Direct naar artikelinhoud
Het smartphone-interview

Yannick Dangre: "Als mijn moeder een ongeval heeft gehad, gaat mijn zus me dat echt niet via een app laten weten"

Yannick Dangre: "Als mijn moeder een ongeval heeft gehad, gaat mijn zus me dat echt niet via een app laten weten"
Beeld Bob Van Mol

Is de smartphone een spiegel? Strookt het onlineleven nog met de werkelijkheid? Matthias M.R. Declercq gaat wekelijks face to face over swipen, liken en liegen. Vandaag: schrijver Yannick Dangre (30).

Yannick Dangre, zeg het mij, weerspiegelt jouw telefoon wie je bent als mens?

“Misschien wel. Ik gebruik dat ding niet intensief. Er staan amper apps op. Facebook, WhatsApp en Google Maps, dat moet het zowat zijn. Ik lig er niet wakker van. Maar of dat iets over mezelf zegt?”

Dat je gedisciplineerd bent? Er zijn weinig mensen die onverschillig blijven bij het continue gepiep van de smartphone.

“Ik ben gedisciplineerd, ja. Ik probeer iedere dag te schrijven en als ik aan mijn bureau zit, mag die smartphone nog zoveel piepen en trillen: schrijven is schrijven. En ook: als mijn moeder een ongeval heeft gehad, gaat mijn zus me dat echt niet via een app laten weten.”

Valt die discipline makkelijk aan te houden?

“Zeker niet altijd. Maar de filosofie ‘zes dagen een monnik, de zevende dag een beest’ helpt wel.”

'Ik ben periodiek verslaafd. Het is alles of niets. Of de volle concentratie of de totale decompressie'
Yannick Dangre

En wat doet het beest op zaterdagavond?

“Die zes andere dagen overboord gooien.”

Dat klinkt destructief.

“Die drang zit wel in mij. Na een week geconcentreerd werken moet het gewoon even het andere uiterste zijn. Daar ben ik trouwens heus niet de enige in: cafés en discotheken zijn niet voor niets goed gevuld. Daardoor houd je het ook vol. De kermis is een geseling waard, maar ik heb die kermis wel heel erg nodig, anders word ik gek.”

Je bent niet verslavingsgevoelig?

“Ik ben periodiek verslaafd. Het is alles of niets. Of de volle concentratie of de totale decompressie.”

Als je ’s avonds schrijft, wat doe je dan overdag?

“Ik heb al van alles gedaan in mijn leven. In een bank gewerkt bijvoorbeeld. Nu werk ik op een advocatenkantoor.”

Als advocaat?

“Volgens mijn vrienden wel.”

Je schrijft dus pleidooien overdag?

“Ik sluit niets uit.”

Schrijven en pleiten, dan blijft er geen tijd meer over.

“Daarom dat die smartphone niet zo belangrijk is. Tijd is kostbaar. Mijn telefoon dient om snel te communiceren en als een soort uitbreiding van mijn agenda, zodat ik weet wat er te doen is. Geen overbodige apps, geen ballast. Maar eigenlijk vooral: er zijn véél leukere manieren om je tijd te verspillen.”

'Aandacht is zoals snoep: wie erom vraagt, krijgt het niet. Verkoopsuccessen zijn nu eenmaal vaak een kwestie van toeval, idem voor literaire prijzen'
Yannick Dangre

Dus ook geen tijd voor je onlineprofilering als schrijver.

“Daar geloof ik niet in.”

Waarom niet?

“In je eentje kun je weinig doen, en zelfs intense promocampagnes van uitgeverijen hebben weinig zin als het geluk en bepaalde kanalen niet meezitten. Honderd goede recensies doen minder dan één bekende pipo die jouw boek op tv noemt.”

Op die manier blijf je wel afhankelijk van die pipo op de televisie.

“Natuurlijk. Aandacht is bovendien zoals snoep: wie erom vraagt, krijgt het niet. Verkoopsuccessen zijn nu eenmaal vaak een kwestie van toeval, idem voor literaire prijzen. En ja, ook deze die ik gekregen heb. (lacht)

“Ik vind het dan ook vrij zinloos om daarnaar te streven, daar maak je jezelf alleen maar ongelukkig mee, dat heb ik in Amsterdam genoeg gezien. Mijn enige focus is om een zo goed mogelijk boek te schrijven.”

'Een van mijn beste vrienden is verslaafd aan zijn telefoon. Dat frustreerde me aanvankelijk. Nu niet meer. Zonder die telefoon zou hij wel een ander zinloos activiteitje hebben'
Yannick Dangre

En dat in volle ontlezing.

“Dat is zo, mede door het onderwijs, al mogen we het verleden niet romantiseren. Alsof iedereen vroeger boeken las. De meeste mensen zijn sowieso verloren voor de literatuur, net zoals er een hoop mensen verloren zijn voor de sport of voor de politiek, dat is geen ramp. Zolang iedereen maar de kans krijgt om er kennis mee te maken, via het onderwijs én via de media.”

Zit hier een angry young man?

“Integendeel, ik ben eerder berustend. Een van mijn beste vrienden is verslaafd aan zijn telefoon. Dat frustreerde me aanvankelijk. Nu niet meer. Zonder die telefoon zou hij wel een ander zinloos activiteitje hebben.”

Dat klinkt euh, hoopvol.

(lacht) “Van hoop zul je mij zelden kunnen betichten.”

Ben jij gelukkig?

“Soms. Zoals iedereen zeker? Al is het voordeel wel dat ik mijn geluk zowel in mijn schrijven kan vinden als in mijn totale decompressie. En ondertussen evolueren het leven en de liefde verder en kan ik daarover schrijven. De wereld waar ik als twaalfjarige in ben opgegroeid, staat ver af van die van de huidige generatie twaalfjarigen.”

Laat ik maar de pipo zijn die je boek vermeldt: De idioot en de tederheid.