WHO waarschuwt voor uitbraak van het marburgvirus in Oeganda

Eind vorige week waarschuwde de Oegandese overheid de WHO dat in Kween District, in het oosten van het land, een vrouw gestorven is aan het marburgvirus. Ook de broer van de vrouw is overleden en drie andere mensen zijn ziek: een andere broer en twee gezondheidsmedewerkers. Dat het bij die vier patiënten om het marburgvirus gaat, moet nog officieel bevestigd worden, maar het is wel erg waarschijnlijk.

Marburg is nauw verwant aan ebola en is erg besmettelijk. In eerste instantie hebben mensen last van hevige koorts en hoofd- en spierpijn. Nadien komen daar huiduitslag, knobbeltjes, braken, diarree en pijn bij. Nog later ontwikkelen zich geelzucht, delirium, omvangrijke bloedingen en uiteindelijk orgaanfalen. Het sterftecijfer kan volgens de WHO wel oplopen tot 90 procent.

De lokale autoriteiten zetten alle zeilen bij om mogelijke besmettingen te detecteren, de WHO stuurt een snelleresponsteam naar Oeganda om hen te ondersteunen. Ze vreest een mogelijke veel bredere besmetting omdat honderden mensen de traditionele begrafenis van een van de slachtoffers bijgewoond hebben.

Het marburgvirus werd voor het eerst omschreven in 1967, toen een dertigtal laboratoriummedewerkers in de Duitse steden Marburg en Frankfurt ziek werd. Het virus gaat over van dier op mens, maar hoe dat exact verloopt, is nog niet helemaal duidelijk. Wetenschappers vermoeden dat contact met een bepaald soort vleermuizen de voornaamste oorzaak is.

Sinds 1967 zijn 12 uitbraken van het marburgvirus opgetekend. De zwaarste was in Angola in 2004-2005, met meer dan 300 patiënten, van wie de meesten overleden. Er bestaat vooralsnog geen vaccin of specifieke medicatie tegen de ziekte. De behandeling is momenteel gericht op het verzachten van de symptomen en het tegengaan van uitdroging.