Jongeren zijn massaal aan de antidepressiva: wat is er aan de hand?

© picture alliance / Frank May

17.600 Belgische tieners tussen 11 en 20 jaar slikten vorig jaar antidepressiva. Bij kinderen van 11 tot 15 bedraagt de stijging tegenover 2012 liefst 8,4 procent. “De druk op kinderen is ­­toe­genomen. Op school, thuis, op sociale media”, zeggen kinderpsychiaters. “Maar op die jonge leeftijd is het amper bewezen dat die medicatie werkt.”

Kim Clemens

Laat de cijfers nog even bezinken: 3.125 kinderen tussen 11 en 15 aan de antidepressiva. In de leeftijdscategorie 16 tot 20 jaar gaat het om nog eens 14.480 jongeren – een stijging met 2 procent. En dat terwijl ook vorig jaar al aan de alarmbel werd getrokken. “Het is een trieste tendens”, zegt professor kinder- en jeugdpsychiatrie Dirk Van West (UA en VUB). “Je mag kinderen en jongeren niet zomaar behandelen als volwassenen. Vooral omdat maar van één antidepressivum wetenschappelijk is bewezen dat het kan helpen bij minderjarigen met een matige tot ernstige depressie: fluoxetine – beter bekend als Prozac. Bij 11- tot 15-jarigen spelen hormonen een grote rol. De hersenen zijn nog in volle ontwikkeling. Een antidepressivum mag ook alleen voorgeschreven worden in combinatie met therapie.”

Voor alles een pil

Nochtans is dat vaak niet het geval. Slechts één op vier van de jongeren die antidepressiva voorgeschreven krijgen door de huisarts of de psychiater, combineren dat met psychotherapie, zegt Jan Van Speybroeck van de Vlaamse Vereniging voor Geestelijke Gezondheid. Driekwart dus niét. Dat is opmerkelijk, zeker na alle campagnes die aandacht vragen voor het psychisch welzijn van jongeren “Nu, het zou kunnen dat net door die campagnes de problemen sneller gedetecteerd worden bij jongeren, en dat de cijfers daarom stijgen. Maar als de hulp zich beperkt tot het voorschrijven van pillen, dan wordt het problematisch. Deels is dat omdat er nog een taboe rust op therapie.”

Terwijl medicatie wél al lang deel uitmaakt van een kinderleven. “Pillen zijn een onderdeel geworden van de opvoeding”, zegt kinderpsychiater Lieve Swinnen. “Voor slaapproblemen geeft men een pil, voor concentratiestoornissen is Rilatine nu de standaard.”

Likes verzamelen

Toch willen de experts de problemen van kinderen zeker niet minimaliseren. Integendeel. “Depressie bestaat zeker, en is ook op jonge leeftijd heel ingrijpend”, zegt Lieve Swinnen. “Ik behandel in mijn praktijk twee kinderen van 10 en 11 met een serieuze depressie. Op die jonge leeftijd is dat bij heel veel kinderen het gevolg van een traumatische gebeurtenis.” Daarnaast ondervinden kinderen en jongeren vandaag grotere druk, zegt ze. “Op school moeten ze presteren, op sociale media moeten ze zo veel mogelijk likes verzamelen en dan is er nog de maatschappelijke invloed. Ze maken een vechtscheiding mee of hebben een gebrek aan structuur. Allemaal factoren die maken dat het aantal psychische problemen toeneemt.”

Waardoor de kans groot lijkt dat het pillengebruik ook volgend jaar weer zal stijgen. “Het belangrijkste is om therapie toegankelijker te maken”, zegt Dirk Van West. “Wil je naar een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg, dan zijn er wachtlijsten van 6 tot 12 maanden. Wil je sneller geholpen zijn, dan kost een bezoek aan de psycholoog al snel 50 euro. Artsen schrijven daarom soms pillen voor in afwachting.”

