Direct naar artikelinhoud
Vuile lakens

Er is geen worsteling. Geen strijd. Ik ben gewoon dik. Altijd geweest, gaat allicht altijd zo blijven

De Amerikaanse auteur ­Marilyn Wann, activiste voor de ‘fat acceptance movement’, vindt dat je ­gewoon ‘dik en fit’ kunt zijn.Beeld Mark Richards

Anaïs Van Ertvelde is historica en podcaster bij Vuile Lakens. Elke twee weken schrijft ze in Zeno over lichamen, seks, macht, kwetsbaarheid en verzet.

“Ik ben dik!”

Er valt een stilte. Je kunt de sfeer in vrouwelijk gezelschap niet sneller doen omslaan dan door luidkeels te verkondigen dat je dik bent. Zeker wanneer de vrouwen je goedgezind zijn. “Jij bent toch niet dik”, is de automatische ­respons.

Maar, dat ben ik wel. Het gezelschap wil me gewoon redden van alle negatieve dingen die we over dikke mensen denken. Ze kennen me als persoon en zien me niet als een schrikbeeld, een karikatuur die ongewassen op de bank hangt, omringd door halflege zakken chips. Voor hen ben ik mijlenver ­verwijderd van de vernederende foto’s die we nog steeds gebruiken om ­krantenartikels te illustreren: dikke mensen zonder hoofd maar met buiken die over smoezelige broeken puilen.

Anaïs Van Ertvelde (rechts).Beeld Illias Teirlinck

Ze willen me afschermen voor wat ze lazen in recente onderzoeken: dikke mensen – en dikke vrouwen al helemaal – worden vaak gediscrimineerd. Ze voelen aan dat dik zijn geassocieerd is geraakt met overconsumptie, en ze vinden me geen wandelend voorbeeld van overconsumptie met m’n ­tweedehandsjurken en m’n bio-groentepakketten. Ze willen me in bescherming nemen door me uit de penibele categorie ‘dik’ te halen, terwijl we ­eigenlijk in vraag moeten stellen waarom die categorie zo penibel is. Zoals de activiste Marilyn Wann zegt: “Whenever members of a society have resource to only one opinion on a basic human experience, that is precisely the discourse and the experience that should attract intellectual curiosity.”

Dik heeft met mooi niets van doen. Het is een neutraal adjectief, geen scheldwoord. Een beschrijving van hoe een lijf er kan uitzien, zoals groot of blond

Het gezelschap protesteert: “Je bent niet dik. Je bent mooi!”

Maar dik heeft met mooi niets van doen. Het is eigenlijk een neutraal adjectief, geen scheldwoord. Een beschrijving van hoe een lijf er kan uitzien, zoals groot of blond.

“‘Je worstelt misschien met een tikkeltje overgewicht', probeert iemand. Ook dat is niet zo. Er is geen worsteling. Geen strijd. Ik ben gewoon dik. Altijd geweest, gaat naar alle waarschijnlijkheid altijd zo blijven.

Er wordt weleens gezegd dat veel dikke mensen in de kast zitten. Wie dik is, moet namelijk doen alsof-ie niet echt dik is, maar steeds-onderweg-naar-een-betere-dunnere-normalere-versie-van-zichzelf. Die moet verontschuldigend aan de buitenwereld vertellen dat z’n huidig lijf een tussenstop is. Wanneer je zegt “ik ben dik” kom je uit die kast.

“Je hebt toch geen eetprobleem”, sust een vriendin, “jij bent hartstikke gezond!”

Dat klopt, in mijn geval. Sommige dikke mensen hebben een eetprobleem, last van hun gezondheid, of trauma’s, anderen helemaal niet. Sommige dunne mensen hebben een eetprobleem, last van hun gezondheid of trauma’s, anderen helemaal niet. Alle lichamen vertellen verhalen over hoe ze zo geworden zijn. Niet alleen de lichamen waarvan we vinden dat ze buiten de normen vallen. Terwijl de relatie tussen gezond en gewicht veel complexer is dan we vaak denken, wordt in onderzoek steeds duidelijker dat we beter naar structurele oorzaken kijken: heeft iedereen de tijd, middelen en kennis om zichzelf goed te voeden en lekker te bewegen? Net als dat het geen enkele zin heeft om individuele dikke mensen met schaamte te overladen: ook ­emotioneel, psychologisch en sociaal welzijn maken een belangrijk ­onderdeel uit van gezondheid.

En één ding is zeker: er heeft nog nooit iemand zorg gedragen voor z’n lichaam, naar z’n noden en verlangens geluisterd, vanuit zelfhaat.