Direct naar artikelinhoud
Sport

De marathonloper móét erover nadenken: wanneer gaat hij naar de wc?

Wat marathonlopers bezig houdt: genoeg getraind? Goed in vorm? Wanneer ga ik naar het toilet?Beeld EPA

De marathonloper móét erover nadenken, of hij nu topatleet is of recreant: wanneer ontlast hij zichzelf? Juist hardlopen stimuleert de darmen enorm. De keuze is dus: zorgen dat je leeg begint of even uitstappen? Want láten lopen is een nachtmerrie.

Met een grote frons op zijn gezicht komt marathondebutant Mike Verhiel uit Kerkrade uit een mobiel toilet gelopen. "Dit kon beter", zegt hij zondagmorgen op het voorplein van het Olympisch Stadion. "Het is vreselijk: vanaf het moment dat ik vanmorgen opstond, ben ik al bezig met toiletbezoek. Ik hoop maar dat ik het tijdens het lopen vergeet en dat mijn lichaam na de finish zegt: nu mag het."

Het is een veelbesproken onderwerp onder hardlopers: de stoelgang voor en tijdens de wedstrijd. Uit onderzoek van het tijdschrift Journal of the International Society of Sports Nutrition blijkt dat 30- tot 50 procent van de marathonlopers weleens te maken heeft gehad met vervelend opspelende darmen. Dat wil je niet, als je maandenlang getraind hebt voor die ene dag. Of je nu recreant bent of toploper.

Zie daar Abdi Nageeye naar het publiek zwaaien. De man die vandaag het Nederlands record wil aanscherpen weet dat je een marathon 'leeg' moet beginnen. Als hij zondagmorgen in het Olympisch Stadion arriveert, scannen zijn ogen direct de omgeving af: waar staan hier de toiletten? "Het is net als veters strikken', zegt hij. 'Het is routine, ik denk er niet eens bewust bij na." Hij is dan al drie keer geweest, deze ochtend.

In totaal zijn er door organisator Le Champion 247 mobiele toiletten ingezet en 87 plaszuilen. De meeste staan in en rond het Olympisch Stadion: 120 in totaal. Overal staan lange rijen nerveus trappelende hardlopers te wachten om naar binnen te mogen. Opgelucht, verlost bijna, komen ze weer naar buiten.

"Er zijn zo veel dingen om je zorgen over te maken bij een marathon'" legt de Britse recreant en debutant Andrew Johnsten uit. "Heb ik genoeg getraind? Raak ik niet geblesseerd? Ben ik wel in vorm? Nu ik naar het toilet ben geweest, hoef ik me over dat aspect in elk geval geen zorgen meer te maken."

Aderlating

Voormalig topatleet en schrijver van het boek Het blauwe uur Hans Koeleman omschrijft het toiletbezoek voor het hardlopen als "een sessie op de bank bij een psychiater, een onvervalste aderlating, het letterlijk deponeren van oud vuil zodat het lijf weer lichter en sneller kan opereren." Het is ook een bekend fenomeen uit de natuur: dieren legen hun darmen bij gevaar, zodat ze lichter zijn en sneller kunnen vluchten. Dat geldt voor hardlopers in zekere zin ook.

Waar in andere sporten, zoals schaatsen of zwemmen, veelal glijdende bewegingen worden gemaakt, is het bij hardlopen de stampende beweging die de dikke darm tot actie aanzet. Bovendien vindt bij het hardlopen een herverdeling van de bloedstroom plaats. De vermoeide spieren van de benen krijgen meer bloed. Dat gaat ten koste van de doorbloeding van het maag-darmstelsel. Het leidt tot onrust in het verteringssysteem.

De topatleten, voornamelijk Afrikanen, verbleven de dagen voorafgaand aan de marathon in het Fashion Hotel, niet ver van het Olympisch Stadion. Valentijn Trouw, atletenmanager bij managementbureau Global Sports Communication, zegt strikte afspraken te hebben gemaakt met de koks: "We wilden dat hun eten zo dicht mogelijk blijft bij wat ze gewend zijn. Dus geen vette sauzen en ook geen ijsblokjes in het drinken. Atleten balanceren op een dun lijntje van in topvorm zijn en ziek worden."

De vermoeide spieren van de benen krijgen meer bloed. Dat gaat ten koste van de doorbloeding van het maag-darmstelsel

Immodium of koffie

Sommige atleten zweren bij een Immodium smelttablet, dat de stoelgang voor een paar uur stillegt. Anderen drinken expres koffie om hun darmen juist aan het werk te zetten. Zou het iets voor Mike Verhiel uit Kerkrade zijn? "Nee, nee'" schudt hij beslist zijn hoofd. Ook hij kent de gouden marathonregel: nooit experimenteren op de grote dag zelf. "Ik neem 's morgens nooit koffie, dus dat ga ik nu ook niet doen. Heb je nog meer vragen trouwens? Over een kwartier is de start."

Om de vijf kilometer staan langs het parcours mobiele toiletten. Op het 15-kilometerpunt, langs de Amstel, wordt het steeds drukker. Wie voor de start niet meer naar het toilet kon, gaat nu. Sponsen, die bij de verzorgingspost zijn gebruikt, worden van de grond geraapt om als toiletpapier te dienen.

Het kan iedereen overkomen, ook topatleten. Tijdens de marathon van Londen in 2005 was Paula Radcliffe genoodzaakt om, tegen een reclamebord van Vittel, op de hurken te gaan. Het weerhield haar er niet van om een wereldrecord te lopen. Cor Vriend kwam in 1984 in de marathon van Amsterdam met een besmeurde broek over de finish en moet daar tot op de dag van vandaag over vertellen. 

'Ik ken die beelden van Cor Vriend. Dan zou ik echt een mobiel toilet in zijn gedoken. Dan maar geen Nederlands record'
Abdi Nageeye, kersvers Nederlands recordhouder op de marathon

Eveneens beroemd is de foto van Mikael Ekvall, Zweeds topatleet, die tijdens de halve marathon van Göteborg in 2008 onder zijn eigen ontlasting zit. Het incident leverde hem de bijnaam The Poop Runner op. Talloze keren is hem gevraagd: heb je toen nooit overwogen te stoppen? Zijn antwoord luidt steevast: "Nee. Als je één keer bent gestopt, dan blijf je stoppen."

Om elk risico uit te sluiten at Abdi Nageeye in de dagen voorafgaand aan de marathon exact hetzelfde voedsel op exact hetzelfde tijdstip. Zijn ontbijt bestond uit yoghurt met muesli en twee witte boterhammen met kipfilet. Onderweg zweert hij bij de Zweedse sportdrank Maurten. "Ik heb gelukkig nooit hoeven stoppen. Alleen een keer tijdens de Egmond Halve Marathon. Maar dat was om te plassen. Ik ken die beelden van Cor Vriend. Dan zou ik echt een mobiel toilet in zijn gedoken. Dan maar geen Nederlands record. Ja, dat meen ik echt."


Gelukkig voor Nageeye blijft hij zondag verschoond van buikklachten. Hij verbetert aan het einde van de ochtend het Nederlands record. Uren later komt ook Mike Verhiel uit Kerkrade het Olympisch stadion binnen. Hij straalt. "Het ging belachelijk goed. Iedereen waarschuwde me voor de laatste tien kilometer, maar toen was het juist alsof ik vloog." En de opspelende darmen waarvoor hij zo bang was? "Niet meer aan gedacht", zegt hij. "Dat zat puur in mijn hoofd."