“Bedrijfswagens, daar raak ik niet aan”, zei N-VA-voorzitter Bart De Wever amper een jaar geleden. Het onderwerp bleef toen een groot taboe, want De Wever begreep als geen ander dat raken aan de populaire bedrijfswagens zo goed als politieke zelfmoord is.

Intussen geven de meeste politieke partijen aan dat het systeem van de bedrijfs­wagens uit de hand gelopen is. Ook De Wever draaide langzaam maar zeker bij. En kijk, nu legt zijn ­minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) een concreet, berekend voorstel op tafel om bedrijfswagens aan te pakken. De opbrengst wil Van Overtveldt gebruiken om de verlaging van de vennootschapsbelasting voor bedrijven te betalen.

Doorrekenen aan werknemer

De N-VA doet er wel alles aan om te benadrukken dat het voorstel alleen de werkgevers treft. De werknemer zou niets mogen voelen. Maar op langere termijn valt af te wachten of de bedrijven hun meerkosten niet op andere manieren gaan doorrekenen aan de werk­nemers.

“In principe kan de werkgever de extra kosten niet zomaar doorrekenen aan de werk­nemers, dat moet afgesproken worden in de nieuwe arbeidsovereenkomsten”, zegt fiscaal expert Michel Maus. “Maar het blijft een politiek gevoelig thema. N-VA weet ook dat het politieke zelfmoord is als ze de werknemers raken.”

Luidt dit nu ook het einde in van de bedrijfswagens? “Dit is een maatregel om geld op te halen, geen wezenlijke aanpak van de bedrijfswagens”, zegt Maus. “Maar het is wél een eerste belangrijke stap in de aanpak van de bedrijfswagens. Dit zet de deur open om verder te raken aan de aftrekbaarheid van bedrijfswagens. Politici moeten kleur durven te bekennen: op termijn is het de bedoeling om komaf te maken met de bedrijfswagens.”

Van Overtveldt krijgt lof van de fiscaal expert voor zijn “verrassend voorstel”. Ook ­coalitiepartners CD&V en Open VLD tonen zich bereid over het voorstel te spreken. En zelfs de oppositiepartijen Groen en SP.A zien er op het eerste gezicht geen graten in.