De Vlaamse Parlementsleden hebben de aanpassing aan het huidige decreet voor complexe projecten samen geschreven, en hun voorstel ook samen ingediend. Na deze aanpassing kan het decreet voor verschillende grote dossiers worden toegepast, waarbij het telkens het Vlaams Parlement is dat de beslissing neemt en niet meer de Vlaamse regering. “We verwachten dat de Noord-Zuidverbinding het eerste project is dat hiervoor in aanmerking komt”, zegt Ceyssens. Groot verschil met nu is dat tegenstanders wel nog naar het Grondwettelijk Hof kunnen stappen maar niet meer naar de Raad van State.

Minister van Omgeving Joke Schauvliege (CD&V) had eerder aangekondigd dat ze nog dit jaar een beslissing wilde nemen. Maar ze had blijkbaar ook een aanpassing nodig van het decreet. “We verwachten dat het decreet tegen maart in het Staatsblad gepubliceerd is. Tegen dan kan de Vlaamse regering ook de startbeslissing nemen”, zegt Keulen.

Inspraak

De procedure verloopt in drie fases. “In een eerste stap neemt de Vlaamse regering een startbeslissing”, zegt Ceyssens. “Daarna krijgt het parlement drie maanden om het dossier naar zich toe te trekken.” In een tweede fase neemt de regering een beslissing over een ontwerpvoorkeurbesluit (over het tracé). Daarop volgt een openbaar onderzoek. Vervolgens neemt het parlement een voorkeurbesluit bij decreet. Daarna volgt de derde fase van uitwerking, ontwerp en opnieuw openbaar onderzoek. Het is dan weer de regering die een ontwerpprojectbesluit neemt. Vervolgens behandelt het parlement het dossier en neemt het parlement ook een projectbesluit, ook bij decreet.”

“De procedure wordt robuuster, maar mensen krijgen wel nog inspraak”, zegt Keulen. Hij verwacht dat het voorkeurbesluit er zal zijn in de eerste helft van 2019, een datum die Schauvliege ook al aangaf.