Direct naar artikelinhoud
interview

Manager Sven Nys over de goede start van Telenet Fidea Lions: "Dit is de norm"

Corné van Kessel en Daan Soete.Beeld Photo News

Podium voor Quinten Hermans, podium voor Corné van Kessel, podium voor Daan Soete en winst voor Lars van der Haar. En dan hebben we het alleen nog maar over de klassementscrossen. Geen twijfel mogelijk, dus: Telenet Fidea Lions is uitstekend aan het veldritseizoen begonnen. Toch juicht manager Sven Nys niet.

Zit hier een tevreden manager voor ons?

"Ja, maar ik ben niet het type dat snel achteroverleunt en denkt dat we er zijn. Als sporter was ik ook zo: ik ben al bezig met de volgende cross. Wat kan beter? Waar kunnen we nog bijsturen? Zijn we voorbereid op wat komt?"

Drie keer podium in de wereldbekercrossen in de VS en winst in de DVV-trofee in Ronse. We hadden meer vreugde verwacht.

"Pas op: dit is gigantisch. Ik had hiervoor willen tekenen. En tegelijk zeg ik: dit had ik zien aankomen. Dit is een bevestiging van wat ik deze zomer heb gezien. Ik was ervan overtuigd dat we ons gingen laten opmerken."

Ons valt vooral het verschil met vorig jaar op. Jij moest nog je weg zoeken in je nieuwe functie, er waren contractperikelen, Tom Meeusen was niet gelukkig, Lars van der Haar arriveerde pas halfweg het seizoen en raakte ook nog geblesseerd. Het was miserie.

"Er sluimerde negativiteit, maar dat was ook omdat ze het mij moeilijk wilden maken. Ik kwam in een wereld terecht waarin ik tussen wilde haaien boven water moest zien te blijven. Uiteindelijk kan ik alleen maar vaststellen dat er, behalve de grote twee, maar één ploeg in staat is geweest om grote koersen te winnen, en dat waren wij."

Het jou moeilijk maken: over wie of wat heb je het dan?

"Er zijn zo veel dingen die ze proberen om je ploeg te destabiliseren. Door renners te komen halen, door ze nerveus te maken met contractaanbiedingen, door ze van alles te beloven. Gelukkig gaat dat bij mij het ene oor in en het andere uit. Ik vergeet dat heel snel. Je moet gewoon uitgaan van je eigen kracht en filosofie. Het feit dat wij de afgelopen twee jaar geen enkele renner elders zijn gaan halen en dat er wel in onze vijver wordt gevist, wil zeggen dat wij goed werk leveren."

Sven Nys.Beeld BELGA

"Het grote verschil is ook dat de renners vorig jaar voor een stuk bang van me waren. Ze moesten me nog leren kennen."

Hoe bedoel je?

"Ze stelden zich niet makkelijk open. Ik stond bekend als een man van eten, trainen en slapen. Wie daar een seconde van afweek, dacht waarschijnlijk dat hij een waffel ging krijgen. Uiteraard breng ik structuur, maar iedereen moet ook zichzelf kunnen zijn. Het is niet van: 'Ik heb het zo gedaan, dus jullie gaan dat nu ook zo doen'. Dat gevoel hebben ze nu meer dan een jaar geleden. Denk ik."

Waar ligt de lat voor dit team?

"De resultaten die je opnoemde zijn in principe de norm die we aanhouden. Wij hebben een ploeg die altijd kan meedoen voor het podium. En dan kijken we niet naar één renner. De breedte is onze sterkte. Lars van der Haar, Toon Aerts, Corné van Kessel, Quinten Hermans en Daan Soete gaan elk om beurt op hun terrein in beeld komen."

De eerste twee zijn voldoende bekend. De laatste drie mag je nog eens typeren.

"Corné is een voorbeeld van professionalisme. Fysiek misschien niet de beste van het pak, maar zeer stuurvaardig en een harde werker. Hij is enorm regelmatig. Niemand ziet dat, maar hij is het nummer vier op de wereldranglijst. Quinten en Daan zijn generatiegenoten van Wout van Aert. Bij de jeugd was Daan vaak de sterkste van de drie. Ik ben ervan overtuigd dat die twee over een paar jaar mee de norm in de cross gaan bepalen."

Waarom blijft Toon Aerts wat hangen?

"Dat is niet zo. Hij is vandaag beter dan een jaar geleden. Toon heeft altijd een maand nodig om op dreef te komen. Het verschil is dat het verwachtingspatroon veranderd is, door die Europese trui. Zelf heeft hij de lat ook heel hoog gelegd. Na Gieten (waar hij negende werd, BA) was hij heel teleurgesteld. We hebben met hem gepraat en hem gerustgesteld. In Ronse was het al heel wat beter (hij werd vijfde, BA). Op zo'n moment is het goed dat we die brede basis hebben en dat anderen kunnen overnemen, zodat hij even in de schaduw kan blijven."

Hoe zie jij dit seizoen evolueren?

"Mathieu van der Poel is de rode draad door dit seizoen. Meer dan Wout Van Aert. Soms zal het weinig schelen, en er zal een periode zijn waarin Wout de bovenhand neemt, maar Mathieu heeft iets in huis waar Wout moeilijk kan op antwoorden. Dat heb je in Ronse nog gezien: Wout was heel sterk en zette enorm aan op die laatste klim, maar Mathieu kan nog net 'dat' doen (knipt met de vingers). Of hij is net iets explosiever in de sprint. Of hij kan een afdaling uit zijn benen schudden waarmee hij vijf seconden pakt. Mathieu kan op alle terreinen iets uit zijn mouw toveren."

Vind je het geen gemis dat jij zelf niet die ene superkopman hebt?

"Integendeel zelfs. Ik vind het op dit moment net leuker om de uitdaging aan te gaan om Mathieu en Wout te verslaan. Wij gaan onze jongens niet iedere keer zeggen dat ze kunnen en zullen winnen, want dan gaan ze vaak teleurgesteld naar huis gaan. Maar af en toe kan wel."

Meen je dat? Je had toch ook graag een Van Aert of Van der Poel gehad?

"Niemand gaat ontkennen dat het plezant is als je elke week met een overwinning naar huis komt. Maar ik haal er ongelooflijk veel voldoening uit door met deze ploeg te werken en deze groep progressie te zien maken. Laat ons die twee leiders het vuur maar aan de schenen leggen. Ik merk dat we daar iets mee losmaken: als je het positief aanpakt en telkens weer de handschoen opneemt, dan wordt dat gerespecteerd en geapprecieerd. Door de fans, de sponsors én door mij. Na een goede cross ga ik ook gelukkig naar huis met een tweede en derde plaats."

'Laat ons Van Aert en Van der Poel maar het vuur aan de schenen leggen'
Sven Nys, manager Telenet Fidea Lions

Tot slot, nog met Tom Meeusen gesproken?

"Weinig. Ik heb hem in de VS gezien. Je voelt dat hij niet gelukkig is met hoe het is gelopen, maar ik denk dat het voor beide partijen de beste oplossing was om uit mekaar te gaan. Ik heb respect voor de renner Tom Meeusen, maar het werkte niet in onze ploeg. Hij was het gewend om kopman te zijn, maar nu werd hij plots een deel van het geheel. Wij kozen voor de groep, niet voor één individu. Ik kan me voorstellen dat dat niet evident voor hem was. Als het niet klikt, moet je op een fatsoenlijke manier uit elkaar gaan. We kunnen nog door één deur."