Direct naar artikelinhoud
Technologie

Blijf van mijn lijf! Brussel ontwikkelt app tegen seksuele intimidatie

Blijf van mijn lijf! Brussel ontwikkelt app tegen seksuele intimidatie
Beeld Thinkstock

Brussels staatssecretaris Bianca Debaets (CD&V) komt met 28.500 euro over de brug om een app te ontwikkelen. Daarmee kunnen vrouwen voortaan seksuele intimidatie melden. Zal dat het probleem werkelijk oplossen? 

's Nachts nageroepen worden of een opmerking krijgen. Veel vrouwen krijgen in Brussel te maken met seksuele intimidatie, maar niemand weet precies hoe groot het probleem is. Daarom wil Debaets, samen met de vzw Touche pas à ma pote,  een applicatie laten ontwerpen waarmee vrouwen zulke gevallen kunnen doorgeven. 

"We moeten het probleem nu echt in kaart brengen", zegt Debaets. "Als we  goed begrijpen waar en op welk tijdstip de meeste gevallen zich voordoen, kunnen we vanuit het gewest nadenken over waar we agenten inzetten en of we iets aan de verlichting moeten doen."

De app zal een Franstalige versie krijgen - Touche pas à ma pôte -  en een Nederlandstalige: Blijf van mijn lijf. Met een campagne om de app te promoten, hopen de initiatiefnemers om op korte tijd 6.000 gebruikers te verzamelen. 

'Geen zaligmakende oplossing'

Hoewel de staatssecretaris in november al een oproep deed om klacht in te dienen bij gevallen van intimidatie, merkt ze dat het aantal klachten niet overeenstemt met de ware grootte van het fenomeen. Uit Europees onderzoek blijkt dat 30 procent van de vrouwen al te maken heeft gehad met geweld op straat en 60 procent al slachtoffer is geweest van intimidatie. 

Maar de Brusselse cijfers sluiten daar hoegenaamd niet bij aan. De klachten in heel het gewest over 'seksisme' bedroegen vorig jaar niet meer dan tien. En voor het eerste trimester van dit jaar staat de teller op zes. "De app is natuurlijk geen zaligmakende oplossing", zegt Debaets. "Maar de drempel verlagen om deze feiten te melden, is al een belangrijke stap."

De app bouwt voort op een Frans platform, Handsaway, en ook in Nederland bestaat iets dergelijks: Hollaback. Al zijn er geen gegevens over de impact van deze apps, het effect ervan gaat verder dan het verzamelen van cijfers. Slachtoffers geven eerst hun locatie door, kunnen hun ervaringen  delen, en zelfs rechtstreeks vragen aan omstaanders om te helpen. 

Alleen

"Uit onderzoek is net gebleken dat de hulp van omstaanders cruciaal is", zegt Anne Groenen, onderzoekster aan de Hogeschool UCLL. "Slachtoffers hebben vaak het gevoel dat ze alleen gelaten worden. Als omstaanders hen helpen, kan dat zelfs een groter effect hebben dan hulp van de politie. Klacht indienen is hoe dan ook een heel gedoe. En vrouwen denken vaak dat ze niet serieus genomen worden." 

Groenen deed dit jaar onderzoek naar seksuele intimidatie in Mechelen. Een enquête - waarbij ook een minderheid aan mannen is bevraagd - geeft aan dat de helft van de respondenten daar het voorbije jaar met seksuele intimidatie te maken heeft gehad. Door ook na te gaan wat de 'hotspots' voor deze problematiek zijn, kan de overheid meer doen om het aan te pakken.  

Maar kan je dit probleem wel te lijf gaan met cijfers en locaties? "Deze oplossing alleen zet geen zoden aan de dijk", zegt Liesbeth Kennes, beleidsmedewerker Seksuele intimidatie aan het CAW. "Je moet gaan voor een gecoördineerde aanpak, waarbij je bijvoorbeeld ook de opleiding van toekomstige agenten verbetert."

'Bij ons blijft de aanpak van seksuele intimidatie nog te vaak steken in campagnes'
Liesbeth Kennes

Omstaanders inschakelen voor hulp is volgens Kennes inderdaad belangrijk, maar uiteindelijk moet de publieke perceptie volledig veranderen. "Als je door iemand gevolgd wordt, voel je je nu eenmaal onveilig", zegt Kennes. "Toch krijg je dan nog te horen dat je niet moet overdrijven. Bij ons blijft de aanpak van seksuele intimidatie nog te vaak steken in campagnes, maar om echt iets teweeg te brengen, denk ik dat we veel meer moeten doen."