imago stock&people

De privacycommissie kiest met Facebook de verkeerde vijand

Matthias Dobbelaere-Welvaert, jurist gespecialiseerd in nieuwe technologieën en privacy, vindt dat onze privacycmmissie tijd en geld verspilt met de ophefmakende rechtszaak tegen Facebook. "Laat de grote spelers dat gevecht voeren en concentreer u op de bescherming van de privacy bij Belgische bedrijven".

opinie
Opinie

Twee jaar geleden begon de Privacycommissie haar kruistocht tegen Facebook, de Amerikaanse internetreus die ondertussen bij evidentie geafficheerd wordt als een demonische privacyduivel. Facebook maakte gebruik van cookies om de voorkeuren van surfers zonder Facebook-account te registreren.

De Brusselse kortgedingrechter stelde onze nationale privacywaakhond in eerste instantie in het gelijk en verplichtte Facebook ertoe een einde te maken aan het toezicht op het internetgebruik van niet-leden. Met een dwangsom van maar liefst 250.000 euro per dag boven het hoofd kon Facebook niet anders dan inbinden.

Voormalig Staatssecretaris voor Privacy Bart Tommelein (Open VLD) triomfeerde: “Ook als klein land kunnen we dus iets betekenen”. Ik stelde op mijn beurt openlijk de vraag: Waar liggen de prioriteiten van onze nationale privacy-autoriteit?

Elke schending van de privacywetgeving is er één te veel en dus moet er op alle niveau’s opgetreden worden.

Een jaar later na die symbolische overwinning was de Commissie terug bij af. In 2016 wist Facebook het Brusselse Hof van Beroep van haar onschuld te overtuigen. Nog een jaar later woedt de strijd tussen de Commissie en Facebook nog steeds zeer hevig.

Ondertussen zetten de twee kemphanen hun vijandelijkheden verder bij de Brusselse rechtbank van eerste aanleg. Niets weerhoudt de verliezer ervan opnieuw beroep aan te tekenen. Je kent het wel: die schijnbaar eindeloze gerechtelijke procedures.    

De grote jongens

Ondertussen lopen in Nederland, Duitsland, Frankrijk en Spanje vergelijkbare zaken tegen Facebook. Ook daar hebben de nationale Data Protection Authorities (DPA’s) het gemunt op het verregaande datavergaring van Facebook. En ja, uiteraard heeft de Belgische Privacycommissie het recht om met de grote jongens mee te doen.

Grote verschil is wel dat die grote jongens op nationaal vlak evenzeer hun zaakjes op orde hebben. Bovendien schudt Facebook keer op keer hetzelfde argument uit haar mouw: de gegevensverwerking in Europa gebeurt door Facebook Ireland. Ergo: de Ierse wetgeving is van toepassing en de Ierse rechter bevoegd.

Daar is inderdaad wat voor te zeggen. Welke meerwaarde heeft het om in vijf verschillende landen eenzelfde debat te voeren als je steeds hetzelfde te horen krijgt?

De bakker om de hoek

 In België kan je op je twee oren slapen als je het niet al te nauw neemt met de privacywetgeving. Of om het met de woorden van de Privacycommissie zelf te zeggen:

“We zijn nauwelijks geïnteresseerd in de KMO’s. We willen Facebook aanpakken, niet de bakker om de hoek.”

In mijn ogen mag de focus van de Belgische Privacycommissie stilaan uitbreiden naar de bakker om de hoek. Elke schending van de privacywetgeving is er één te veel en dus moet er op alle niveau’s opgetreden worden. Met sensibilisering als meest dringende prioriteit.

Het is in dat opzicht niet aan onze bescheiden Privacycommissie om Facebook op de vingers te tikken als ze op nationaal vlak haar zaken nog niet op orde heeft. Laat het zware werk wellicht eerst over aan de zwaargewichten, of beter nog: pak het probleem aan over de grenzen heen. 

 De grote budgetten die aan deze quasi nutteloze rechtszaak worden gehangen, konden mijn inziens veel nuttiger worden besteed.

Samen ten strijde trekken tegen Facebook heeft de grootste kans op slagen. En desnoods moet dat dan maar op Ierse grond.  Het mag duidelijk zijn dat de Privacycommissie deze zaak niet enkel uit idealistische overwegingen heeft aangespannen.

Enerzijds is het de Commissie eerder om een statement te doen, een blijk van slagkracht. De Privacycommissie is er duidelijk op gebrand aan de burger te bewijzen dat ze er niet van wegschrikt de grote vissen aan te pakken.

Of de Commissie haar slag op het einde van de rit wel of niet thuishaalt, is op dit ogenblik minder van tel. De grote budgetten die aan deze quasi nutteloze rechtszaak worden gehangen, konden mijn inziens veel nuttiger worden besteed.

De overgrote meerderheid van de bedrijven in ons land zijn onvoldoende op de hoogte van de bestaande privacywetgeving (laat staan over de nieuwe GDPR). Men bereikt altijd veel meer met opleiding en bewustwording, dan met dure procedures waar enkel de advocaten in kwestie beter van worden.

Ik stel voor dat de Commissie dus eerst voor België haar prioriteiten verscherpt en daarna pas op Europees niveau gaat meespelen. 

---

VRT Nieuws wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. 

Meest gelezen