Adoptiepapa’s Manish en Michaël met zoontje Manaël. “In februari moeten we hem definitief achterlaten bij de moeder.” © RR

Koppel moet zoontje (1,5) teruggeven aan biologische moeder: “Manaël kent enkel ons, zijn papa’s. Een schande dat ze hem afnemen”

Anderhalf jaar leeft de kleine Manaël al bij zijn adoptieouders. Maar nu moet hij terug naar zijn biologische moeder, zo heeft de rechtbank beslist. Adoptiepapa’s Manish en Michaël zijn er het hart van in: “Dit kan toch niet zomaar? Wat met het belang van het kind?”

Bert Heyvaert

Elke woensdag rijden Manish en Michaël naar een huis in ­Leuven. Op de achterbank: hun adoptiezoon Manaël, 17 maanden oud. “In het huis geven we Manaël af aan zijn biologische mama en een psychologe. Zij spelen samen in één kamer, wij tellen de uren af in een andere. Op het einde van de dag rijden we terug naar huis. Nu toch nog. Want in februari moeten we Manaël daar achterlaten, definitief.”

Nochtans woont Manaël al zijn hele leven bij zijn papa’s in Schaarbeek. Sinds vijf dagen na zijn geboorte, om precies te zijn. “De biologische moeder, een vrouw van Mexicaanse afkomst die met haar familie in België woont, was volledig overtuigd: zij kon niet voor haar kind zorgen, ze was blij dat wij dat wel konden. Er was nog een wettelijke reflectieperiode (twee maanden waarin de mama het kind toch nog kan aannemen, red.), maar ook die werd probleemloos afgerond. In juli 2016 stond alles op papier bij de notaris. ‘Proficiat! Ontkurk de champagne maar. Jullie zijn papa nu’, zeiden ze ons bij het adoptiebureau. ”

Grootouders komen tussen

Tot maart 2017 leek er geen vuiltje aan de lucht. Tot plots de familie van de biologische moeder zich mengde in het verhaal. Haar ouders, van vooraanstaande komaf, hoorden via een kennis over het bestaan van hun kleinkind. “Ze hebben hun dochter onder druk gezet om Manaël terug te eisen”, zeggen Manish en Michaël. Dat deed ze ook, en ze kreeg gelijk voor de rechtbank in Brussel. Zowel in eerste aanleg als in ­beroep.

Het is, klinkt het bij Steunpunt Adoptie, een zeer uitzonderlijk verhaal. “Soms bedenkt een moeder zich nog in de eerste twee maanden. Maar na meer dan een jaar, dat gebeurt eigenlijk nooit.” Toch kan het: een biologische moeder heeft, na de indiening van het verzoekschrift bij de rechtbank, altijd zes maanden de tijd om het kind terug te eisen. Ze krijgt haar kind dan niet zomaar; de rechter oordeelt wat de beste optie is voor het kind. In dit geval oordeelde hij twee keer in het voordeel van de familie.

“Een schande”, vinden Manish en Michaël. “Die familie heeft ons lastiggevallen, gestalkt zelfs. Ze probeerden Manaël letterlijk af te nemen van ons. Dat interesseerde de rechter niet, hij deed zelfs geen sociaal onderzoek naar hen. Hij zei gewoon: de wet is de wet, de adoptie stopt hier.”

Hartverscheurend

Het Adoptiehuis in Antwerpen, dat de adoptie regelde, is genuanceerder. Het mag geen commentaar geven op het dossier, maar heeft het over “een zeer pijnlijke zaak, waarbij we ervan uitgaan dat de rechter de zaak goed heeft onderzocht”. Ook Vlaams Parlementslid Lorin Parys (N-VA), adoptie-expert en een man die geconsulteerd werd door Manish en Michaël, zegt dat “we de uitspraak van de rechter moeten respecteren. Voor alle partijen is deze situatie hartverscheurend.”

Parys wijst er wel op dat het vaak heel lang duurt voor Justitie haar werk doet. “Het duurt soms ­langer dan zes maanden eer een adoptie juridisch in orde is. Dat veroorzaakt frustratie en onbegrip, want het gebeurt in een belangrijke periode, waarin een kind zich hecht aan een gezin. Daar moeten we zorgzamer mee omspringen. Een biologische moeder moet uiteraard bedenktijd krijgen over zo’n ingrijpende beslissing. Maar een sereen debat over die termijn dringt zich op.”

Plots andere taal

Adoptiepapa’s Manish en ­Michaël brengen het verhaal nu naar buiten omdat hun situatie uitzichtloos is. Juridisch zijn hun mogelijkheden opgebruikt, in cassatie gaan is allicht geen optie. “Maar we kunnen ons kind niet zomaar afgeven. Manaël begrijpt dit niet, hij kent enkel zijn papa’s. Hij spreekt hooguit een paar woordjes Frans, en plots moet hij naar een ander gezin dat een andere taal spreekt. Dat kan toch nooit goed zijn voor hem? Voor de tweede keer in zijn korte leven wordt hij verlaten.”