Nog volgens Delruelle dragen de vroegere Britse premier Tony Blair en de toenmalige Amerikaanse president George Bush een verantwoordelijkheid voor de opmars van Islamitische Staat in Irak. Delruelle noemt hen criminelen.

“Hoessein was geen bedreiging”

In 2002 werd een door Belgen gebouwde meststoffabriek in Al Qaïm, op de grens tussen Irak en Syrië, aan de wereld voorgesteld als een directe bedreiging voor de VS. Volgens Delruelle, destijds projectleider van de fabriek, was dat “helemaal fout”. Er werd ooit uraniumwinning gedaan, erkent Delruelle, maar “het Amerikaanse leger heeft dat vernield tijdens de eerste Golfoorlog in 1991”.

“Saddam Hoessein was geen bedreiging, niet voor Groot-Brittannië en niet voor de Verenigde Staten”, dixit Delruelle. “Deze tweede westerse interventie in Irak heeft wanorde veroorzaakt in Irak. Sinds de tussenkomst van de Amerikanen, zijn er elke dag aanslagen. Islamitische Staat is voortgekomen uit deze leugenachtige beslissingen.”

De fabriek in Al Qaïm zou vandaag in handen zijn van de terreurgroep, aldus nog de vroegere Sybetra-baas.