Direct naar artikelinhoud
Milieu

Groen Duitsland blijft in de ban van vervuilend bruinkool

Garzweiler in Noordrijn-Westfalen: wat vroeger een dorp was, is nu een bruinkoolgroeve. Het Brandenburgse Taubendorf lijkt hetzelfde lot te wachten.Beeld Wikipedia

Nog maar een flinterdun strookje bos, twee kilometer dik, scheidt het Brandenburgse dorpje Taubendorf (133 inwoners) van de uitdijende bruinkolengroeve Jänschwalde. Achter de bomen rukt de machtige F60-kolengraver op, de grootste bewegende machine ter wereld, zeshonderd meter lang. “Elk jaar komt hij een halve kilometer dichterbij”, verzucht René Schuster, lid van een lokale milieugroep.

Een bruinkoolmijn kondigt zich lang voor zijn komst aan. Kilometers voor zich uit woelt hij het landschap om. Grondwater wordt weggepompt, meertjes vallen droog, bomen worden gekapt, wegen omgelegd, hele dorpen verplaatst - een lot dat de afgelopen eeuw 80 dorpen in de regio trof. Taubendorf blijft het bespaard: de mijnvergunning loopt tot een paar meter voor de dorpsgrens. Maar de inwoners zouden het bos graag behouden. Als buffer.

Hoe het ook kan: Mühlrose (235 inwoners), zestig kilometer zuidelijker. Het dorp ligt pal naast de kolengroeve van Nochten, niks geen bos ertussen. Het dorp staat op de lijst om binnenkort ‘devastiert’ te worden, vernietigd. De meeste inwoners vinden dat prima, aldus Schuster, ze wilden toch al weg: zo’n enorme krater als buur, vol lawaai en giftige fijnstoffen, een pretje is het niet.

Beide dorpen liggen in de Lausitz, een van de grootste Duitse bruinkoolreservoirs. Er zijn twaalf bruinkoolcentrales in dit gebied in het oosten van Duitsland, verdeeld over drie plaatsen, en ze draaien op volle toeren. Jaarlijks wordt er in de regio 60 miljoen ton bruinkool opgegraven, beheerder LEAG gaat er prat op 16 miljoen huishoudens van stroom te voorzien.

Elk jaar komt de kolengraver een halve kilometer dichter bij Taubendorf

Al in DDR-tijden was bruinkool de motor van de Lausitz, en trouwens van de hele socialistische staat. De inwoners waren trots op hun industrie, ook al braakten de schoorstenen nog veel viezere rook uit dan nu. Na de hereniging zijn er roetfilters gekomen. Het laat onverlet dat Jänschwalde, met zes megacentrales, nog steeds een van de vervuilendste energiecentrales van Europa is.

Toch: bruinkool floreert, ook anno 2017. En niet alleen in de Oost-Duitse Lausitz. In heel Duitsland zijn er 43 werkende bruinkoolcentrales. Plus nog eens 64 steenkoolcentrales. Veertig procent van alle opgewekte Duitse stroom komt van kolen - de kolenproductie bleef de laatste jaren stabiel, ondanks de Energiewende, het initiatief van de regering om in te zetten op duurzame energie.

Inheemse energie

Bruinkool heeft voor veel Duitsers emotionele waarde, zegt energiespecialist Christoph Podewils. Hij werkt bij denktank ‘Agora Energiewende’. “Bruinkool was er al lang voor atoomenergie of aardgas. Het voorzag generaties van levensonderhoud. Vooral in de voormalige DDR, waar bruinkool driekwart van de energie opwekte. En het komt uit eigen bodem, is onze inheemse energiebron - voor dat argument zijn velen gevoelig.”

Volgend jaar sluiten de twee laatste Duitse steenkolenmijnen, in Noordrijn-Westfalen, omdat de kolen te diep liggen. De winning is niet meer rendabel. Duitsland moet zijn steenkool importeren. Bij bruinkool hoeft dat niet: er liggen nog miljarden tonnen onder de Duitse grond, vaak dicht onder de oppervlakte. Genoeg om nog heel lang mee vooruit te kunnen.

Maar het protest groeit. De aanzetten daartoe waren er al lang voordat vorige week tijdens de klimaattop in Bonn duizenden tegenstanders (velen uit Nederland) van zich lieten horen. Duitsland heeft ambitieuze klimaatdoelen, maar die gaat het land niet halen als de kolenindustrie zo sterk blijft, roepen experts al jaren.

Kolenstroom is goedkoop. De schade voor de omgeving en het klimaat wordt niet meegerekend.

Duitsland wil in 2050 80 tot 95 procent minder CO2 uitstoten als in 1990. Op weg daarnaartoe zijn er verschillende deadlines. Zo moet in 2020 de uitstoot al met 40 procent verlaagd zijn. Maar gaat Duitsland door op de huidige voet, dan komt het slechts op 31 procent, schatten deskundigen.

De grote boosdoener: kolen. Die zijn door de hoge CO2-uitstoot bij het verbranden veel milieubelastender dan energie uit andere bronnen. En de kolen zijn niet verdwenen in Duitsland. “Over kolen had niemand het toen de Energiewende werd ingezet”, vertelt Claudia Kemfert van het Deutsches Institut für Wirtschafsforschung (DIW), een gerenommeerd adviesorgaan in Berlijn. “Dat was een verzuim, een onbegrijpelijke fout.”

