Losse fietslampjes zijn niet altijd even veilig. Waar moet je op letten?

Losse fietslampjes bestaan tegenwoordig in alle soorten en vormen, en in elke prijscategorie. Dat gaat van een paar euro tot enkele honderden euro’s. Heb je voldoende aan een goedkoop exemplaar of investeer je beter wat meer om veilig door het verkeer te fietsen? En wat zegt de wet hierover?

De klassieke fietsdynamo zie je steeds minder vaak. Bij nieuwe fietsen wordt hij niet meer geïnstalleerd, bij oude fietsen wordt hij soms nog hersteld, maar meestal wordt hij vervangen door losse fietslampjes. Voor 2 euro heb je al een LED-lampje om als voor- of achterlicht te gebruiken. Dus waarom zou je dan kiezen voor een duurder exemplaar van 100 euro?

Goedkoop maar niet altijd even veilig

Het grote verschil zit in de batterij en de lichtsterkte. De goedkope modellen werken met wegwerpbatterijen terwijl de duurdere modellen herlaadbare batterijen hebben. Maar nog belangrijker: die spotgoedkope modellen geven weinig licht. Zeker als de batterij na een tijdje vermindert. 

“Veilig zijn die lampjes in geen geval”, zeggen ze bij de politie van Leuven. Maar regels over de lichtsterkte van fietsverlichting zijn er niet. “Of je nu veel of weinig verlicht bent, zolang je zichtbaar bent en je geen tegenliggers verblindt, ben je in orde met de wet.” Dat is natuurlijk nogal subjectief. Het achterlicht moet wel zichtbaar zijn vanop een afstand van 100 meter.

Zien of gezien worden?

Je moet dus zelf proberen in te schatten of je fietsverlichting voldoende licht geeft om veilig door het verkeer te fietsen. Meestal zie je dat snel zelf als je in het donker fietst. Maar hoe kan je dat beoordelen als je in de winkel staat? 

Een eerste aanwijzing is de prijs. “Wij raden meestal lampen van rond de 50 euro aan”, zegt Ward van fietsenwinkel Fiets!. “Ga je onder de 15 euro per lampje dan is het vaak de investering niet waard.”

Wil je enkel gezien worden of wil je ook zelf iets zien? Daarvoor kan je op de verpakking kijken naar de hoeveelheid licht die het lampje uitstraalt. Die wordt meestal uitgedrukt in lumen (lichtsterkte aan de bron), of lux (lichtsterkte op 1 meter afstand). 

“Met lampjes van 35 tot 50 lumen ben je zeker voldoende zichtbaar. Wil je ook de weg verlichten dan moet je toch eerder naar een model van 500 tot 800 lumen gaan”, zeggen ze bij Fiets!. “Als je ’s nachts wil mountainbiken op niet-verlichte wegen, kies dan voor 1500 lumen.” Let wel: die laatste, straffere lampen kunnen tegenliggers verblinden en dat is verboden. 

Wat is wel verplicht?

In Duitsland is de wetgeving over fietsverlichting strenger.  Elke fietslamp moet voldoen aan een keurmerk (StVZO) dat een verkeersveilige verlichting waarborgt. Als je dus een fietslampje koopt dat voldoet aan die Duitse normen heb je zeker een kwalitatief fietslicht.

Hieronder zetten we alle wettelijke regels in België nog even op een rijtje. Knipperlichtjes zijn in de meeste buurlanden verboden, maar mogen in België wel. Verschillende onderzoeken spreken elkaar tegen of knipperende lampjes veiliger zijn of juist niet. Een knipperlicht zou wel tot dubbel zo lang meegaan. In België mag het voor- en achterlicht ook op de kledij bevestigd worden en moet het niet verplicht aanwezig zijn op de fiets.

Meest gelezen