Massagraf ontdekt in naziconcentratiekamp Groß-Rosen in Polen
In de Poolse stad Rogoźnica zijn al dertig lichamen van slachtoffers opgegraven. Volgens aanwijzingen zouden er in totaal meer dan 300 gevangenen van het concentratiekamp Groß-Rosen begraven zijn.
Sinds september zijn er opgravingen aan de gang in een deel van het voormalige naziconcentratiekamp Groß-Rosen in wat nu Rogoźnica in het westen van Polen is. Daar is een museum, maar er wordt nu gegraven op basis van aanwijzingen van een Belg die daar gevangengezeten heeft.
Tot nu toe zijn er dertig lichamen gevonden op de aangewezen plaats, maar volgens de getuige zouden er meer dan 300 mensen begraven zijn. Het onderzoek is nog altijd aan de gang, zeker tot einde deze maand. Gehoopt wordt dat de identiteit van de lichamen achterhaald kan worden dankzij metalen plaatjes met nummers op de kleding.
Het zou gaan om slachtoffers die achtergelaten werden of gedood werden tijdens de evacuatie van het kamp in februari 1945. De overlevende gevangenen werden toen via "dodenmarsen" naar het westen gebracht voor de oprukkende Sovjettroepen.
Groß-Rosen was sinds 1940 een kamp waar Joden, Polen en Russische krijgsgevangenen gedwongen tewerk werden gesteld in granietgroeven. Het was een afdeling van het bekende kamp van Sachsenhausen. In totaal hebben er 125.000 mensen gevangengezeten in Groß-Rosen en van hen zouden er 40.000 gedood zijn. Onder meer de later bekende nazi-jager Simon Wiesental was een gevangene in Groß-Rosen.