Direct naar artikelinhoud
Wetenschap

NASA: "Gat in ozonlaag was in dertig jaar niet zo klein, maar herstel duurt nog lange tijd"

IJsrotsen bij Antarctica.

Het gat in de ozonlaag boven de Zuidpool is dit jaar het kleinste geweest in dertig jaar, meldt NASA. Dat is onder meer te danken aan een relatief warme atmosfeer. Tegelijk waarschuwt de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie dat het kleinere gat niet betekent dat het herstel van de beschermende laag snel verloopt. Pas rond het jaar 2070 zal het vergelijkbaar zijn met de situatie in 1980, laten berekeningen zien.

Het gat in de ozonlaag ontstaat door de uitstoot van chloor- en broomhoudende koolwaterstoffen in drijfgassen en koelmiddelen. Die is dertig jaar geleden weliswaar aan banden gelegd door het Montreal-protocol, maar de chemicaliën breken heel langzaam af en vernietigen in de Zuidpoolwinter nog steeds veel ozon.

Opvallend warme omstandigheden

Onder meer de Nederlandse chemicus Paul Crutzen won een Nobelprijs voor het ontrafelen van de mechanismen die het ozongat veroorzaken. Atmosferisch ozon op 15 tot 40 kilometer hoogte vormt een natuurlijke afscherming tegen ultraviolet licht van de zon, dat huidkanker veroorzaakt. Ook boven de Noordpool ontstaat jaarlijks een verdunning van de laag of een gat, dat soms tot boven Europa reikt. 

Juist in zulke wolken doen de ozonvreters normaal hun vernietigende werk

Volgens de nieuwe metingen van NASA met ballonnen en vanuit satellieten bereikte het antarctische ozongat in 2017 maximaal bijna 20 miljoen vierkante kilometer, ruwweg 2,5 keer het oppervlak van de VS. Gemiddeld was dat in de laatste 25 jaar steeds zo'n 26 miljoen vierkante kilometer. Vorig jaar was de omvang van het gat ook al relatief klein.

Maar van een versneld herstel is volgens NASA geen sprake. Vooral de opvallende warme omstandigheden in de atmosfeer spelen een belangrijke rol bij het relatief kleine ozongat. Daardoor ontstaat veel onrust in de circulaties boven de Zuidpool, zodat in de hoge stratosfeer weinig wolken kunnen vormen. Juist in zulke wolken doen de ozonvreters normaal hun vernietigende werk.

Groot

Het huidige ozongat is nog steeds groot vergeleken bij de situatie in 1980, toen het voor het eerst werd opgemerkt. De minimum-ozonkolom boven de Zuidpool was dit jaar 136 dobson-eenheden, het hoogste minimum sinds 1988. Voor die tijd was het natuurlijke jaarlijkse minimum tussen de 250 en 350 dobson-eenheden, ongeveer de helft van wat wereldwijd normaal is. De jongste decennia ging de ozonkolom ieder jaar wel een paar keer echt naar vrijwel nul in september, het einde van de Zuidpoolwinter.