Supersportief is de gemiddelde Vlaamse scholier niet. Amper 40 procent van de leerlingen in het basisonderwijs beweegt 60 minuten per dag, wat de aanbevolen dosis is. Jong geleerd is nochtans oud gedaan, ook wat sporten betreft. Kijk maar naar het secundair, daar kampen 88.000 Vlaamse tieners met overgewicht.

Dus moeten de kinderen al in de basisschool leren bewegen. Met de actie One Mile a Day bijvoorbeeld. Elke dag moeten de kinderen in de deelnemende scholen een mijl (1,6 kilometer) lopen of stappen.

Om te kijken wat dat precies oplevert, liet Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) de KU Leuven een studie uitvoeren bij 550 leerlingen van zeven deelnemende scholen. Na zes maanden bleek dat de kinderen wat fitter waren – ze deden 20 seconden minder over de mijl – maar bleek vooral dat ze beter in hun vel zaten.

Niet verwonderlijk, zegt onderzoekster Tine Van Damme. “Bij volwassenen is al aangetoond dat bewegen ook mentaal positief is, bij kinderen is dat niet anders. Bovendien doen ze het in groep en zo wordt de band tussen de leerlingen beter.”

Naar de zon

Directeur Karel Scherpereel van de basisschool OLVA De Meersen in Brugge is alvast enthousiast. “De leerkracht merkt het verschil”, zegt hij. “Hij of zij moet wat tijd investeren, maar krijgt dat dubbel en dik terug.”

Op het gewicht van de kinderen heeft de actie minder impact. “Een kwartiertje sport per dag is dan ook niet veel”, zegt Van Damme. “Om overgewicht tegen te gaan, moet je nog vaker sporten en je eetpatroon aanpassen. Maar dat elke dag een mijl lopen een goed begin is, staat vast. Er is geen enkele aanwijzing om het niet te doen.”

Minister Crevits schakelt dan ook een versnelling hoger. Ze daagt de 450.000 leerlingen van het basisonderwijs uit om allemaal samen in 1 jaar tijd de afstand naar de zon te lopen: 150 miljoen kilometer. “Als elke leerling tijdens de lesuren een kwartiertje meer beweegt, halen we die afstand”, zegt ze.