Direct naar artikelinhoud
Mentale gezondheid

Afweersysteem soms bron voor mentale ziekte

Lichaam en geest nog nauwer verbonden dan gedacht
Beeld ANP XTRA

Wat velen als mentale aandoeningen zien, blijken voor een groot deel problemen met het immuunsysteem. Daarom zullen de nieuwste behandelingen tegen schizofrenie en depressie bestaan uit medicijnen die familie zijn van wat we nemen bij infecties.

Het idee dat lichaam en geest strikt gescheiden zijn was al aangevreten. Nu krijgt het nog een al even heftige als fascinerende dreun. Een hapering in het immuunsysteem kan niet alleen leiden tot een infectie maar ook tot schizofrenie, een bipolaire stoornis of een depressie, zo blijkt.

De aanwijzingen daarvoor stapelen zich op. Daarom zijn Britse psychiaters aan het King’s College Hospital in London aan een studie begonnen waarin schizofreniepatiënten een specifieke antistof krijgen, die inspeelt op de immuuncellen in de hersenen, ‘microglia’.

Schizofrenie is een ernstige psychiatrische aandoening die 1 procent van de bevolking treft en gekenmerkt wordt door terugkerende hallucinaties en waangedachten, cognitieve problemen en verminderde sociale interacties. Het is niet hetzelfde als gespleten persoonlijkheid, zoals vaak wordt gedacht.

Zoals alle immuuncellen moeten de microglia infecties afblokken. Als tuiniers knippen ze ook verbindingen tussen hersencellen weg die we niet nodig ­hebben. Bij schizofreniepatiënten slaan de tuiniers op hol: ze wieden te veel waardoor cruciale verbindingen verloren gaan. Dat gebeurt vooral in de ­frontale cortex, dat deel van de hersenen dat het overzicht bewaart, en ook in de delen die in verband staan met het gehoor. Zo ontstaan mogelijk ­symptomen als stemmen horen, waangedachte en paranoia.

Medicatie

Genetisch onderzoek toont eveneens dat ­veranderingen in genen die met het immuunsysteem te maken hebben, het risico op schizofrenie vergroten. En af en toe duikt een verhaal op van iemand die na een verandering in het immuunsysteem schizofrenie opliep, zoals de patiënt die na een beenmergtransplantatie de aandoening kreeg .

“Lang dachten we dat lichaam en geest gescheiden zijn, maar ze interageren permanent. Het afweersysteem maakt daar deel van uit en kan dus een impact hebben op je mentale toestand”, stelt hoofdonderzoeker Oliver Howes in The Guardian.

Bestaande medicatie tegen onder meer schizofrenie en depressies geven al aan dat er ook biologische componenten zijn, maar die middelen werken in op chemische processen in de hersenen en temperen slechts bepaalde symptomen, zoals wanen temperen bij schizofrenie. Het immuunsysteem, dat we met snotneuzen associëren, was nog nooit eerder aan zet in de psychiatrie en zou de weg naar diepgaandere genezing moeten wijzen en bij schizofrenie ook minder bekende symptomen zoals geheugenverlies en andere cognitieve problemen moeten aanpakken.

'Het risico op schizofrenie en depressie stijgt flink wanneer je moeder een infectie opliep toen ze zwanger was van je'
Manuel Morrens, professor psychiatrie (UAntwerpen)

“De aanwijzingen zijn inderdaad sterk”, bevestigt professor psychiatrie Manuel Morrens (UAntwerpen). “Wij hebben net onderzoek afgerond dat de te grote activiteit van de microglia bij schizofrenie aantoont. Maar ook voor depressies is nu duidelijk dat het immuunsysteem een rol speelt. Zo stijgt het risico op schizofrenie en op depressie flink wanneer je moeder een infectie opliep toen ze zwanger was van je. Wie interferon neemt, een middel tegen hepatitis, loopt ook een flink verhoogd risico op depressie.”

Verbeteren

Sommige middeltjes tegen verzwakte weerstand verbeteren zelfs de symptomen van depressies. Mensen met diabetes, een auto-immuunziekte, lopen volgens een studie 65 procent meer risico op dementie en schizofrenie. Omgekeerd is het ook zo dat mensen met schizofrenie een hoger risico hebben voor auto-immuunziektes.

Alzheimer­patiënten die vaak verkouden zijn, hebben vier keer meer geheugenproblemen dan de anderen. “Voor schizofrenie en depressie zijn de bewijzen het sterkst”, stelt Morrens. “Net daarom wordt gezocht naar nieuwe medicatie voor depressie en schizofrenie die zeer gericht inspeelt op het afweermechanisme.”

Dat alles veegt echter psychologische oorzaken niet van tafel. “Het is en en. Het biopsychosociaal model blijft overeind”, zegt Morrens. “Het is niet omdat je die specifieke immuunreacties hebt, dat je zeker schizofreen of depressief wordt. Iemand die een beschermde jeugd had, zal minder risico lopen dan wie veel stress kende. Bij depressie en wellicht ook bij bipolaire stoornis is het samenspel tussen biologische en psychologische factoren complexer dan bij schizofrenie. Maar medicijnen die gerichter inwerken op de biologische puzzelstukken zouden wel het leed kunnen verlichten.”

Ook psychiater Dirk De Wachter (KU Leuven) gelooft dat het om een veelbelovende piste gaat: “Maar zelfs wanneer die medicatie er is, zullen we nog altijd met de patiënten en hun families moet spreken.”