“Succes maakt je onpopulair”

“Waardeloos, in elke bocht trager.” Die commentaar kwam van onze landgenoot Kurt Mollekens, die toen als leider naar de F3000-race in Monaco trok. Christian Horner zelf ging ook wel beseffen dat hij als rijder weinig toekomst had. Hij werd teamhoofd, domineerde met Arden de F3000 en pakte later vier wereldtitels in de F1 met Red Bull, met Sebastian Vettel aan het stuur.

Dit jaar in Barcelona kreeg hij Max Verstappen onder zijn hoede. In zijn eerste race met het team pakte die meteen de enige zege van het jaar voor Red Bull, maar de laatste tijd incasseert hij vooral kritiek, zeker na die turbulente race van vorige week in Francorchamps.

Horner: “In de kwalificaties was Max uitstekend, zijn tweede startplaats was fantastisch. Hij deed absoluut niets fout in bocht 1, maar de schade die hij daar opliep, verknoeide zijn race. Daarna was hij 1,3 tot 1,5 seconden trager door de kapotte bodem.”

Vond je het oké hoe hij reageerde na het incident in de eerste bocht?

“Hij vocht hard terug, deed al wat hij kon. Maar als de auto schade heeft, slijten de banden ook nog eens sneller. Max gaf niet op, en ik heb geen problemen met wat er daarna gebeurde. Het was op de limiet. Maar om succes te kennen in F1, móét je op de limiet zitten.”

Veel rijders reageren kregelig op alles wat Verstappen doet of zegt. Waarom is dat?

“Hij is snel en hij is competitief. De snelste manier om jezelf onpopulair te maken bij je collega’s, is succesvol zijn. Max is een agressieve racer en hij moet op zichzelf focussen, niet op anderen. Dat doet hij heel goed.”

Jullie andere rijder, Daniel Ricciardo, is ook snel en competitief, maar ook een van de populairste kerels in de paddock.

“Hij is wat ouder en heeft meer ervaring, terwijl Max nog maar in zijn derde seizoen in de autosport zit. Zoals bij elke 18-jarige gaat die kritiek bij Max langs het ene oor naar binnen en langs het andere naar buiten. Het deert hem niet, hij is niet geïntimideerd door zijn omgeving en dat maakt hem net een van de sterren van de toekomst.”

Verstappen doet geen moeite om politiek correct te praten. Hij zegt wat hij denkt.

“Hij is verfrissend. Je kan zien dat zijn aanhang elke Grand Prix groter wordt. Kijk naar de opkomst in Spa, en in Hockenheim en Oostenrijk. Overal oranje.”

Over jezelf: de eerste keer dat ik van jou hoorde, was toen je teammaat werd van een Belg, Kurt Mollekens.

“Dat is lang geleden. 1998. Kurt runde zijn eigen KTR-team voor zichzelf, en ik zat in dezelfde situatie bij Arden. Het hield steek om de krachten te bundelen. We hebben de teams samengevoegd.”

Wat voor een rijder was jij?

“Ik was oké, maar niet speciaal. Hoe hoger ik opklom, hoe moeilijker het werd, omdat de financiën een steeds groter probleem werden. Ik ging beseffen dat ik nooit Ayrton Senna in verlegenheid zou brengen. Oké, Senna was er toen niet meer.”

Hoe confronterend is dat besef?

“Ik was stomverbaasd. Maar ik had op mijn 25ste veel geleerd door mijn eigen team te runnen en ik besefte dat ik daar meer tijd in aan het steken was dan in het rijden. Dat maakte het heel makkelijk om te stoppen.”

De tweede keer dat ik van je hoorde, was toen een jaar later opnieuw een Belg je pad kruiste: Marc Goossens.

“Marc was een van de eerste rijders die ik aanwierf. Ik koos hem als teamleider omdat hij heel veel ervaring had, precies wat een jong team als het mijne nodig had.”

Waarom wou je een teameigenaar zijn?

“Ik was opgegroeid in de autosport, hield van de sport en er was eigenlijk niets anders dat ik kon doen. Het was niet meer dan logisch dat ik mijn eigen team verder ging ontwikkelen.”

Is een team runnen het tweede beste, na zelf rijden?

“Wellicht. Er komt een totaal andere druk bij kijken. Als piloot denk je alleen maar aan jezelf. Als teambaas draag je verantwoordelijkheid voor alle mensen in je team. Die druk is heel anders, maar het geeft evenveel voldoening als het lukt. 1999 was een heel moeilijk jaar, maar daarna vond ik de juiste mensen. Autosport is een zaak van mensen. Het gaat erom de juiste mensen op de juiste posities te krijgen. Daarna moet je ze de middelen en de juiste omgeving bieden om hun job te doen.”

Hoe kon je Helmut Marko overtuigen dat jij de juiste man was voor zijn vacature van teambaas bij Red Bull?

“Ik had jaren tegen Helmut geracet, want hij had een team in de F3000. Hij leidde toen ook al het Red Bull Junior-programma. Hij kon zien wat ik deed met Arden, waarmee we de F3000 drie jaar op rij wonnen. Het laatste jaar met één van zijn juniors, Vitantonio Liuzzi. Toen Red Bull Jaguar overnam, heeft Helmut me benaderd voor de job. Ik lonkte zelf al een tijdje naar de F1. Bernie Ecclestone had graag dat ik iets deed met het team van Eddie Jordan, maar toen Red Bull me de rol van teamhoofd aanbood, was de beslissing snel genomen.”

Je was amper 31. Moest je je bewijzen tussen de oudere teambazen, zoals Max nu?

“Je wordt beoordeeld op wat je doet, niet op je leeftijd. Aan de andere kant van het spectrum heb je Bernie Ecclestone, die 86 jaar is. Als je je job goed doet, wordt leeftijd irrelevant.”

Je bent getrouwd met een van de Spice Girls. Waar duik je het vaakst op: in de roddelboekjes of in de autosportmagazines?

“Mijn job is autosport. Mijn vrouw staat natuurlijk in de schijnwerpers. Zij heeft haar eigen werk, waarin het momenteel weer heel druk wordt (er is een reünie van de Spice Girls op til, nvdr) , maar zij steunt mij heel erg in wat ik doe en andersom. Dat werkt prima. Bij de rest sta ik niet stil. Ik ben gewoon getrouwd met een meisje waar ik verliefd op geworden was en we hebben het goed samen.”