Een maand geleden had de Bilzenaar al zijn relaas van de aanrijding gedaan. Hij verklaarde dat hij op weg was naar Hasselt om eten te gaan halen. “Ik was niet aan het opletten en voor ik het wist, was het gebeurd”, luidde het.

LEES OOK: “Ik was gewoon even niet aan het opletten”

Woensdag was de achterligger aan de beurt. Hij bracht een andere versie van de feiten. “Ik dacht dat de bestuurder van de zwarte wagen voor mij ladderzat ofwel stoned was. Zijn rijgedrag was allesbehalve normaal. Ik zag hem rond 14.30 uur gedurende een lange afstand richting Hasselt-centrum over de weg zwalpen tegen een zeer lage snelheid. Meerdere keren week hij uit naar de linkerrijstrook. Het viel me op dat de bestuurder regelmatig met het hoofd naar beneden ging tot op het stuur. Hij veerde recht telkens wanneer de passagier aan hem trok of hem wakker schudde. Vijf, zes, misschien zelfs meerdere keren heb ik hem dat zien doen. Meerdere keren heb ik geclaxonneerd. Finaal is hij versnellend weer naar links uitgeweken om dan op de voetgangers in te rijden. Na het ongeval ben ik gestopt en heb onmiddellijk de hulpdiensten gebeld. Iedereen was in shock en de verdachte liep verward rond”, getuigde de man.

Ooit nog rijgeschikt?

Onderzoek wees uit dat de twintiger niet dronken was, maar wel heel minieme sporen van cannabisgebruik in zijn bloed had. “1,4 nanogram. Dat is quasi niks”, sprak de rechter. Die vaststelling deed ook de wenkbrauwen bij het openbaar ministerie fronsen. “Er is geen verklaring voor zijn rijgedrag. Merkwaardig. Hij nam geen medicatie, was niet dronken … Het is allemaal moeilijk te verzoenen met zijn rijgedrag. Hoe kan dat? Als hij toen een gevaar was, dan kan hij dat morgen zonder enige aanleiding opnieuw zijn. Ik vraag de aanstelling van een deskundige die moet nagaan of de verdachte wel geschikt is om ooit nog met een wagen te rijden”.

De rechter ging in op de vraag en zal met een tussenvonnis op 29 november een dokter aanstellen.