeker in beeld gebracht. De behind the scenes-fragmenten zijn evenwel vaker aandoenlijk dan revelerend. Dan was de emotionele resonantie van Cameron Crowe’s diepzinnige, aangrijpende en spannende documentaire Pearl Jam Twenty is in heel wat opzichten groter.

(tekst gaat verder onder de foto)

De concertfilm weigert halsstarrig om ooit écht de diepte op te zoeken
Eddie Vedder in zijn favoriete honkbalstadion.Beeld Danny Clinch

Glunderen en rillen 

Gruizige archiefbeelden uit de beginjaren, waaruit moet blijken dat U2 ooit in Chicago kwam kijken naar de toenmalige grungeband, zijn interessant voor de feitenfreaks. Maar hadden ze de Ierse supersterren ook niet héél even persoonlijk kunnen betrekken in die trip down memory lane? Niét dus. Let’s Play Two doet voornamelijk dienst als vurige liefdesbrief van Vedder aan het baseballteam dat hem inmiddels langer nauw aan het hart ligt dan zijn eigen groepskameraden.

Het is weliswaar mooi om een dolgelukkige Vedder in de balkons van het Wrigley Field-stadion te zien glunderen, tussen andere baseballfans die hij al jaren kent. Of om de frontman herinneringen te horen ophalen aan zijn eerste bezoek aan het stadion, dat hij vergelijkt met de intrede in Oz. De muziekfan die een hele dag geduldig zit te wachten in een klapstoeltje, voor de deuren van het stadion opengaan, en geëmotioneerd vertelt hoe de release van de single ‘Release’ samenviel met de dood van zijn vader, grijpt ook heel even aan. Zéker wanneer Vedder die prachtsong later in de film aan hem - ontroerd op de eerste rij - opdraagt. Rillingen in rotten van tien!

(tekst gaat verder onder Spotify-link)

Beatles revisited?

Daarnaast is het ook best hartverwarmend om een fanatieke vader - “Dit wordt mijn 27ste concert van Pearl Jam!” - te zien glimmen naast zijn zoon die voor het eerst van the Jam mag proeven. Net als de grijsaard die meer dan 10.000 kilometer maalde om de show te kunnen bijwonen. Maar tegelijk weigert de film halsstarrig om ooit écht de diepte op te zoeken.

Regisseur en fotograaf Danny Clinch geeft immers ook aan de andere groepsleden van Pearl Jam een stem, en rijdt zich daarbij meestal vast in bekende weetjes (de namen op de basgitaar van Jeff Ament) of typische muzikantenpraatjes. De soundcheck boven een Ierse pub, die vergelijkbaar is met het dakconcert van de Beatles lijkt nog een zeldzaam uniek moment te zullen opleveren, maar doet dat in extremis nadrukkelijk niet. De opbouw in de film voelt daarbij zelfs wat chaotisch aan. 

Wanneer de concertfilm na drie kwartier (en het wondermooie ‘Black’!) alwéér eens onderbroken wordt voor beelden van Vedders favoriete ploeg die zich opwerkt naar de Grote Dag, begint het opzet van Let's Play Two finaal storend en gefabriceerd aan te voelen. “The ultimate challenge,” noemt Vedder de beslissende match ergens. Maar de échte uitdaging van Let's Play Two ligt erin om de eeuwige tweespalt tussen sport en muziek twee uur lang boeiend te houden: de emotionele hoogspanning die het concert biedt, voel je immers nauwelijks in het baseball-gedeelte.

Pearl Jam in Chicago's Wrigley FieldBeeld Danny Clinch

Let’s Play Two geldt daarmee hooguit als een goedbedoeld werk van liefde. Een ijdelheidsproject van über-Cub Eddie Vedder in het slechtste geval. Na deze film zoek je als fan dan ook vast liever je heil bij vroegere live-registraties en docu’s. Een paar tips nodig? Het eerder vernoemde Pearl Jam Twenty of de behoorlijk goede live-dvd Touring Band 2000

Vanavond op 5/10 speelt 'Let's Play Two' eenmalig in Belgische Kinepolis-vestigingen. De concertfilm is Engels gesproken met Engelse ondertitels. 

'Let's Play Two' is verschenen bij Universal .