Direct naar artikelinhoud
Smartphone-interview

Meryame Kitir: "Je bepaalt zelf of je je laat meeslepen"

Meryame Kitir.Beeld Bob Van Mol

Is een smartphone een spiegel? Strookt het onlineleven nog met de werkeljkheid? Matthias M.R. Declercq gaat wekelijks face to face, over swipen, liken en liegen. Vandaag: Meryame Kitir (37), sp.a-politica.

Kan een politicus anno 2017 nog zonder smartphone?

“Ik vrees van niet. Zelfs tien jaar geleden was dat al moeilijk. In 2007 werd ik verkozen als volksvertegenwoordiger in de Kamer. Zonder smartphone was ik altijd een stap te laat. Ik las ’s avonds besluiten die ’s namiddags per mail al waren genomen.”

‘Zelfs de vakbond maakt nu filmpjes. Maar een debat voer je elders. Dat doe je best face-to-face’
Meryame Kitir

Hoe moeilijk is het om grenzen te stellen aan het smartphonegebruik?

“In de politiek? Haast onmogelijk. De nieuwscyclus draait maar door, 24 op 24. Zodra er iets gebeurt, word je geacht ­meteen alles te weten en verwachten media een kant-en-klare reactie. Dus gebruik ik de smartphone constant.”

Hoe kun je aan die cyclus weerstaan?

“Je bepaalt zelf of je je laat meeslepen of niet. Tegelijk moet je de gevolgen van die beslissing kunnen inschatten. Ik ben onlangs verhuisd, hier in Genk, en slaagde er niet in om de muren te schilderen. Ik was de hele tijd afgeleid, beantwoordde mails, sms’en, whatsapps... Dus heb ik dat toestel aan de kant gelegd.

“Onlangs was ik in Marokko, ik bezocht er het graf van mijn vader in het Atlasgebergte. Daar was geen ontvangst, daar deden mensen de was in een emmer, stonden alle deuren open, zei iedereen gedag. Dat was een bevrijding. Ik kon meteen alles relativeren. Maar dan kom je op Zaventem en word je weer in die maalstroom getrokken.”

De smartphone reikt je wel een megafoon aan. Je hebt als politicus in wezen geen pers meer nodig en kunt je rechtstreeks tot het volk richten.

“Dat klopt ten dele. Niet iedereen volgt je op Facebook of Twitter.”

Verklaart dat preken voor de eigen kerk de collectieve ­verbazing bij Trumps zege?

“Dat heeft ermee te maken. Je volgt alleen wie je wilt volgen. Het lijkt dan alsof iedereen het met je eens is, wat natuurlijk een miskenning is van de realiteit.”

Ander nadeel van die megafoon: je moet haast continu tegenwicht bieden voor je concurrenten. Wanneerfervente twitteraars als Gwendolyn Rutten en Theo Francken iets roepen, moet je wel antwoorden, toch?

“Wat is het alternatief? Dat zomaar later passeren? Het is dubbel. Zodra je reageert, word je op Twitter meegesleurd in een modderbad. Ik erger me enorm aan die vloed aan negativiteit op Twitter. Je wilt niet weten wat ik daar allemaal te lezen krijg. Maar tegelijk kan ik op die manier een hoop mensen inlichten, ook journalisten. Maar het voelt eerder als een verplichting aan, dat wel.”

'Ik erger me enorm aan die vloed aan negativiteit op Twitter. Je wilt niet weten wat ik daar allemaal te lezen krijg'
Meryame Kitir

Zie je de onlinebudgetten stijgen bij iedere verkiezing?

“Ja, lijkt me ook logisch. Al ken ik de precieze bedragen niet.”

N-VA staat niet alleen electoraal, maar ook digitaal sterk.

“Iedereen investeert nu in het digitale. Zelfs de vakbond maakt filmpjes. Maar een debat voer je elders. Dat doe je best face to face.”

Heeft de handdruk op het marktplein plaatsgemaakt voor een zo hoog mogelijke plaats op de Facebookfeed van de kiezer?

“Dat lijkt me eerder iets voor specialisten. Daar moet een politicus zich niet mee bezig­houden, denk ik.”

Emmanuel Macron had bij de Franse presidentsverkiezingen wel zo’n leger specialisten om zich heen ­verzameld.

“Omdat de digitale wereld belangrijker is voor nationale dan voor lokale politiek. De nationale politiek ligt wat verderaf van de burger dan de lokale. Als volksvertegenwoordiger in Brussel zie je minder volk dan als schepen in Genk. We mogen de digitale wereld ook niet overschatten. Niet iedereen heeft een rijk online-leven of even gemakkelijk toegang tot het internet.”

Doorgedreven smartphonegebruik wordt steeds vaker in vraag gesteld. Moet de overheid sensibiliseren?

“De overheid als opvoeder be­staat gelukkig niet meer. Maar je moet het als politicus wel bespreekbaar maken. Mensen wijzen op de pro’s en contra’s.”

Dat lukt het best via sociale media.

(lacht) “Helaas. We moeten vooral waken over de groeiende kloof tussen het analoge en het digitale. Want die kloof wordt met de dag groter.”