Direct naar artikelinhoud
Interview

Shia LaBeouf: “McEnroe was niet gewoon een brulboei: hij was een artiest”

Shia LaBoeuf als John McEnroe.Beeld September Film Nederland

Shia Labeouf speelt John McEnroe in het tennisdrama BORG McENROE. Of hoe twee enfants terribles elkaar vonden.

Hij zette een papieren zak op zijn hoofd op de rode loper in Berlijn. Hij stond urenlang voor een webcam te protesteren tegen Donald Trump. En op de set van oorlogsfilm Fury sneed hij zichzelf dagelijks in zijn wang, zodat er een blijvend litteken ontstond. Ja, Shia LaBeouf is wellicht de meest excentrieke steracteur ter wereld.

Niet onlogisch dus dat regisseur Janus Metz hem uitkoos om John McEnroe te spelen, het enfant terrible van de tenniswereld. McEnroe was een geweldige atleet – hij won vier keer de US Open en drie keer Wimbledon – maar echt legendarisch werd hij door zijn ongeziene woede-uitbarstingen op het anders zo serene tennisveld. “You cannot be serious!!”, weet u nog?

Bezeten

“Als je acteurs cast," vertelt Metz ons op het Filmfestival van Toronto, “ga je op zoek naar mensen die iets extra’s kunnen toevoegen aan de rol. Shia kon dat, want er zijn veel parallellen tussen hem en McEnroe: ze maken bijvoorbeeld allebei heel erg gebruik van hun emoties om tot het beste resultaat te komen. Wat Shia doet, dat overstijgt acteren. Hij raakt bezeten door zijn personage.” Ook LaBeouf zelf ziet de gelijkenissen: “Deze rol heeft me echt deugd gedaan. De film drukt iets uit dat ik heel diep vanbinnen voel”, klinkt het enigszins mysterieus.

LaBeouf kreeg de rol van McEnroe al eens eerder aangeboden, maar hield toen de boot af. “Dat script was pure satire,” vertelt de acteur. “McEnroe werd erin opgevoerd als een soort clown die alleen maar in het wilde weg stond te schreeuwen. Terwijl hij veel meer is dan dat – en dat toont BORG McENROE net wel. McEnroe is een tacticus. Zijn woede was een strategie om zijn tegenstanders uit hun lood te slaan. Hij fokte zichzelf heel bewust op. Dat maakt hem in zekere zin tot een artiest. Alleen was daar nooit aandacht voor. Hij werd in de media gereduceerd tot een cartoonfiguur, en zijn rivaliteit met Björn Borg werd opgeblazen tot een strijd tussen good guy en bad guy.”

'McEnroe werd in de media gereduceerd tot een cartoonfiguur, en zijn rivaliteit met Björn Borg werd opgeblazen tot een strijd tussen good guy en bad guy'
Shia LaBeouf (John McEnroe)

Hoewel McEnroe niet tegen de film gekant was, wilde hij niet bij de productie betrokken zijn. LaBeouf kreeg dan ook niet de kans om met hem te spreken. “Gelukkig is er veel beeldmateriaal van hem”, zegt de acteur. “Op internet vind je massa’s filmpjes. Ook van zijn uitbarstingen. Als we er eentje gingen opnemen, dan keek ik vlak daarvoor nog eens naar het echte beeldmateriaal, en probeerde ik het letterlijk te imiteren.”

Leven als een atleet

Maar het bleef natuurlijk niet bij schelden: er moest ook getennist worden. “Dat heeft wat moeite gekost," geeft LaBeouf toe, “want ik had op voorhand nog nooit een racket in mijn handen gehad.” Janus Metz legde zijn acteurs daarom een intensief trainingsprogramma op. Een uitstekend idee, vond de Zweedse acteur Sverrir Gudnason, die Björn Borg vertolkt in de film: “Om de psychologie van iemand als Borg te begrijpen, moet je ook echt weten wat het is om als een atleet te leven. Daarom hebben we een halfjaar lang minstens twee uur per dag getennist. En daarnaast nog wat fysieke training gedaan.”

Zouden Gudnason en LaBeouf nu ook echt hun mannetje kunnen staan tussen de profspelers? “Zeker niet”, lacht LaBeouf. “Al had ik twintig jaar getraind, dan nog was ik niet in de buurt gekomen van McEnroes niveau. Ik heb het als een dansvorm benaderd, met een metronoom en bepaalde moves. Maar écht tennis heb ik nooit gespeeld.”

'We hoorden 'plok' wanneer we moesten slaan, ofwel 'piep' als het een hoge bal was. De bal werd achteraf gewoon weer digitaal toegevoegd'
Sverrir Gudnason (Björn Borg)

Meer nog dan trainen, bestond de voorbereiding dan ook uit studeren, beaamt Gudnason. “Eerst bekeken we aandachtig de duels tussen Borg en McEnroe op de computer. Dan leerden we elk punt vanbuiten, en speelden we die rally’s op het veld na. Soms met de bal, maar meestal zonder. Schaduwtennis dus. We werkten vooral op geluid: we hoorden 'plok' wanneer we moesten slaan, ofwel 'piep' als het een hoge bal was. De bal werd achteraf gewoon weer digitaal toegevoegd. Maar onze slagen, het voetenwerk en onze snelheid moesten er wel honderd procent echt uitzien. Gelukkig is dat volgens Björn Borg zelf heel goed gelukt.”

BORG McENROE is vanaf morgen in de bioscoop.