Van Godtsenhoven aan de slag bij The Costume Institute, de schatkamer van de mode

De collectie bevat meer dan 35.000 kledingstukken en accessoires uit de 5 continenten. Samen vertegenwoordigen ze 7 eeuwen mode. De modeafdeling is in een groter geheel ingebed en is verbonden met de andere departementen van het prestigieuze museum. Mode wordt er tentoongesteld in dialoog met andere kunsttakken. 

In mei 2014 ging de vleugel na een 2 jaar durende renovatie opnieuw open als het Anna Wintour Costume Center (vernoemd naar de hoofdredactrice van het modeblad Vogue die al sinds 1995 de mede-voorzitter is van het jaarlijkse Met Gala, nvdr), waarin de collectie getoond wordt.

Achter de schermen is er een afdeling waarin de outfits op de best mogelijke manier geconserveerd en gerestaureerd worden. Daarnaast worden de collecties van The  Met en de Brooklyn Museum Costume Collection er opgeslagen. Ook The Irene Lewisohn Costume Reference Library, een van de belangrijkste modebibliotheken ter wereld, is er gehuisvest.  

Jaarlijks organiseert The Costume Institute een of twee grote expo's. De collectie is niet permanent toegankelijk voor het publiek omdat stoffen van nature erg fragiel zijn. In het museum zijn er wel twee rondleidingen die op mode focussen. De eerste is "Fashion in art", waarin kleding besproken wordt binnen de museumcontext van schilderijen en voorwerpen uit dezelfde periode. "Costume: The art of dress", een audiogids met de stem van Sarah Jessica Parker (de über-fashionista uit "Sex and the city", foto), leidt je rond langs de hoogtepunten van de  mode die in het hele museum te zien zijn. 

The Costume Institute werd in 1937 opgericht als The Museum of Costume Art. In 1946 volgde de fusie met The Metropolitan Museum of Art en kreeg het de naam The Costume Institute.  De bekende modejournaliste Diana Vreeland (die onder meer voor Vogue en Harper's Bazaar) werkte, stond er aan de wieg van expo's als "The world of Balenciaga" (1973), "The glory of Russian costume" (1976) en "Vanity fair" (1977). 

Andrew Bolton, met wie Van Godstenhoven gaat samenwerken, is sinds 2000 de directeur van de afdeling.  The Costume Institute gaat heel breed in de onderwerpen van zijn expo's. Een greep uit het recente aanbod: "PUNK: Chaos to couture" (2013), "China: Through the looking glass" (2015), "Manus x machina: Fashion in an age of technology" (2016). Verschillende grote ontwerpers kregen er ook al expo's: "Alexander McQueen: Savage beauty" (2011) en "Rei Kawakubo/Comme des Garçons: Art of the in-between" (2017). 

Voor volgend jaar is de expo "Heavenly bodies: Fashion and the catholic imagination" (10/5-/8/10/2018) gepland. Die zal verspreid over drie verschillende locaties te zien zijn, in de hallen van de middeleeuwen en in het Anna Wintour Costume Center in het Metropolitan Museum in New York en in de aparte locatie The Met Cloisters. Mode gaat er in dialoog met meesterwerken uit de religieuze kunst. En er zullen ook 50 historische pauselijke gewaden en accessoires van het Vaticaan naar de VS overgebracht worden. Ook ontwerpen van onder meer Chanel, Dolce & Gabbana en Galliano zitten in de expo. 

The Costume Institute heeft een zeer brede blik op mode en op de manier waarop die zich verhoudt tot het dagelijkse leven, nu en in de vorige eeuwen. Het is dus nu al uitkijken naar de expo's waar Karen Van Godtsenhoven aan zal meewerken. Het feit dat zij gevraagd is in New York, is volgens haar vooral te danken aan de uitstekende reputatie van het Modemuseum in Antwerpen. "Er zijn niet heel veel grote modemusea in de wereld. Er zijn maar een aantal hoog aangeschreven modemusea en Antwerpen is daar zeker bij." 

Het Costume Institute is bij het brede publiek vooral bekend van het Met Gala (foto hieronder: Rihanna), een jaarlijks benefietgala in mei dat geld voor de modeafdeling in het laatje moet brengen.  "Het wordt een enorm avontuur. Het Met heeft dat gala in plaats van subsidies zoals in Vlaanderen. Dat is een miljoenenevenement zoals de Oscars, het zal zeker een hele verandering zijn om dat eens mee te maken", besluit Van Godtsenhoven.