Twistpunt

Vorige maand riep de Duitse milieuraad op om kolenenergie af te bouwen. In 2011, na de ramp met een atoomcentrale in Fukushima in Japan, besloot Duitsland atoomenergie vaarwel te zeggen via een stapsgewijze ‘Atomausstieg’. De Bondsdag nam in 2000 al een wet aan om duurzame energie te stimuleren, met als gevolg dat die sector sterk groeide en anno 2017 eenderde van de Duitse stroomvoorziening voor zijn rekening neemt. Tijd voor de volgende stap, meent de milieuraad: een ‘Kohleausstieg’.

Het thema duikt tegenwoordig overal op in de Duitse pers. Het is een belangrijk twistpunt in de coalitiebesprekingen tussen CDU/CSU, FDP en Groenen. Die laatste partij wil de twintig oudste en meest vervuilende bruinkoolcentrales (met een capaciteit groter dan 100 megawatt) sluiten. Of die eis overeind blijft, is nog onduidelijk. Het zou neerkomen op acht procent minder stroomopwekking, zegt Kemfert. “Dat kan probleemloos, want Duitsland heeft een stroomoverschot van 10 procent”.

Het Duitse elektriciteitsnet wordt sinds de Energiewende overspoeld, zegt Kemfert. Dat komt omdat er steeds meer duurzame stroom opkwam, maar tegelijk het aanbod aan kolenstroom constant bleef. De afnemende atoomenergie kon dat niet compenseren. Het overschot wordt geëxporteerd. Duitsland verkoopt steeds meer stroom aan het buitenland, vooral aan Italië (via Oostenrijk en Zwitserland), Frankrijk en Nederland.

De kolenlobby is sterk en beleidsmakers zijn ook bezorgd over de mogelijke sociaal-economische gevolgen.

Waarom loopt het zo lekker met kolen? Ten eerste: kolen zijn goedkoop. Kolenstroom is zelfs de goedkoopste vorm van electriciteit, zegt Kemfert. “De schade voor de omgeving en het klimaat wordt niet meegerekend.” Ten tweede: het Europese emissierechtensysteem werkt niet. “Emissiecertificaten zijn spotgoedkoop, waardoor ze geen hindernis vormen. De Europese Commissie wil dit veranderen, maar voordat het systeem echt gaat lopen, zijn we zo vijf of tien jaar verder.”

Niet alleen de Groenen of milieuorganisaties willen ingrijpen. Ook zwaargewichten uit de Duitse industrie sluiten zich sinds kort bij hen aan. Podewils: “Deze week zijn cijfers bekend gemaakt van een nieuwe studie van de belangrijkste Duitse brancheorganisatie: 95 procent minder CO2-uitstoot in 2050. En kort geleden riepen 52 grote ondernemingen, waaronder giganten als Siemens, de politiek op tot een ambitieuzer klimaatbeleid.”

Dat ook de Duitse industrie zich tegen kolen begint te keren, is iets nieuws. ‘Historisch’, denkt Podewils. De nieuwe regering zal niet onder beperkende maatregelen voor de kolenindustrie uitkomen, denkt hij. Alleen al uit eigenbelang. “In 2020 wordt de balans opgemaakt. Dat jaar ligt nog binnen de regeertijd van de nieuwe coalitie. Dan is ook de grote wereldwijde klimaatconferentie. De regering zal er vermoedelijk op gebrand zijn een succesverhaal te kunnen vertellen, aan de kiezer, maar ook aan de wereld.”

Weerstand

Zonder slag of stoot zal het niet gaan. Niet voor niets durfde Merkel haar vingers er tot dusverre niet aan te branden. De kolenlobby is sterk en beleidsmakers zijn ook bezorgd over de mogelijke sociaal-economische gevolgen. In de Lausitz, bijvoorbeeld, protesteert lang niet iedereen tegen de kolen. Integendeel. Meer dan achtduizend banen hangen er in de regio direct van af, indirect naar schatting zelfs meer dan twintigduizend. Voorzitter Michael Vassiliadis van vakbond ‘Bergbau, Chemie, Energie’ waarschuwt tegen drieste stappen.

Bruinkoolgigant LEAG lijkt er niet van uit te gaan dat het erg hard zal gaan, met die Kohleausstieg.

Podewils snapt de zorgen. Zijn denktank pleit ervoor jaarlijks 100 miljoen extra in de regio te investeren voor ‘structuurontwikkeling’. “Het zal niet makkelijk worden, maar het gaat te ver om te zeggen dat Brandenburg alleen op kolen drijft”, relativeert hij. “Kolen zijn goed voor dertien procent van de Brandenburgse economie. Tot 2040 zullen we nog wel kolen hebben, veel huidige werknemers zullen kunnen doorwerken tot hun pensioen. Het zijn vooral de jongeren die we een alternatief moeten bieden.”

Bruinkoolgigant LEAG lijkt er niet van uit te gaan dat het erg hard zal gaan, met die Kohleausstieg. Het bedrijf rekent erop dat tien centrales nog tot na 2035 openblijven in de Lausitz, blijkt uit een recent toekomstplan. Vier daarvan zelfs tot na 2045. Wel is bij het bedrijf onzekerheid te merken. Het heeft besloten geen nieuw veld te ontsluiten bij Jänschwalde, ook al waren er vergunningen. Een controversieel uitbreidingsplan bij een andere groeve, Welzow-Süd, gaat in de ijskast - ‘tot 2020’.

Dat is goed nieuws voor de inwoners van het plaatsje Proschim naast die groeve, dat vreesde door de kolengraafmachine te worden vermalen. Voor anderen in de regio verandert er niets, want bestaande velden worden nog tot aan de toegestane grenzen opgegraven. Het dorp Mühlrode zal dus nog steeds gewoon verdwijnen, net als het laatste strookje bos bij Taubendorf.