Minister Vandeurzen reageert

“We zullen de cijfers over de consumptie van antidepressiva bij jongeren verder analyseren en mee op zoek gaan naar de redenen achter het stijgende gebruik”, zo laat Vlaams minister van Volksgezondheid Jo Vandeurzen (CD&V) dinsdag via zijn woordvoerder aan Belga weten. “Het voorschrijfgedrag van artsen wordt vaak door meerdere factoren bepaald, zo leert een analyse van het voorschrijfgedrag bij Rilatine. We willen dus ook benadrukken dat we ons hoeden om overhaaste conclusies te trekken.”

Volgens de recentste Riziv-cijfers slikten zowat 17.600 Belgische tieners tussen de 11 en 20 jaar antidepressiva, het hoogste cijfer ooit.

“In ons ‘Actieplan Geestelijke Gezondheid’ kiezen we er voor om op korte termijn te investeren in een programma vroegdetectie en -interventie”, reageert Vandeurzen. “We investeren sterk in de verdere uitbouw van een eerstelijnspsychologische functie, ook specifiek naar kinderen en jongeren toe. Binnen onze bevoegdheden maken we de geestelijke gezondheidszorg op die manier toegankelijker waardoor ook de druk op de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg kan afnemen (CGG).”

Een realisatie van de aangekondigde plannen voor de terugbetaling van psychologische zorg en psychotherapie vanuit de federale overheid vindt de Vlaamse minister ook essentieel om de toegankelijkheid verder te verbeteren. “Daarom treden we met minister De Block in overleg om een kwaliteitsvolle inbedding van de eerstelijnspsychologische functie in het welzijns- en gezondheidslandschap te bekomen”, heet het.

Vandeurzen wijst er tot slot nog op dat Vlaanderen ook investeert in online hulpverlening, zoals www.depressiehulp.be als een laagdrempelige aanvulling op de traditionele hulpverlening en in ‘blended care’, een combinatie van online- en contactbehandeling. “Deze acties zullen een gunstig effect hebben op de werking en de wachttijden van de CGG”, besluit Vandeurzen.

Maggie De Block: adequaat gebruiken

“Het groeiende gebruik van antidepressiva toont het belang aan van maatregelen rond het adequaat gebruik van antidepressiva en andere psychofarmaca, en ruimer, van de versterking van onze geestelijke gezondheidszorg”, zegt minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) dinsdag aan Belga. Uit cijfers van het Riziv blijkt dat zo’n 17.600 Belgische tieners tussen de 11 en 20 jaar vorig jaar antidepressiva slikten. Nooit eerder namen zoveel Belgen antidepressiemedicatie dan in 2016.

“Deze evolutie toont ook dat psychische problemen nu sneller gedetecteerd worden, en dat is een goede zaak”, vervolgt minister De Block. “Het biedt ons dan de kans om vroeger in te grijpen en zo in veel gevallen te vermijden dat problemen escaleren. De snellere detectie toont aan dat huisartsen en andere zorgverleners steeds attenter zijn voor dit soort problemen. Onder andere dankzij de verschillende sensibiliseringscampagnes en de aandacht die hieraan besteed wordt tijdens de opleiding en de navormingen. “

“De wil en de goede bedoelingen zijn met andere woorden duidelijk aanwezig”, vervolgt De Block. “Maar het vervolg, na de detectie, is minstens even belangrijk. Daarom moeten we vanuit alle betrokken beleidsdomeinen blijven werken aan een betere kennis over de meest geschikte behandelmogelijkheden. Psychofarmaca kunnen een plaats hebben in de behandeling, maar worden nu nog te vaak verkeerd voorgeschreven, en dat in de twee richtingen: er sprake van over-, maar ook van onderbehandeling. We werken hieraan vanuit onze bevoegdheden. Zo hebben we in februari van dit jaar een geactualiseerde richtlijn voor de aanpak van depressie uitgebracht voor huisartsen.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen