Door een wet van 19 september zal een ambtenaar van de burgerlijke stand van een gemeente kunnen beslissen om de erkenning van een buitenechtelijk kind door zijn vader of meemoeder te weigeren als hij van mening is dat er verblijfsfraude in het spel is, zelfs al is er een biologische band met het kind.

In afwachting van de beslissing, die maanden op zich kan laten wachten, “zijn de gevolgen voor het irregulier verblijf van het kind en zijn moeder ernstig”, klinkt het in een persbericht. Zo beschikken moeder en kind niet over sociale rechten en riskeren ze het land uitgezet te worden. Zonder vaderlijke verwantschap kan bovendien geen alimentatierecht worden geëist en is er ook geen erfrecht.

De Kinderrechtencommissaris, de Délégué général aux droits de l’enfant en Myria “vinden het belangrijk dat fraude bestreden wordt”, maar stellen ook dat “het feit dat een kind gedeeltelijk of uitsluitend werd verwekt met het oog op het verkrijgen van een verblijfsrecht voor een van zijn ouders, geen reden vormt om zijn status als mens en zijn rechten te negeren”.

Ze roepen daarom op om de wet te herzien. Zo zou een erkenning vernietigen alleen in uitzonderlijke gevallen mogelijk mogen zijn en enkel door beslissing van een rechter die heeft vastgesteld dat zo’n vernietiging in het belang is van het kind. In afwachting van de herziening vragen ze om rekening te houden met het belang van het kind, wat in principe betekent om zelfs in het geval van verblijfsfraude de afstamming te bevestigen.

(belga)