Dodental aardbeving Iran loopt op, duizenden mensen brengen dag en nacht door in de kou
Na de aardbeving van zondagnacht in het grensgebied tussen Iran en Irak blijft het dodental oplopen. Volgens het persagentschap van de Iraanse overheid zijn intussen meer dan 530 doden geteld. Er vielen ook 8.000 gewonden. Duizenden Iraniërs hebben na de zware aardbeving opnieuw een nacht buiten doorgebracht in de bittere kou. President Hassan Rouhani is in de getroffen regio en heeft een dag van nationale rouw afgekondigd.
Duizenden inwoners van het getroffen gebied in de Iraanse provincie Kermanshah hebben hun tweede nacht buiten of in geïmproviseerde tentenkampen doorgebracht. Ze blijven bang voor naschokken, er zijn er al 193 geweest sinds de krachtige aardschok van zondagavond, die een kracht had van 7.3.
Bij de aardbeving vielen zeker 530 doden. Er zijn ook 7.000 gewonden. Over de grens in Irak zijn er 7 doden en enkele honderden gewonden. Vandaag is in Iran een dag van nationale rouw afgekondigd. President Rouhani is aangekomen in de getroffen provincie Kermanshah. Hij beloofde dat de regering "al zijn macht zou gebruiken om de problemen zo snel mogelijk op te lossen".
Bitter koud in Sarpol-e-Zahab
De inwoners van zwaarst geteisterde stadje Sarpol klagen dat ze opnieuw een nacht in de bittere kou hebben moeten doorbrengen omdat er niet genoeg tenten zijn. Een vrouw vertelde aan de Iraanse staatszender : "We hebben hulp nodig, we hebben alles nodig, de overheid moet opschieten."
NOS-correspondent Thomas Erdbrink is vanmorgen vertrokken naar het gebied. Hij zegt dat de Iraanse overheid de vele aanbiedingen voor steun ditmaal afwijst. Na de desastreuze aardbeving in Bam in 2003, waar meer dan 20.000 doden vielen, vindt de Iraanse regering dat ze het nu zelf aankan.
"In de beginuren verliep het moeizaam en moesten reddingswerkers met blote handen en bij het licht van hun mobiele telefoon graven in het puin. Nu is er structurele hulp onderweg, en komen er ziekenwagens en hulpverleners vanuit het hele land. De vraag is alleen of er nadien ook wordt heropgebouwd, want dat was na andere aardbevingen niet het geval."
De Iraanse overheid liet via haar persagentschap weten dat de reddingsacties in Kermanshah zijn stopgezet, maar volgende verschillende andere nieuwsagentschappen wordt er nog altijd met man en macht gezocht naar mogelijke overlevenden.
Het oorlogsstadje Sarpol-e-Zahab
Het grensstadje Sarpol-e-Zahad heeft de meeste schade geleden van het hele gebied. Volgens critici is dat niet verwonderlijk. Sarpol viel in 1980 in handen van het leger van de Iraakse dictator Saddam Hoessein, toen die Iran binnenviel en de oorlog begin die 8 jaar zou duren en 1 miljoen levens zou eisen. Zeven maanden later werd de stad heroverd, maar het zou het doelwit blijven van Saddams aanvallen met raketten en chemische wapens.
Na de oorlog werd de stad heropgebouwd in het kader van het sociale woningenproject van president Ahmadinejad. In heel Iran werden dankzij dat zogenoemde Mehr-plan - Farsi voor liefdadigheid - 2 miljoen huizen gebouwd, ook in Sarpol-e-Zahab. Maar toen al was er veel kritiek, omdat de woningen werden opgetrokken met goedkope bouwmaterialen.
Voor zijn tiende verjaardag zijn de Mehr-gebouwen veranderd in doodskisten voor hun bewoners
Ook geologen zeggen dat het maar normaal is dat in een gebied dat op verschillende breuklijnen ligt, de bouw van stevige huizen heel belangrijk is. In het Zagrosgebergte hebben meer dan 20 aardbevingen in de laatste 1000 jaar al meer dan 100.000 mensenlevens geëist.
Aan de andere kant van de grens, in Irak, zijn veel minder slachtoffers gevallen. Dat zou te maken hebben met de aard van de breuk, maar ook met de betere constructiewijze van de huizen. Italië stuurt 12 ton tenten, mobiele keukens en andere noodhulp naar de Iraakse stad Suleimanya. Ook Turkije heeft al hulp beloofd.
