De Scheldeprijs kwam in 1996 naar Antwerpen, eerst naar de Grote Markt, later naar het Museum aan de Stroom (MAS) op het Eilandje. Na twintig jaar is dat verhaal voorbij. Organisator Flanders Classics zocht naar een boeiender alternatief dan de ‘veredelde kermiskoers’ door de Kempen.

Wouter Vandenhaute begon daarop te broeden op een nieuwe piste. De koers moest eigenlijk worden verlegd naar Zeeland, om haar naam alle eer aan te doen. Terneuzen ligt in Zeeuws-Vlaanderen, op de linkeroever van de Schelde. Onmiddellijk na de start zal het peloton de Westerschelde oversteken, via de Westerscheldetunnel. Vervolgens koersen de renners door Zeeland, op de landtong tussen Ooster- en Westerschelde, om dan via Putte-Kapellen opnieuw Vlaanderen binnen te trekken. Of ze dan via Kalmthout en Brasschaat naar Schoten trekken, is nog niet uitgemaakt.

De volgende dagen en weken wordt verder getimmerd aan het exacte parcours. Zeker is wel dat het peloton opnieuw aankomt op de Churchilllaan in Schoten. In de Antwerpse randgemeente zullen de renners ook drie lokale rondes rijden van telkens zeventien kilometer. Het publiek krijgt daardoor de vedetten vier keer te zien. De afstand van de wedstrijd blijft rond de 200 kilometer, maar het verhaal van een grote ronde door de Kempen is dus wel voorbij. Met de stad Terneuzen en de provincie Zeeland – beide partners in het verhaal – werd een akkoord gemaakt voor de volgende drie jaar.