Direct naar artikelinhoud
Undercover

Huisarts gaat undercover als buschauffeur: "Na twee maanden ging ik door mijn rug"

Huisarts Egmont Ruelens werkte een jaar undercover als buschauffeur
Beeld Stefaan Temmerman

In zijn praktijk zag huisarts Egmont Ruelens de ene na de andere buschauffeur passeren met allerlei gezondheidsklachten. Dus besloot hij om zelf na te gaan hoe zwaar het beroep is. "Simpel toch, dacht ik, van A naar B rijden. Maar na een paar maanden had ik zelfs geen energie meer om vriendelijk te zijn tegen reizigers."

Tijdens een van zijn eerste ritjes met de bus door Antwerpen moet Egmont Ruelens (31) meteen halsbrekende toeren uithalen. Door een grote put in de weg is zijn boordcomputer losgekomen. Als hij de centrale belt om hulp, krijgt hij te horen dat hij zijn plan moet trekken. Dus gaat hij verder, met één hand aan het stuur, de andere aan de boordcomputer en achterin de bus een groep schoolkinderen. 

Het is een van de vele anekdotes in zijn boek Dokter aan het stuur, waarin hij getuigt over de vermoeiende shifts, moordende dienstregelingen en gammel materieel. “Er zijn gewoon niet genoeg chauffeurs”, merkt Ruelens op. “De dienstroosters zijn te krap, de bussen te oud en De Lijn heeft niet de middelen om die tekorten weg te werken.”

'De dienstroosters zijn te krap, de bussen te oud en De Lijn heeft niet de middelen om die tekorten weg te werken'
Egmont Ruelens

“Vorige week belde ik met een buschauffeur. De dispatch had hem net gevraagd of hij de dag erna, op zijn vrije dag, toch niet kon komen werken. Blijkbaar hadden ze nog voor dertien diensten mensen tekort.  Dat zijn dus 70 à 80 ritten waar ze de dag voordien nog geen chauffeur voor hebben. En dat gaat dan over één stelplaats. Het is een structureel probleem.”

Die tekorten hebben een impact op het personeel, ondervond ook Ruelens. “Oorspronkelijk had ik me voorgenomen: ik ga een toffe buschauffeur zijn en de reizigers helpen waar ik kan. Maar na een paar maanden had ik geen energie meer om vriendelijk te zijn.  Niet voor niets klagen zoveel reizigers daarover.”

Overdrijven

Het idee voor zijn avontuur bij De Lijn ontstond tijdens zijn laatste jaar als huisarts in opleiding. Om de hoek van de praktijk waar hij werkte, lag een stelplaats. Geregeld kreeg hij buschauffeurs over de vloer, vaak met dezelfde klachten: rugproblemen, maar ook burn-outs en depressies.

“'Overdrijven die mensen niet?', vroeg ik me af toen ik hen over hun werkomstandigheden hoorde praten. 'Simpel toch, van A naar B rijden?' Dus besloot ik het te onderzoeken en een heleboel chauffeurs te interviewen.” Maar de tegenkanting van De Lijn was groot en zijn finale rapport kreeg uiteindelijk niet de weerklank waarop hij had gehoopt. “Ik was daar erg naïef in. ‘Als ik mijn bevindingen presenteer, zal er wel iets veranderen.’ Maar dat gebeurde niet.”

Overdrijven
Beeld Stefaan Temmerman

Dus besloot hij zich helemaal onder te dompelen in de wereld van stelplaatsen, retibo’s (boordcomputers) en MOBIB-kaartscanners. “Eerlijk? Ik had niet gedacht dat het zou lukken. Maar na allerlei tests mocht ik beginnen.” Al snel moest hij zijn mening bijstellen. Met twaalf ton staal en glas door historische straatjes laveren, terwijl een boordcomputer je vertelt hoeveel minuten vertraging je hebt, is allerminst eenvoudig. Bovendien eisen de snel op elkaar wisselende vroege en late shifts hun tol.

Stoel

Lang duurde het dan ook niet tot hij gezondheidsklachten kreeg. Na twee maanden rijden door Antwerpen ging hij door zijn rug en moest hij noodgedwongen enkele dagen thuisblijven. “Die stoelen waar je soms meer dan acht uur op moet zitten, zijn compleet verouderd. Elke put in de weg voel je. Soms kan je zelfs de stoel niet meer verstellen, waardoor je in een nog slechtere houding moet rijden.”

Na één dag ziekte kreeg hij meteen een controlearts over de vloer, die hem duidelijk maakte dat ‘enkele dagen thuis wel zal volstaan’. “Ik voelde me echt als vee dat gekeurd werd. Hij onderzocht me zelfs niet. Frusterend, te meer omdat ik zelf dokter ben. Maar ik mocht niet uit mijn rol vallen.”

'Dit is geen aanval op het openbaar vervoer, wel een pleidooi voor een goed functionerend openbaar vervoer. Dat komt niet alleen de buschauffeur, maar ook de reiziger ten goede'
Egmont Ruelens

Na een jaar als buschauffeur hield hij het voor bekeken. Antwerpen ruilde hij voor Gent, de bus voor een wijkgezondheidscentrum. “Het was pas tijdens die laatste maanden als buschauffeur dat ik begon na te denken over een boek. Toen mijn collega’s bij De Lijn te horen kregen dat ik eigenlijk huisarts was, reageerden ze allemaal positief. ‘Dat er nu eindelijk iets mag veranderen’, klinkt het.”

Opvallend: in Dokter aan het stuur heeft hij het steevast over ‘een vervoersmaatschappij’, niet over ‘De Lijn’. “Bewust”, benadrukt hij. “Omdat dit natuurlijk niet alleen een probleem is van De Lijn, maar van een heleboel bedrijven. Dit is ook geen aanval op het openbaar vervoer, wel een pleidooi voor een goed functionerend openbaar vervoer, met deftig materieel, goede werkomstandigheden en realistische dienstregelingen. Dat komt niet alleen de buschauffeur, maar ook de reiziger ten goede.”

Egmont Ruelens, Dokter aan het stuur. Undercover als buschauffeur. Uitgegeven bij Lannoo.