6.000 sleutelfiguren bij ramp of aanslag krijgen voorrang op gsm-netwerk

Op 22 maart 2016, de dag dat er bommen ontploften op de luchthaven van Zaventem en in het Brusselse metrostation Maalbeek, lag de mobiele communicatie een tijdlang stil. Falende communicatie tussen de hulpdiensten is nefast op zo’n dag en daarom werd er naar oplossingen gezocht. Vanaf 1 november is die oplossing er.

Er is nu een lijst opgesteld met personen die op de dag van een ramp of een terreuraanslag voorrang moeten krijgen op het gsm-netwerk. “Blue Light Mobile” heet de toepassing, wat zoveel betekent als een virtueel blauw zwaailicht op je mobiele telefoon. 6.000 mensen die bij de veiligheids- of hulpdiensten werken krijgen een speciale simkaart, waardoor ze altijd zullen kunnen bellen. Ze kunnen hun bestaande nummer wel blijven gebruiken. “Als je eigen netwerk overbelast is, wordt er automatisch overgegaan naar een ander netwerk. Liggen de drie netwerken in ons land plat, dan krijgen die 6.000 simkaarten absolute prioriteit op de rest van de communicatie”, zegt minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA). “De mensen die ertoe doen, die in het beheersen van de crisis een sleutelrol hebben, krijgen voorrang.”

Er staan heel wat beleidsmensen op de lijst, zoals de leden van de federale regering, de minister-presidenten van de gewestregeringen en gouverneurs. “Maar ook de mensen op het terrein, zoals het Rode Kruis en de brandweer, krijgen zeker voorrang”, zegt Jambon nog.

Volgens Marc De Buyser, de directeur-generaal van het communicatie­netwerk Astrid, is deze oplossing een primeur in Europa. "België is het eerste land dat deze dienst kan aanbieden aan deze prioritaire groep van hulp- en veiligheidsdiensten. Dat is belangrijk, want in elk land doet zich momenteel hetzelfde probleem voor."